Programma van

Toetsing en Afsluiting 2021-2023

 

Gemengde en Theoretische leerweg VMBO: AVO en DVPR

Cohort 2021-2023 bevat per vak het programma 2021-2022 leerjaar 3 en het programma 2022-2023 leerjaar 4

 

 

Vastgesteld door College van Bestuur op 30 september 2021


 


Inhoud

 

Leeswijzer

 

Preambule

 

PTA’s:

1.       Aardrijkskunde 

 

2.       Biologie

 

3.       Duitse taal

 

4.       Economie

 

5.       Engelse taal

 

6.       Franse taal

 

7.       Geschiedenis en staatsinrichting

 

8.       Kunstvakken II beeldende vakken: Handvaardigheid/handenarbeid

 

9.       Kunstvakken II beeldende vakken: Tekenen

 

10.   Kunstvakken incl. ckv

 

11.   Kunstvakken: Muziek

 

12.   Lichamelijke opvoeding 1

 

13.   Lichamelijke opvoeding 2          

 

14.   Loopbaanoriëntatie en begeleiding

 

15.   Maatschappijleer

 

16.   Natuur- en scheikunde 1

 

17.   Natuur- en scheikunde 2

 

18.   Nederlandse taal

 

19.   Rekenen

 

20.   Wiskunde

 

21.   Dienstverlening en producten (TECH): keuzevak Innovatie en prototyping           

 

22.   Dienstverlening en producten (TECH): keuzevak Ondersteuning bij sport- en bewegingsactiviteiten

 

23.   Dienstverlening en producten (TECH): keuzevak Digispel

 

24. Dienstverlening en producten (TECH): keuzevak Ondernemen

 

25. Dienstverlening en producten (TECH): keuzevak Welzijn kind en jongere

 

26. Dienstverlening en producten (TECH): profielvak Multimedia

 

27. Dienstverlening en producten (TECH): profielvak Organiseren

 

 

 

 

Leeswijzer

SCHOOLEXAMEN

·         SE = Schoolexamen

·         CE = Centraal examen


PERIODE

·         3.1 september-december 2021

·         3.2 januari-april 2022

·         3.3 mei-juli 2022

·         4.1 september-december 2022

·         4.2 januari-april 2023

 

PTA TOETSEN

·         PTA 3.x PTA toets in leerjaar 3 met doorlopende nummering (x)

·         PTA 4.x PTA toets in leerjaar 4 met doorlopende nummering (x)

 

Voor informatie over de eindtermen per vak zie www.examenblad.nl

 

PREAMBULE

De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn:

1 Werken aan vakoverstijgende thema's
De leerling leert, in het kader van een brede en evenwichtige oriëntatie op mens en samenleving, enig zicht te krijgen op relaties met de persoonlijke en maatschappelijke omgeving.

2 Leren uitvoeren
De leerling leert in zoveel mogelijk herkenbare situaties, mede met gebruikmaking van ICT, een aantal schoolse vaardigheden verder te ontwikkelen.

3 Leren leren
De leerling leert, mede met gebruikmaking van ICT, zoveel mogelijk eigen kennis en vaardigheden op te bouwen. Daartoe leert hij onder andere een aantal strategieën die het leer- en werkproces kunnen verbeteren.

4 Leren communiceren
De leerling leert, mede via een proces van interactief leren, een aantal sociale en communicatieve vaardigheden verder te ontwikkelen.

5 Leren reflecteren op het leer- en werkproces
De leerling leert, door te reflecteren op het eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht te krijgen op en sturing te geven aan het eigen leer- en werkproces.

6 Leren reflecteren op de toekomst
De leerling leert, door te reflecteren op het eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht te krijgen op de eigen toekomstmogelijkheden en interesses.

Voor de volledige tekst zie Examenblad-preambule-2022

           

           

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

aardrijkskunde - 131

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

4%

45 minuten

nee

nee

AK 3.1.1 GT

 

AK/K/7 Arm en rijk

De kandidaat kan regionale verschillen in welvaart in een buiten-Europese macroregio en een contrasterende macroregio elders in de wereld beschrijven en verklaren en de situatie in beide gebieden vergelijken.

Arm en Rijk H1-H2

SE

 

 

 

 

 

3.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

90 minuten

nee

ja

AK 3.1.2 GT

 

AK/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van aardrijkskunde in de maatschappij.

Arm en Rijk H1-H2-H3 + Casussen

SE

 

 

 

 

 

 

 

AK/K/7 Arm en rijk

De kandidaat kan verschillen tussen meer en minderwelvarende wijken en voorstellen voor verbetering van de woon- en leefomstandigheden in de eigen regio beschrijven.

 

SE

 

 

 

De kandidaat kan regionale verschillen in welvaart in Nederland beschrijven en verklaren.

 

SE

 

 

 

De kandidaat kan regionale verschillen in welvaart in een buiten-Europese macroregio en een contrasterende macroregio elders in de wereld beschrijven en verklaren en de situatie in beide gebieden vergelijken.

 

SE

 

 

AK/V/4 Casus Arm en rijk: Arm en rijk en gezondheidszorg

 

 

SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

4%

45 minuten

nee

nee

AK 3.2.1 GT

 

AK/K/5 Bronnen van energie

De kandidaat kan het gebruik van energie in de eigen regio beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer gebruik van energie en de effecten ervan beschrijven.

Bronnen van Energie H4-H5

SE

 

 

 

 

 

 

 

 

De kandidaat kan het gebruik van energie en de gevolgen ervan voor Nederland en een contrasterende regio elders in Europa beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer energiegebruik en de effecten ervan beschrijven en de situatie in beide gebieden vergelijken.

 

SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

90 minuten

nee

ja

AK 3.2.2 GT

 

AK/K/5 Bronnen van energie

De kandidaat kan het gebruik van energie in de eigen regio beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer gebruik van energie en de effecten ervan beschrijven.

Bronnen van Energie H4-H5-H6 +  Casussen

SE

 

 

 

 

 

 

 

AK/V/2 Casus Bronnen van energie: Energiebeleid

De kandidaat kan het gebruik van energie en de gevolgen ervan voor Nederland en een contrasterende regio elders in Europa beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer energiegebruik en de effecten ervan beschrijven en de situatie in beide gebieden vergelijken.

 

SE

 

 

AK/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan het gebruik van energie en de gevolgen ervan in een buiten-Europese macroregio beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer gebruik van energie en de effecten ervan beschrijven.

 

SE

 

 

 

De kandidaat kan de verhouding tussen de verschillende gebruikte bronnen van energie in een buiten-Europese macroregio beschrijven en de voor- en nadelen van die energiebronnen beschrijven.

 

SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

2%

n.v.t.

Inleveren op:

03-06-2022

nee

AK 3.3.1 GT

 

AK/V/7 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

Grenzen en Identiteit H7

SE

 

 

 

 

 

 

 

AK/V/8 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen

 

SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

90 minuten

nee

ja

AK 3.3.2 GT

 

AK/K/3 Leervaardigheden in het vak aardrijkskunde

De kandidaat kan een aantal vakvaardigheden toepassen die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen.

Grenzen en Identiteit H7-H8-H9+ Casussen

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

AK/K/9 Grenzen en identiteit

De kandidaat kan verschillende soorten grenzen in de eigen regio beschrijven en verklaren en verbanden leggen met identiteit.

 

SE

 

 

AK/V/6 Casus Grenzen en identiteit: Regionale identiteit

De kandidaat kan verschillende regionale tegenstellingen in een buiten-Europese macroregio beschrijven en maatregelen ter verbetering van de situatie beschrijven.

 

SE

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

4.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

nee

AK 4.1.1 GT

 

AK/K/6 Water

De kandidaat kan het gebruik van water in de eigen regio beschrijven en verklaren en maatregelen voor duurzamer gebruik van water beschrijven.

Water H7-H8

SE

 

 

 

 

 

 

 

 

De kandidaat kan de herkomst, het voorkomen, de kwaliteit en het gebruik van water in Nederland beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer gebruik van water en de effecten ervan beschrijven.

 

CE / SE

 

 

 

De kandidaat kan de herkomst, het voorkomen, de kwaliteit en het gebruik van water in een buiten-Europese macroregio en een contrasterende macroregio elders in de wereld beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer gebruik van water en de effecten ervan beschrijven en de situatie in beide gebieden vergelijken.

 

CE / SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

20%

90 minuten

nee

ja

AK 4.1.2 GT

 

AK/K/6 Water

De kandidaat kan het gebruik van water in de eigen regio beschrijven en verklaren en maatregelen voor duurzamer gebruik van water beschrijven.

Water H7-H8-H9

SE

 

 

 

 

 

 

 

 

De kandidaat kan de herkomst, het voorkomen, de kwaliteit en het gebruik van water in Nederland beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer gebruik van water en de effecten ervan beschrijven.

Weer en Klimaat H1

CE / SE

 

 

 

De kandidaat kan de herkomst, het voorkomen, de kwaliteit en het gebruik van water in een buiten-Europese macroregio en een contrasterende macroregio elders in de wereld beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer gebruik van water en de effecten ervan beschrijven en de situatie in beide gebieden vergelijken.

 

CE / SE

 

 

AK/K/4 Weer en klimaat

De kandidaat kan het weer en klimaat in de eigen regio beschrijven en verklaren.

 

SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

nee

AK 4.2.1 GT

 

AK/K/4 Weer en klimaat

De kandidaat kan Weer en klimaat, klimaatverandering en klimaatbeleid van Nederland en een contrasterende regio elders in Europa beschrijven en verklaren en de situatie in beide gebieden vergelijken.

Weer en Klimaat H2-H3

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

 

De kandidaat kan Weer en klimaat, klimaatverandering en klimaatbeleid in een buiten-Europese macroregio beschrijven en verklaren.

 

CE / SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

20%

90 minuten

nee

ja

AK 4.2.2 GT

 

AK/K/8 Bevolking en ruimte

De kandidaat kan de bevolkingsontwikkeling en het ruimtegebruik in de eigen regio beschrijven en verklaren.

Bevolking en Ruimte H4-5-6

SE

 

 

 

 

 

 

 

 

De kandidaat kan de bevolkingsontwikkeling en het ruimtegebruik in Nederland en een contrasterende regio elders in Europa beschrijven en verklaren en de situatie in beide gebieden vergelijken.

 

CE / SE

 

 

 

De kandidaat kan de bevolkingsontwikkeling en het ruimtegebruik in een buiten-Europese macroregio beschrijven en verklaren.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

+

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

biologie - 191

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

2%

45 minuten

nee

nee

BI 3.1.1 GT

 

BI/K/4 Cellen staan aan de basis

De kandidaat kan:
-  kenmerkend eigenschappen

   van cellen noemen, de
   samenstellende delen
   daarvan noemen, en de
   meest voorkomende
   organisatieniveaus binnen
   organismen noemen
-  beschrijven dat een
   organisme als een geheel
   beschouwd kan worden
   waarbij voor instandhouding
   en  gezondheid van het
   organisme processen in
   onderlinge samenhang
   plaatsvinden.

Thema  Organen en cellen

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

De kandidaat kan:
- kenmerkende eigenschappen
  van cellen noemen, de
  samenstellende delen daarvan
  beschrijven, en de meest
  voorkomende
  organisatieniveaus binnen
  organismen noemen en
  beschrijven
- toelichten dat een organisme
  als een geheel beschouwd kan
  worden waarbij voor
  instandhouding en
  gezondheid van het organisme
  processen in onderlinge
  samenhang plaatsvinden.

 

 

 

 

BI/V/4 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

BI/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

ja

BI 3.1.2 GT

 

BI/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang aangeven van biologische kennis en vaardigheden in de maatschappij.

Thema Voortplanting

SE

 

 

 

 

 

 

 

BI/K/4 Cellen staan aan de basis

De kandidaat kan:
 kenmerkende eigenschappen van cellen noemen, de samenstellende delen daarvan noemen, en de meest voorkomende organisatieniveaus binnen organismen noemen
 beschrijven dat een organisme als een geheel beschouwd kan worden waarbij voor instandhouding en gezondheid van het organisme processen in onderlinge samenhang plaatsvinden.

Thema Ordening en evolutie

CE / SE

 

 

BI/K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms schadelijk

De kandidaat kan de rol van schimmels en bacteriën in het milieu noemen en toelichten.

 

SE

 

 

BI/K/12 Van generatie op generatie

De kandidaat kan voortplanting en groei bij organismen beschrijven, evenals de vorm en functie van seksueel gedrag daarbij.

 

CE / SE

 

 

BI/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

BI/K/13 Erfelijkheid en evolutie

De kandidaat kan beschrijven hoe erfelijke eigenschappen van generatie op generatie worden doorgegeven en toelichten hoe die erfelijke eigenschappen in de tijd kunnen veranderen.

 

CE / SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

3%

45 minuten

nee

nee

BI 3.2.1 GT

 

BI/V/2 Gedrag bij mens en dier

Gedrag bij mens en dier

Thema Gedrag

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

 

De kandidaat kan gedrag van mens en dier op een gestandaardiseerde wijze beschrijven en dat beschreven gedrag verklaren.

Project Microscopie

 

 

 

BI/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
de ontwikkeling van het eigen leervermogen het vermogen met biologische vaktaal en methodieken te communiceren en onderzoek te doen.

 

CE / SE

 

 

BI/V/4 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

ja

BI 3.2.2 GT

 

BI/V/2 Gedrag bij mens en dier

De kandidaat kan de rol en de werking van zenuwstelsel, zintuigstelsel en hormoonstelsel toelichten.

Thema Regeling

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

BI/K/11 Reageren op prikkels

De kandidaat kan:
- de rol en de werking van het
  zenuwstelsel, zintuigstelsel en
  hormoonstelsel toelichten
- beschrijven welke relatie er is
  tussen gedrag en inwendige  
  en uitwendige prikkels.

 

CE / SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

BI 3.3.1 GT

 

BI/K/11 Reageren op prikkels

De kandidaat kan:
- de rol en de werking van het
  zenuwstelsel, zintuigstelsel en
  hormoonstelsel toelichten
- beschrijven welke relatie er is
  tussen gedrag en inwendige
  en uitwendige prikkels.

Thema Zintuigen

 

 

3.3.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

ja

BI 3.3.2 GT

 

BI/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang aangeven van biologische kennis en vaardigheden in de maatschappij.

Thema Stevigheid en beweging

SE

 

 

BI/K/8 Houding, beweging en conditie

De kandidaat kan
- delen die van belang zijn
  voor  stevigheid en beweging
  noemen
- de gevolgen van
  overbelasting noemen en
  beschrijven.

 

SE

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

4.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

nee

BI 4.1.1 GT

 

BI/K/13 Erfelijkheid en evolutie

De kandidaat kan de manier waarop het lichaam zich beschermt tegen antigenen door middel van antistoffen beschrijven en toelichten hoe deze bescherming kunstmatig kan worden verhoogd.

Thema Erfelijkheid

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

BI/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

BI/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang aangeven van biologische kennis en vaardigheden in de maatschappij.

 

SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

20%

90 minuten

nog te bepalen

ja

BI 4.1.2 GT

 

 

De kandidaat kan:
-  de namen van organismen
   opzoeken en de delen waaruit
   ze zijn samengesteld
-  de relaties noemen die ze
   onderling en met hun
   omgeving hebben.

Thema Planten

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

BI/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend

De kandidaat kan:
-  de namen van organismen
   opzoeken en de delen waaruit
   ze zijn samengesteld
-  de relaties noemen en
   toelichten die ze onderling
   en met hun omgeving
   hebben.

Thema Ecologie

CE / SE

 

 

BI/K/7 Mensen beïnvloeden hun omgeving

De kandidaat kan
toelichten dat de mens voor voedsel, water, zuurstof, grondstoffen, energie, voedselproductie en recreatie van ecosystemen afhankelijk is
 beschrijven hoe de mens ecosystemen kan beïnvloeden
En toelichten waarom de mens er belang bij heeft een duurzame relatie tussen mens en milieu te bevorderen.

Thema Mens en milieu

SE

 

 

BI/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

Project Voedselketen

SE

 

 

BI/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

nee

BI 4.2.1 GT

 

BI/K/9 Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport en uitscheiding

De kandidaat kan:
vorm, werking en functie van het verteringsstelsel, bloedvatenstelsel, ademhalingsstelsel  en uitscheidingsstelsel beschrijven
hun onderling verband toelichten.

Thema Voeding en vertering

CE / SE

 

 

 

 

 

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

20%

90 minuten

nee

ja

BI 4.2.2 GT

 

BI/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend

De kandidaat kan:
de namen van organismen opzoeken en de delen waaruit ze zijn samengesteld
de relaties noemen en toelichten die ze onderling en met hun omgeving hebben.

Opslag uitscheiding en bescherming

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

BI/K/7 Mensen beïnvloeden hun omgeving

De kandidaat kan:
toelichten dat de mens voor voedsel, water, zuurstof, grondstoffen, energie, voedselproductie en recreatie van ecosystemen afhankelijk is
beschrijven hoe de mens ecosystemen kan beïnvloeden
en toelichten waarom de mens er belang bij heeft een duurzame relatie tussen mens en milieu te bevorderen.

Thema Gaswisseling

SE

 

 

BI/K/10 Bescherming

De kandidaat kan toelichten hoe (infectie)ziekten zich ontwikkelen, hoe ze zich verspreiden en hoe men zich daartegen beschermt.

 

SE

 

 

BI/K/9 Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport en uitscheiding

De kandidaat kan:
vorm, werking en functie van het verteringsstelsel, bloedvatenstelsel, ademhalingsstelsel  en uitscheidingsstelsel beschrijven hun onderling verband toelichten.

Thema Transport

CE / SE

 

 

BI/V/1 Bescherming en antistoffen

De kandidaat kan de manier waarop het lichaam zich beschermt tegen antigenen door middel van antistoffen beschrijven en toelichten hoe deze bescherming kunstmatig kan worden verhoogd.

 

SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

Duitse taal - 63

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

DU 3.1.1 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Luistervaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en
       spreek- en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid

De kandidaat kan:
−      aangeven welke relevante
        informatie
        een tekst bevat, gegeven een
        bepaalde informatiebehoefte
−      de hoofdgedachte van een
        tekst(gedeelte) aangeven
−      de betekenis van belangrijke
        elementen van een tekst
        aangeven
−     anticiperen op het meest
       waarschijnlijke vervolg van een
       gesprek.

 

CE / SE

 

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

ja

DU 3.1.2 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Schrijfvaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en
       spreek- en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

Wörterliste blz. 40+41 N-D+D-N
H1 Schreibecke E – blz. 44 N-D
H1 Grammatik C+E blz. 44+45
H2 Schreibecke E – blz. 81 N-D
H2 Grammatik C+E blz. 82+83

CE / SE

 

 

MVT/K/4 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie
       een tekst bevat, gegeven een
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     gegevens uit één of meer teksten
       met elkaar vergelijken en daaruit
       conclusies trekken
−     verbanden tussen delen van een
       tekst aangeven.

 

CE / SE

 

 

MVT/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat kan:
−     (persoonlijke) gegevens
       verstrekken
−     een kort bedankje, groet of goede
       wensen schriftelijk overbrengen
−     een briefje schrijven om informatie
       te vragen of te geven, om
       verzoeken of voorstellen te doen
       of daarop te reageren, om
       gevoelens te uiten en ernaar te
       vragen
−     op eenvoudig niveau
       briefconventies gebruiken.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

DU 3.2.1 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Luistervaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie
       een tekst bevat, gegeven een
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     anticiperen op het meest
       waarschijnlijke vervolg van een
       gesprek.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

90 minuten

nee

ja

DU 3.2.2 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Schrijfvaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
        lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
        en spreek- en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

Boek TrabiTour, 4e editie 3GT leren:
H3 Wörterliste blz. 116+117 N-D+D-N H3 Schreibecke E - blz. 118 N-D
H3 Grammatik C+E blz. 120+121
H5 Schreibecke E – blz. 44 N-D
H5 Grammatik C+E blz. 44+45

CE / SE

 

 

MVT/K/4 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie
       een tekst bevat, gegeven een
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     gegevens uit één of meer teksten
       met elkaar vergelijken en daaruit
       conclusies trekken
−     verbanden tussen delen van een
       tekst aangeven.

 

CE / SE

 

 

MVT/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat kan:
−     (persoonlijke) gegevens verstrekken
−     een kort bedankje, groet of goede
       wensen schriftelijk overbrengen
−     een briefje schrijven om informatie
       te vragen of te geven, om verzoeken
       of voorstellen te doen of daarop te
       reageren, om gevoelens te uiten en
       ernaar te vragen
−     op eenvoudig niveau briefconventies
       gebruiken.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

DU 3.3.1 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Luistervaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek- en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie
       een tekst bevat, gegeven een
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     anticiperen op het meest
       waarschijnlijke vervolg van een
       gesprek.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

ja

DU 3.3.2 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Schrijfvaardigheid
Boek TrabiTour, 4e editie 3GT leren:
H6 Wörterliste blz. 78+79 N-D+D-N
H6 Schreibecke E – blz. 81 N-D
H6 Grammatik C+E blz. 82+83
H7 Grammatik C+E blz. 120+121

CE / SE

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek- en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat kan:
−     (persoonlijke) gegevens
       verstrekken
−     een kort bedankje, groet of
       goede wensen schriftelijk
       overbrengen
−     een briefje schrijven om
        informatie te vragen of
        te geven, om verzoeken of
        voorstellen te doen of daarop
        te reageren, om gevoelens
        te uiten en ernaar te vragen
−     op eenvoudig niveau
       briefconventies gebruiken.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

4.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

nee

DU 4.1.1 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Schrijfvaardigheid

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
        lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek- en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/K/4 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie
       een tekst bevat, gegeven een
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     gegevens uit één of meer teksten
       met elkaar vergelijken en daaruit
       conclusies trekken
−     verbanden tussen delen van een
       tekst aangeven.

 

CE / SE

 

 

MVT/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat kan:
−     (persoonlijke) gegevens
       verstrekken
−     een kort bedankje, groet of goede
       wensen schriftelijk overbrengen
−     een briefje schrijven om
       informatie te vragen of
       te geven, om verzoeken of
       voorstellen te doen of daarop
       te reageren, om gevoelens
       te uiten en ernaar te vragen
−     op eenvoudig niveau
       briefconventies gebruiken.

TrabiTour 4GT, 4e editie onderdeel Schreiben

CE / SE

 

 

MVT/V/1 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−     het gebruik van speciale
       stijlmiddelen
        herkennen
−     conclusies trekken met betrekking
       tot het schrijfdoel, de opvattingen,
       de gevoelens van de auteur en tot
       het beoogde publiek.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/3 Kennis van land en samenleving

De kandidaat kan kennis van land en samenleving rond bepaalde onderwerpen toepassen bij het herkennen en interpreteren van cultuuruitingen die specifiek zijn voor het taalgebied of daarmee in directe relatie staan.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (mondeling)

30%

15 minuten

nee

ja

DU 4.1.2 GT

 

MVT/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van de Moderne Vreemde Talen in de maatschappij.

Gespreks-en spreekvaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

 

CE / SE

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en
       spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/K/6 Gespreksvaardigheid

De kandidaat kan:
−     adequaat reageren in veel
       voorkomende sociale contacten,
       zoals begroeten
−     informatie geven en vragen
−     naar een mening/oordeel
       vragen en een mening/oordeel
       geven
−     uitdrukking geven aan en vragen
       naar (persoonlijke) gevoelens
−     een persoon, object of
       gebeurtenis, ook uit het
       verleden en in de
       toekomst, beschrijven.

Trabitour 4GT 4e editie onderdeel Sprechen

CE / SE

 

 

MVT/V/3 Kennis van land en samenleving

De kandidaat kan kennis van land en samenleving rond bepaalde onderwerpen toepassen bij het herkennen en interpreteren van cultuuruitingen die specifiek zijn voor het taalgebied of daarmee in directe relatie staan.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

90 minuten

nee

nee

DU 4.2.1 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Kijk- en luistervaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en
       spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie
       een tekst bevat, gegeven een
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     anticiperen op het meest
       waarschijnlijke vervolg van een
       gesprek.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

ja

DU 4.2.2 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Leesvaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en
       spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

Examenreader GT - door sectie samengesteld en uitgedeeld

CE / SE

 

 

MVT/K/4 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
        informatie
       een tekst bevat, gegeven een
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     gegevens uit één of meer teksten
       met elkaar vergelijken en daaruit
       conclusies trekken
−     verbanden tussen delen van een
       tekst aangeven.

   

CE / SE

 

 

MVT/V/1 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−     het gebruik van speciale
       stijlmiddelen herkennen
−     conclusies trekken met betrekking
       tot het schrijfdoel, de
       opvattingen, de gevoelens
       van de auteur en tot het
       beoogde publiek.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

economie - 233

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

7%

45 minuten

nee

nee

EC 3.1.1 GT

 

EC/K/4A Consumptie

De kandidaat heeft inzicht in aspecten van het consumentengedrag, zoals keuzes, behoeften, inkomen en in de functies van het geld, lenen en sparen en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

H 1-2 Pincode

SE

 

 

 

 

 

 

EC/K/4B Consumptie en consumentenorganisaties

De kandidaat heeft inzicht in het bankwezen, zoals verkrijgen van vreemd geld, spaarvormen en leningsvormen, en in motieven en kenmerken van verzekeringen en kan hierbij informatie van consumentenorganisaties gebruiken.

 

 CE / SE

 

 

EC/K/3 Leervaardigheden in het vak economie

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen en het vermogen met economische vaktaal te communiceren en onderzoek te doen.

 

 CE / SE

 

 

EC/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE 

 

3.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

7%

90 minuten

nee

ja

EC 3.1.2 GT

 

EC/K/4A Consumptie

De kandidaat heeft inzicht in aspecten van het consumentengedrag, zoals keuzes, behoeften, inkomen en in de functies van het geld, lenen en sparen en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

H 1-2-8 Pincode

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

EC/K/4B Consumptie en

De kandidaat heeft inzicht in het bankwezen, zoals verkrijgen van vreemd geld, spaarvormen en leningsvormen, en in motieven en kenmerken van verzekeringen en kan hierbij informatie van consumentenorganisaties gebruiken.

 

CE / SE

 

 

EC/K/7 Internationale ontwikkelingen

De kandidaat heeft inzicht in internationale economische betrekkingen zoals Nederland als open economie, de Europese Unie, ontwikkelingsproblematiek en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

 

CE / SE

 

 

EC/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

EC/K/3 Leervaardigheden in het vak

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen en het vermogen met economische vaktaal te communiceren en onderzoek te doen.

 

CE / SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

5%

n.v.t.

Inleveren op: 8-2-2022

nee

EC 3.2.1 GT

 

EC/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat heeft inzicht in aspecten van het consumentengedrag, zoals keuzes,

Gekoppeld aan H 3-4 Pincode

SE

 

 

 

 

 

 

 

EC/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

EC/K/3 Leervaardigheden in het vak

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen en het vermogen met economische vaktaal te communiceren en onderzoek te doen.

 

CE / SE

 

 

EC/K/4A Consumptie

De kandidaat heeft inzicht in aspecten van het consumentengedrag, zoals keuzes, behoeften, inkomen en in de functies van het geld, lenen en sparen en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

 

CE / SE

 

 

EC/K/4B Consumptie en

De kandidaat heeft inzicht in het bankwezen, zoals verkrijgen van vreemd geld, spaarvormen en leningsvormen, en in motieven en kenmerken van verzekeringen en kan hierbij informatie van consumentenorganisaties gebruiken.

 

CE / SE

 

 

EC/K/8 Natuur en milieu

De kandidaat heeft inzicht in de samenhang tussen consumptie, productie en het milieu, en kan aan de hand van voorbeelden op het gebied van milieuschade de rol van overheid, maatschappelijke organisaties en individuele personen beschrijven.

 

SE

 

 

EC/V/2 Verwerven, verwerken en

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

 SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

7%

90 minuten

nee

ja

EC 3.2.2 GT

 

EC/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

H 2-5-8 Pincode

SE

 

 

 

 

 

 

 

EC/K/3 Leervaardigheden in het vak

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen en het vermogen met economische vaktaal te communiceren en onderzoek te doen.

 

CE / SE

 

 

EC/K/4A Consumptie

De kandidaat heeft inzicht in aspecten van het consumentengedrag, zoals keuzes, behoeften, inkomen en in de functies van het geld, lenen en sparen en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

 

CE / SE

 

 

EC/K/5A Arbeid en productie

De kandidaat heeft inzicht in aspecten van het producentengedrag zoals kosten, opbrengsten, winst, toegevoegde waarde, arbeid, arbeidsverdeling, arbeidsproductiviteit, werkgelegenheid, werkloosheid en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

 

CE / SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

7%

90 minuten

nee

nee

EC 3.3.1 GT

 

EC/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

H 5-7-8 Pincode

SE

 

 

 

 

 

 

 

EC/K/3 Leervaardigheden in het vak

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen en het vermogen met economische vaktaal te communiceren en onderzoek te doen.

 

CE / SE

 

 

EC/K/5A Arbeid en productie

De kandidaat heeft inzicht in aspecten van het producentengedrag zoals kosten, opbrengsten, winst, toegevoegde waarde, arbeid, arbeidsverdeling, arbeidsproductiviteit, werkgelegenheid, werkloosheid en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

 

CE / SE

 

 

EC/K/6 Overheid en bestuur

De kandidaat heeft inzicht in de sociale, economische en financiële functies van de overheid en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

 

CE / SE

 

 

EC/K/7 Internationale ontwikkelingen

De kandidaat heeft inzicht in internationale economische betrekkingen zoals Nederland als open economie, de Europese Unie, ontwikkelingsproblematiek en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

 

CE / SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

7%

90 minuten

nee

ja

EC 3.3.2 GT

 

EC/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

H 5-6-7 Pincode

SE

 

 

 

 

 

 

 

EC/K/3 Leervaardigheden in het vak

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen en het vermogen met economische vaktaal te communiceren en onderzoek te doen.

 

CE / SE

 

 

EC/K/5B Arbeid en bedrijfsleven

De kandidaat heeft inzicht in de productie van goederen en diensten en in de fasen die een product doorloopt vanaf de producent van grondstoffen tot en met de detaillist/ winkelier, en kan voorbeelden geven van beroepen/ werkzaamheden die typerend zijn voor verschillende economische sectoren.

 

CE / SE

 

 

EC/K/6 Overheid en bestuur

De kandidaat heeft inzicht in de sociale, economische en financiële functies van de overheid en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

4.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

EC 4.1.1 GT

 

EC/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

H 1-2 Pincode

SE

 

 

 

 

 

 

 

EC/K/3 Leervaardigheden in het vak

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen en het vermogen met economische vaktaal te communiceren en onderzoek te doen.

 

CE / SE

 

 

EC/K/4A Consumptie

De kandidaat heeft inzicht in aspecten van het consumentengedrag, zoals keuzes, behoeften, inkomen en in de functies van het geld, lenen en sparen en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

 

CE / SE

 

 

EC/K/4B Consumptie en

De kandidaat heeft inzicht in het bankwezen, zoals verkrijgen van vreemd geld, spaarvormen en leningsvormen, en in motieven en kenmerken van verzekeringen en kan hierbij informatie van consumentenorganisaties gebruiken.

 

CE / SE

 

 

EC/V/1 Verrijkingsstof

De kandidaat heeft inzicht in de achtergronden van de problematiek betreffende:
-      de ontwikkeling van het
       begrotingstekort en de
       staatsschuld
-      de systematiek en uitgangspunten
       van loon- en inkomstenbelasting
-      de oorzaken en gevolgen van de
       waardeverandering van geld
-      de prijscompensatie als middel om
       koopkrachtverlies tegen te gaan
       en kan dit inzicht toepassen in een
       gegeven casus.

 

CE / SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

15%

90 minuten

nee

ja

EC 4.1.2 GT

 

EC/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

H 1-2-3-4 Pincode

SE

 

 

 

 

 

 

 

EC/K/3 Leervaardigheden in het vak

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen en het vermogen met economische vaktaal te communiceren en onderzoek te doen.

 

CE / SE

 

 

EC/K/4A Consumptie

De kandidaat heeft inzicht in aspecten van het consumentengedrag, zoals keuzes, behoeften, inkomen en in de functies van het geld, lenen en sparen en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

 

CE / SE

 

 

EC/K/4B Consumptie en

De kandidaat heeft inzicht in het bankwezen, zoals verkrijgen van vreemd geld, spaarvormen en leningsvormen, en in motieven en kenmerken van verzekeringen en kan hierbij informatie van consumentenorganisaties gebruiken.

 

CE / SE

 

 

EC/K/5B Arbeid en bedrijfsleven

De kandidaat heeft inzicht in de productie van goederen en diensten en in de fasen die een product doorloopt vanaf de producent van grondstoffen tot en met de detaillist/ winkelier, en kan voorbeelden geven van beroepen/ werkzaamheden die typerend zijn voor verschillende economische sectoren.

 

CE / SE

 

 

EC/V/1 Verrijkingsstof

De kandidaat heeft inzicht in de achtergronden van de problematiek betreffende:
-      de ontwikkeling van het
       begrotingstekort en de
       staatsschuld
-      de systematiek en uitgangspunten
        van loon- en inkomstenbelasting
-      de oorzaken en gevolgen van de
       waardeverandering van geld
-      de prijscompensatie als middel om
        koopkrachtverlies tegen te gaan
       en kan dit inzicht toepassen in een
       gegeven casus.

 

CE / SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

15%

90 minuten

nee

nee

EC 4.2.1 GT

 

EC/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

H 3-4-5-6 Pincode

SE

 

 

 

 

 

 

 

EC/K/3 Leervaardigheden in het vak

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen en het vermogen met economische vaktaal te communiceren en onderzoek te doen.

 

CE / SE

 

 

EC/K/5A Arbeid en productie

De kandidaat heeft inzicht in aspecten van het producentengedrag zoals kosten, opbrengsten, winst, toegevoegde waarde, arbeid, arbeidsverdeling, arbeidsproductiviteit, werkgelegenheid, werkloosheid en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

 

CE / SE

 

 

EC/K/5B Arbeid en bedrijfsleven

De kandidaat heeft inzicht in de productie van goederen en diensten en in de fasen die een product doorloopt vanaf de producent van grondstoffen tot en met de detaillist/ winkelier, en kan voorbeelden geven van beroepen/ werkzaamheden die typerend zijn voor verschillende economische sectoren.

 

CE / SE

 

 

EC/K/7 Internationale ontwikkelingen

De kandidaat heeft inzicht in internationale economische betrekkingen zoals Nederland als open economie, de Europese Unie, ontwikkelingsproblematiek en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

 

CE / SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

25%

90 minuten

nee

ja

EC 4.2.2 GT

 

EC/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

H 3-4-5-6-7-8 Pincode

SE

 

 

 

 

 

 

 

EC/K/3 Leervaardigheden in het vak

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen en het vermogen met economische vaktaal te communiceren en onderzoek te doen.

 

CE / SE

 

 

EC/K/5A Arbeid en productie

De kandidaat heeft inzicht in aspecten van het producentengedrag zoals kosten, opbrengsten, winst, toegevoegde waarde, arbeid, arbeidsverdeling, arbeidsproductiviteit, werkgelegenheid, werkloosheid en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

 

CE / SE

 

 

EC/K/5B Arbeid en bedrijfsleven

De kandidaat heeft inzicht in de productie van goederen en diensten en in de fasen die een product doorloopt vanaf de producent van grondstoffen tot en met de detaillist/ winkelier, en kan voorbeelden geven van beroepen/ werkzaamheden die typerend zijn voor verschillende economische sectoren.

 

CE / SE

 

 

EC/K/7 Internationale ontwikkelingen

De kandidaat heeft inzicht in internationale economische betrekkingen zoals Nederland als open economie, de Europese Unie, ontwikkelingsproblematiek en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

Engelse taal - 71

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

EN 3.1.1 GT

 

MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie
       een tekst bevat, gegeven een
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     anticiperen op het meest
       waarschijnlijke vervolg van een
       gesprek.

Luistervaardigheid a.d.h.v. methodetoets HS 1: woorden + Stoneszinnen HS 1
Aangevuld met luisterfragmenten van CITO KB

SE

 

 

 

 

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie
       een tekst bevat, gegeven een
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     gegevens uit één of meer
       teksten met elkaar vergelijken
       en daaruit conclusies trekken
−     verbanden tussen delen van een
       tekst aangeven.

 

SE

 

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

 

SE

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

ja

EN 3.1.2 GT

 

MVT/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat kan:
−     (persoonlijke) gegevens
       verstrekken
−     een kort bedankje, groet of
       goede wensen schriftelijk
       overbrengen
−    een briefje schrijven om
       informatie te vragen of te
       geven, om verzoeken of
       voorstellen te doen of daarop
       te reageren, om gevoelens te
       uiten en ernaar te vragen
−     op eenvoudig niveau
       briefconventies gebruiken.

Schrijfvaardigheid + woordenschat+grammatica a.d.h.v. methodetoets HS 1+2

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

 

SE

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie
       een tekst bevat, gegeven een
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     gegevens uit één of meer
       teksten met elkaar vergelijken
       en daaruit conclusies trekken
−     verbanden tussen delen van een
       tekst aangeven.

 

SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

EN 3.2.1 GT

 

MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie
       een tekst bevat, gegeven een
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     anticiperen op het meest
       waarschijnlijke vervolg van een
       gesprek.

Luistervaardigheid a.d.h.v. methodetoets HS 3: woorden + Stoneszinnen HS 3
Aangevuld met luisterfragmenten van CITO KB

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie
       een tekst bevat, gegeven een
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     gegevens uit één of meer
       teksten met elkaar vergelijken
       en daaruit conclusies trekken
−     verbanden tussen delen van een
       tekst aangeven.

 

SE

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

 

SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

ja

EN 3.2.2 GT

 

MVT/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat kan:
−     (persoonlijke) gegevens
       verstrekken
−     een kort bedankje, groet of
       goede wensen schriftelijk
       overbrengen
−     een briefje schrijven om
        informatie te vragen of
        te geven, om verzoeken of
       voorstellen te doen of
       daarop te reageren, om
       gevoelens te uiten en
       ernaar te vragen
−     op eenvoudig niveau
        briefconventies gebruiken.

Schrijfvaardigheid + woordenschat+grammatica a.d.h.v. methodetoets HS 3+4

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

 

SE

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie
       een tekst bevat, gegeven een
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     gegevens uit één of meer
       teksten met elkaar vergelijken
       en daaruit conclusies trekken
−     verbanden tussen delen van een
       tekst aangeven.

 

SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

90 minuten

nee

nee

EN 3.3.1 GT

 

MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie
       een tekst bevat, gegeven een 
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     anticiperen op het meest
       waarschijnlijke vervolg van een
       gesprek.

CITO kijk-luistertoets KB 2010

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie een tekst bevat,
       gegeven een bepaalde
       informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     gegevens uit één of meer
       teksten met elkaar vergelijken
       en daaruit conclusies trekken
−     verbanden tussen delen van een
        tekst aangeven.

 

SE

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

 

SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

ja

EN 3.3.2 GT

 

MVT/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat kan:
−     (persoonlijke) gegevens
       verstrekken
−     een kort bedankje, groet of
       goede wensen schriftelijk
       overbrengen
−     een briefje schrijven om
        informatie te vragen of te
        geven, om verzoeken of
        voorstellen te doen of daarop te
        reageren, om gevoelens te
        uiten en ernaar te vragen
−     op eenvoudig niveau
       briefconventies gebruiken.

Schrijfvaardigheid + woordenschat+grammatica a.d.h.v. methodetoets (herhaling HS 1,2,3,4) + HS 5+6

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

 

SE

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie
       een tekst bevat, gegeven een
       bepaalde informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     gegevens uit één of meer
       teksten met elkaar vergelijken
       en daaruit conclusies trekken
−     verbanden tussen delen van een
       tekst aangeven.

 

SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

4.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

nee

EN 4.1.1 GT

 

MVT/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat kan:
−     (persoonlijke) gegevens
       verstrekken
−     een kort bedankje, groet of
       goede wensen schriftelijk
       overbrengen
−     een briefje schrijven om
       informatie te vragen of
       te geven, om verzoeken
       of voorstellen te doen of
       daarop te reageren,
       om gevoelens te uiten en
       ernaar te vragen
−     op eenvoudig niveau
       briefconventies gebruiken.

Schrijfvaardigheid a.d.h.v. methodetoets HS 1

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

 

SE

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/V/3 Kennis van land en samenleving

De kandidaat kan kennis van land en samenleving rond bepaalde onderwerpen toepassen bij het herkennen en interpreteren van cultuuruitingen die specifiek zijn voor het taalgebied of daarmee in directe relatie staan.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie een tekst bevat,
       gegeven een bepaalde
       informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     anticiperen op het meest
       waarschijnlijke vervolg van een
       gesprek.

 

SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (mondeling)

30%

15 minuten

nee

ja

EN 4.1.2 GT

 

MVT/K/6 Gespreksvaardigheid

De kandidaat kan:
−     adequaat reageren in veel
       voorkomende sociale contacten,
       zoals begroeten
−     informatie geven en vragen
−     naar een mening/oordeel
       vragen en een mening/oordeel
       geven
−     uitdrukking geven aan en
       vragen naar (persoonlijke)
       gevoelens
−     een persoon, object of
       gebeurtenis, ook uit het
       verleden en in de
       toekomst, beschrijven.

Doel: gesprekje over gekozen onderwerp(en) + korte vragen kunnen beantwoorden n.a.v. het onderwerp. Tip: praat zoals je altijd praat, alleen nu in het Engels.

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van de Moderne Vreemde Talen in de maatschappij.

 

SE

 

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

 

SE

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/V/3 Kennis van land en samenleving

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

90 minuten

nee

nee

EN 4.2.1 GT

 

MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie een tekst bevat,
       gegeven een bepaalde
       informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     anticiperen op het meest
       waarschijnlijke vervolg van een
       gesprek.

Luister-/kijkvaardigheid "volgens" CITO. Bij dit onderdeel KAN/ZAL geoefend worden met luistermateriaal van British Council op diverse, gepaste niveaus, dit zal zowel in de klas als thuis (moeten) gebeuren, alsmede (CITO)toetsen uit eerdere/voorgaande jaren.  Afname  CITO 2017 KB+GT (audio+video)

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

 

CE / SE

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie een tekst bevat,
       gegeven een bepaalde
       informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     anticiperen op het meest
       waarschijnlijke vervolg van een
       gesprek.

 

SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

ja

EN 4.2.2 GT

 

MVT/K/4 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie een tekst bevat,
       gegeven een bepaalde
        informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     gegevens uit één of meer
       teksten met elkaar vergelijken
       en daaruit conclusies trekken
−     verbanden tussen delen van een
       tekst aangeven.

Examenjargon stencil + signaalwoorden examentraining. Oefenen met signaalwoorden

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

 

SE

 

 

MVT/V/1 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−     het gebruik van speciale
       stijlmiddelen herkennen
−     conclusies trekken met
       betrekking tot het schrijfdoel,
       de opvattingen, de gevoelens
       van de auteur en tot het
       beoogde publiek.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

Franse taal - 53

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

FA 3.1.1 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Luistervaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en - spreek en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
        taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

Oefenen: stof uit leerjaar 1 - 2 + Grandes Lignes 3 (hoofdstuk 0-1)

CE / SE

 

 

MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid

De kandidaat kan:
−    aangeven welke relevante
      informatie een tekst bevat,
      gegeven een bepaalde
      informatiebehoefte
−   de hoofdgedachte van een
      tekst(gedeelte) aangeven
−    de betekenis van belangrijke
      elementen van een tekst
      aangeven
−     anticiperen op het meest
       waarschijnlijke vervolg van een
       gesprek.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

ja

FA 3.1.2 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Schrijfvaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en
       spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 Boek Grandes Lignes 3 VMBO-GT  Hoofdstuk 1: Grammatica en vocabulaire

CE / SE

 

 

MVT/K/4 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie een tekst bevat,
       gegeven een bepaalde
       informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     gegevens uit één of meer teksten
       met elkaar vergelijken en daaruit
       conclusies trekken
−     verbanden tussen delen van een
        tekst aangeven.

Uitgereikte stencil  (leerstof jaar 1-2):

CE / SE

 

 

MVT/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat kan:
−     (persoonlijke) gegevens
       verstrekken
−     een kort bedankje, groet of goede
       wensen schriftelijk overbrengen
−     een briefje schrijven om
       informatie te vragen of te geven,
       om verzoeken of voorstellen te
       doen of daarop te reageren, om
       gevoelens te uiten en ernaar te
       vragen
−     op eenvoudig niveau
       briefconventies gebruiken.

Regelmatige werkwoorden op ER, RE en IR en de onregelmatige werkwoorden Avoir, Être en faire + de grammaticaregel  van bijvoeglijk naamwoord en bezittelijke voornaamwoorden toepassen.

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

FA 3.2.1 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Luistervaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en
       spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 Stof uit leerjaar 1 - 2 + Hoofdstukken 1- 2.

CE / SE

 

 

MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
        informatie een tekst bevat,
        gegeven een bepaalde
        informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     anticiperen op het meest
       waarschijnlijke vervolg van een
       gesprek.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

ja

FA 3.2.2 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Schrijfvaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-,
       en spreek-en gespreksdoelen
−    de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

Grandes Lignes 3 TL + uitgereikte stencil

CE / SE

 

 

MVT/K/4 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−    aangeven welke relevante
      informatie een tekst bevat,
      gegeven een bepaalde
       informatiebehoefte
−    de hoofdgedachte van een
      tekst(gedeelte) aangeven
−    de betekenis van belangrijke
      elementen van een tekst aangeven
−    gegevens uit één of meer teksten
      met elkaar vergelijken en daaruit
      conclusies trekken
−    verbanden tussen delen van een
      tekst aangeven.

Leren: H2 en H3 de grammaticaregels en de vocabulaire (ook uit uitgereikte stencil)

CE / SE

 

 

MVT/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat kan:
−     (persoonlijke) gegevens
       verstrekken
−     een kort bedankje, groet of goede
       wensen schriftelijk overbrengen
−     een briefje schrijven om
       informatie te vragen of te geven,
       om verzoeken of voorstellen te
       doen of daarop te reageren, om
       gevoelens te uiten en ernaar te
       vragen
−     op eenvoudig niveau
       briefconventies gebruiken.

 schrijven over school, vakken, docenten en toekomst.

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

de grammatica van de verschillende tijden: passé composé, présent en de futur.

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

nee

FA 3.3.1 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Luistervaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en
       spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
      cultuuruitingen

Alle leerstof sinds jaar 1

CE / SE

 

 

MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie een tekst bevat,
       gegeven een bepaalde
       informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     anticiperen op het meest
       waarschijnlijke vervolg van een
       gesprek.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

ja

FA 3.3.2 GT

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en
       spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
        taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

Schrijfvaardigheid

Grandes Lignes 3 TL + uitgereikte stencil

CE / SE

 

 

MVT/K/4 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−      aangeven welke relevante
        informatie een tekst bevat,
        gegeven een bepaalde
        informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
        tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     gegevens uit één of meer teksten
       met elkaar vergelijken en daaruit
       conclusies trekken
−     verbanden tussen delen van een
       tekst aangeven.

Leren: H3, H4 en H5 de grammaticaregels en de vocabulaire

CE / SE

 

 

MVT/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat kan:
−     (persoonlijke) gegevens
       verstrekken
−     een kort bedankje, groet of
       goede wensen schriftelijk
       overbrengen
−     een briefje schrijven om
       informatie te vragen of te geven,
       om verzoeken of voorstellen te
       doen of daarop te reageren, om
       gevoelens te uiten en
       ernaar te vragen
−     op eenvoudig niveau
       briefconventies gebruiken.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

4.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

nee

FA 4.1.1 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Schrijfvaardigheid

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en
       spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
        taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

Leren uit boek Grandes Lignes: H9 (de vocabulaire en grammatica) + H11 (oefenen).

CE / SE

 

 

MVT/K/4 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie een tekst bevat,
       gegeven een bepaalde
       informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     gegevens uit één of meer teksten
       met elkaar vergelijken en daaruit
       conclusies trekken
−     verbanden tussen delen van een
       tekst aangeven.

 

CE / SE

 

 

MVT/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat kan:
−    (persoonlijke) gegevens
      verstrekken
−    een kort bedankje, groet of goede
      wensen schriftelijk overbrengen
−    een briefje schrijven om informatie
      te vragen of te geven, om
      verzoeken of voorstellen te doen
      of daarop te reageren, om
      gevoelens te uiten en
      ernaar te vragen
−    op eenvoudig niveau
      briefconventies gebruiken.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/3 Kennis van land en samenleving

De kandidaat kan kennis van land en samenleving rond bepaalde onderwerpen toepassen bij het herkennen en interpreteren van cultuuruitingen die specifiek zijn voor het taalgebied of daarmee in directe relatie staan.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/1 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−     het gebruik van speciale
       stijlmiddelen herkennen
−     conclusies trekken met betrekking
       tot het schrijfdoel, de
       opvattingen, de gevoelens van
       de auteur en tot het beoogde
       publiek.

 

CE / SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (mondeling)

30%

15 minuten

nee

ja

FA 4.1.2 GT

 

MVT/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van de Moderne Vreemde Talen in de maatschappij.

Gesprek- & Spreekvaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Leren: uitgereikte reader, gemaakt door sectie Frans en H10 van Grandes Lignes

CE / SE

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en
       spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

 

CE / SE

 

 

MVT/K/6 Gespreksvaardigheid

De kandidaat kan:
−     adequaat reageren in veel
       voorkomende sociale contacten,
       zoals begroeten
−     informatie geven en vragen
−     naar een mening/oordeel vragen
       en een mening/oordeel geven
−     uitdrukking geven aan en vragen
       naar (persoonlijke) gevoelens
−     een persoon, object of
       gebeurtenis, ook uit het verleden
       en in de toekomst, beschrijven.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/3 Kennis van land en samenleving

De kandidaat kan kennis van land en samenleving rond bepaalde onderwerpen toepassen bij het herkennen en interpreteren van cultuuruitingen die specifiek zijn voor het taalgebied of daarmee in directe relatie staan.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

90 minuten

nee

nee

FA 4.2.1 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Luister - en kijkvaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en
       spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

Leren: Hoofdstuk 12 Grandes Lignes

CE / SE

 

 

MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid

De kandidaat kan:
−     aangeven welke relevante
       informatie een tekst bevat,
       gegeven een bepaalde
       informatiebehoefte
−     de hoofdgedachte van een
       tekst(gedeelte) aangeven
−     de betekenis van belangrijke
       elementen van een tekst
       aangeven
−     anticiperen op het meest
       waarschijnlijke vervolg van een
       gesprek.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

ja

FA 4.2.2 GT

 

MVT/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Leesvaardigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

MVT/K/3 Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
−     het bereiken van verschillende
       lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en
       spreek-en gespreksdoelen
−     de bevordering van het eigen
       taalleerproces
−     het compenseren van eigen
       tekortschietende taalkennis of
       communicatieve kennis.
−     kennis van land en samenleving
       toepassen bij het herkennen van
       cultuuruitingen

Leren: Examenreader GT [door sectie gemaakt en aan kandidaat uitgereikt] en H 13 Grandes Lignes

CE / SE

 

 

MVT/K/4 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−    aangeven welke relevante
      informatie een tekst bevat,
      gegeven een bepaalde
      informatiebehoefte
−    de hoofdgedachte van een
      tekst(gedeelte) aangeven
−    de betekenis van belangrijke
      elementen van een tekst
      aangeven
−    gegevens uit één of meer teksten
      met elkaar vergelijken en daaruit
      conclusies trekken
−    verbanden tussen delen van een
      tekst aangeven.

 

CE / SE

 

 

MVT/V/1 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
−     het gebruik van speciale
       stijlmiddelen herkennen
−     conclusies trekken met betrekking
       tot het schrijfdoel, de opvattingen,
       de gevoelens van de auteur en
       tot het beoogde publiek.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

geschiedenis en staatsinrichting - 125

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

GS 3.1.1 GT

 

GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van geschiedenis en staatsinrichting in de maatschappij.

H1 Industriële revolutie. Paragraaf 1.1 en 1.2

SE

 

 

 

 

 

 

GS/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
-      de ontwikkeling van het eigen
       leervermogen
-      het vermogen om met voor
       geschiedenis en staatsinrichting
       geëigende vaktaal en methodieken
       te communiceren en onderzoek te
       doen.

 

CE / SE

 

 

GS/K/6 De industriële samenleving in Nederland

De kandidaat kan herkennen en benoemen hoe het proces van industrialisatie de Nederlandse samenleving ingrijpend veranderd heeft vanaf de tweede helft van de 19e  eeuw.

 

CE / SE

 

 

GS/V/2 Nederland en Europa

De kandidaat kan herkennen en beschrijven op welke wijze de Europese samenwerking zich na 1945 ontwikkeld heeft en welke invloed de Europese Unie heeft op (de identiteit van) de Nederlandse samenleving.

 

SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

ja

GS 3.1.2 GT

 

GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van geschiedenis en staatsinrichting in de maatschappij.

H1 Industriële revolutie Paragraaf 1.1 t/m 1.4

SE

 

 

 

 

 

 

 

GS/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
-      de ontwikkeling van het eigen
       leervermogen
-      het vermogen om met voor
       geschiedenis en staatsinrichting
       geëigende vaktaal en methodieken
       te  communiceren en onderzoek te
       doen.
 

 

CE / SE

 

 

GS/K/6 De industriële samenleving in Nederland

De kandidaat kan herkennen en benoemen hoe het proces van industrialisatie de Nederlandse samenleving ingrijpend veranderd heeft vanaf de tweede helft van de 19e  eeuw.

 

CE / SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

GS 3.2.1 GT

 

GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van geschiedenis en staatsinrichting in de maatschappij.

H2 Sociale Zekerheid en verzorgingsstaat. Paragraaf 1.1 en 1.2

SE

 

 

 

 

 

 

 

GS/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
-      de ontwikkeling van het eigen
       leervermogen
-      het vermogen om met voor
       geschiedenis en staatsinrichting
       geëigende vaktaal en methodieken
       te communiceren en onderzoek
       te doen.

 

CE / SE

 

 

GS/K/7 Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in Nederland

De kandidaat kan herkennen en benoemen welke ontwikkelingen zich op het terrein van de sociale zekerheid vanaf de tweede helft van de 19e  eeuw hebben voorgedaan die geleid hebben tot de huidige, herziene verzorgingsstaat.

 

CE / SE

 

 

GS/V/3 De verhouding mens - milieu

De kandidaat kan herkennen en beschrijven op welke manier de mens in heden en verleden het milieu heeft beïnvloed en welke oplossingen er bedacht zijn en worden voor ontstane milieuproblemen.

 

SE

 

 

GS/V/7 Verwerven en verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

SE

 

 

GS/V/8 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

ja

GS 3.2.2 GT

 

GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van geschiedenis en staatsinrichting in de maatschappij.

H2 Sociale zekerheid en verzorgingsstaat. H2 paragraaf 2,1 t/m 2.4

SE

 

 

 

 

 

 

 

GS/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
-      de ontwikkeling van het eigen
       leervermogen
-      het vermogen om met voor
       geschiedenis en staatsinrichting
       geëigende vaktaal en
       methodieken te communiceren
       en onderzoek te doen.

 

CE / SE

 

 

GS/K/7 Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in Nederland

De kandidaat kan herkennen en benoemen welke ontwikkelingen zich op het terrein van de sociale zekerheid vanaf de tweede helft van de 19e  eeuw hebben voorgedaan die geleid hebben tot de huidige, herziene verzorgingsstaat.

 

CE / SE

 

 

GS/V/4 Ontwikkeling van de gezondheidszorg in Nederland

De kandidaat kan herkennen en beschrijven op welke wijze de gezondheidszorg zich in Nederland vanaf de 19e eeuw ontwikkeld heeft en ingaan op moreel-ethische gevolgen daarvan.

 

SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

GS 3.3.1 GT

 

GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van geschiedenis en staatsinrichting in de maatschappij.

H5 Koude Oorlog paragraaf 5.1 en 5.2

SE

 

 

 

 

 

 

 

GS/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
-      de ontwikkeling van het eigen
       leervermogen
-      het vermogen om met voor
       geschiedenis en staatsinrichting
       geëigende vaktaal en methodieken
       te communiceren en onderzoek
       te doen.

 

CE / SE

 

 

GS/K/9 De Koude Oorlog

De kandidaat kan het ontstaan, verloop en einde van de Koude Oorlog herkennen, en benoemen welke oorzaken en gevolgen deze periode voor de wereldpolitiek in het algemeen en voor Europa in het bijzonder heeft gehad.

 

CE / SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

ja

GS 3.3.2 GT

 

GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van geschiedenis en staatsinrichting in de maatschappij.

H5 Koude Oorlog paragraaf 5.1 t/m 5.4

SE

 

 

 

 

 

 

 

GS/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
-      de ontwikkeling van het eigen
        leervermogen
-      het vermogen om met voor
        geschiedenis en staatsinrichting
        geëigende vaktaal en
        methodieken te communiceren
        en onderzoek te doen.

 

CE / SE

 

 

GS/K/9 De Koude Oorlog

De kandidaat kan het ontstaan, verloop en einde van de Koude Oorlog herkennen, en benoemen welke oorzaken en gevolgen deze periode voor de wereldpolitiek in het algemeen en voor Europa in het bijzonder heeft gehad.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

4.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

15%

45 minuten

nee

nee

GS 4.1.1 GT

 

GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van geschiedenis en staatsinrichting in de maatschappij.

H3 Nederland en Indonesië. Paragraaf 3.1 en 3.2.

SE

 

 

 

 

 

 

 

GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
-      de ontwikkeling van het eigen
       leervermogen
-      het vermogen om met voor
       geschiedenis en staatsinrichting
       geëigende vaktaal en methodieken
       te communiceren en onderzoek te
       doen.
 

 

CE / SE

 

 

GS/K/4 De koloniale relatie Indonesië - Nederland

De kandidaat kan herkennen en benoemen op welke wijze de koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland zich in de loop der tijd ontwikkeld heeft en bijgedragen heeft aan de dekolonisatie/onafhankelijkheid van Indonesië.

 

CE / SE

 

 

GS/K/10 Historisch overzicht vanaf 1900

De kandidaat kan herkennen en benoemen welke belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen zich in de Nederlandse en (West-)Europese geschiedenis vanaf 1900 hebben voorgedaan.

 

CE / SE

 

 

GS/V/7 Verwerven en verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

SE

 

 

GS/V/8 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

15%

45 minuten

nee

ja

GS 4.1.2 GT

 

GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van geschiedenis en staatsinrichting in de maatschappij.

H3 Nederland en Indonesië. Paragraaf 3.1 t/m 3.5

SE

 

 

 

 

 

 

 

GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
-      de ontwikkeling van het eigen
       leervermogen
-      het vermogen om met voor
       geschiedenis en staatsinrichting
       geëigende vaktaal en methodieken
       te communiceren en onderzoek
       te doen.

 

CE / SE

 

 

GS/K/4 De koloniale relatie Indonesië - Nederland

De kandidaat kan herkennen en benoemen op welke wijze de koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland zich in de loop der tijd ontwikkeld heeft en bijgedragen heeft aan de dekolonisatie/onafhankelijkheid van Indonesië.

 

CE / SE

 

 

GS/K/7 Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in Nederland

De kandidaat kan herkennen en benoemen welke ontwikkelingen zich op het terrein van de sociale zekerheid vanaf de tweede helft van de 19e  eeuw hebben voorgedaan die geleid hebben tot de huidige, herziene verzorgingsstaat.

 

CE / SE

 

 

GS/K/10 Historisch overzicht vanaf 1900

De kandidaat kan herkennen en benoemen welke belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen zich in de Nederlandse en (West-)Europese geschiedenis vanaf 1900 hebben voorgedaan.

 

CE / SE

 

 

GS/V/7 Verwerven en verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

SE

 

 

GS/V/8 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

n.v.t.

Inleveren op: 14-02-2022

nee

GS 4.2.1 GT

 

GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van geschiedenis en staatsinrichting in de maatschappij.

H6 Cultuur en mentaliteit na 1945 paraaf 6.1 t/m 6.4

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
-      de ontwikkeling van het eigen
       leervermogen
-      het vermogen om met voor
       geschiedenis en staatsinrichting
       geëigende vaktaal en methodieken
       te communiceren en onderzoek
       te doen.

 

CE / SE

 

 

GS/K/4 De koloniale relatie Indonesië - Nederland

De kandidaat kan herkennen en benoemen op welke wijze de koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland zich in de loop der tijd ontwikkeld heeft en bijgedragen heeft aan de dekolonisatie/onafhankelijkheid van Indonesië.

 

CE / SE

 

 

GS/K/7 Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in Nederland

De kandidaat kan herkennen en benoemen welke ontwikkelingen zich op het terrein van de sociale zekerheid vanaf de tweede helft van de 19e  eeuw hebben voorgedaan die geleid hebben tot de huidige, herziene verzorgingsstaat.

 

CE / SE

 

 

GS/K/8 Cultureel - mentale ontwikkelingen in Nederland na 1945

De kandidaat kan herkennen en benoemen welke cultureel-maatschappelijke ontwikkelingen zich na de Tweede Wereldoorlog hebben voorgedaan en welke gevolgen deze ontwikkelingen gehad hebben voor de Nederlandse samenleving.

 

CE / SE

 

 

GS/K/10 Historisch overzicht vanaf 1900

De kandidaat kan herkennen en benoemen welke belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen zich in de Nederlandse en (West-)Europese geschiedenis vanaf 1900 hebben voorgedaan.

 

CE / SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

15%

45 minuten

nee

ja

GS 4.2.2 GT

 

GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
-      de ontwikkeling van het eigen
       leervermogen
-      het vermogen om met voor
       geschiedenis en staatsinrichting
       geëigende vaktaal en methodieken
       te communiceren en onderzoek
       te doen.

H1 Nederland na 1848 tot 1914 paragraaf 1.1 t/m 1.4

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

GS/K/5 Staatsinrichting van Nederland

De kandidaat kan herkennen en benoemen hoe de Nederlandse rechtsstaat/staatsinrichting zich vanaf 1848 tot nu ontwikkeld heeft en deze ontwikkelingen in verband brengen met belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen in de Nederlandse geschiedenis vanaf 1848.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

kunstvakken II beeldende vakken – handvaardigheid/handenarbeid - 417

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

8%

720 minuten

nog te bepalen

nee

BHA 3.1.1 GT

 

BV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat oriënteert zich op het belang van beeldende kunst en vormgeving in de maatschappij.

Voorbereidende opdracht in de les

SE

 

 

 

 

 

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Voorbereidende opdrachten

SE

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

Voorbereidende opdrachten en thema opdracht

CE / SE

 

 

BV/K/4 Beeldend werk, productief

De kandidaat kan naar aanleiding van een probleemstelling
- autonoom en toegepast
- beeldend werk maken.

Thema opdracht: oriënteren-beeldend onderzoek-vaststellen ontwerp en uitvoering definitief werk in de les

SE

 

 

BV/K/5 Werkproces, productief

De kandidaat kan een beeldende probleemstelling verkennen, analyseren, oplossen en uitvoeren.

Thema opdracht: beeldend onderzoek en vaststellen ontwerp in de les

SE

 

 

BV/K/6 Middelen, productief

De kandidaat kan aspecten van de voorstelling en vormgeving zó gebruiken dat ze een bijdrage leveren aan de zeggingskracht van het eigen beeldend werk.

Thema opdracht: oriënteren-beeldend onderzoek-vaststellen ontwerp en uitvoering definitief werk.

SE

 

 

BV/K/7 Beschouwen - eigen werk, reflectief

De kandidaat kan in eigen beeldend werk de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving benoemen en toelichten.

Thema opdracht: uitvoering definitief werk, reflecteren en presenteren

SE

 

 

 

De kandidaat kan een relatie leggen tussen eigen beeldend werk en beeldend werk van anderen aan de hand van de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving.

 

SE

 

 

BV/V/1 Eindopdracht, productief en reflectief

De kandidaat kan naar aanleiding van een eigen probleemstelling
- autonoom en toegepast
- beeldend werk maken.

Voorstelling, beeldaspecten: licht en vorm. Boekkunst is blauw (blz. 25 t/m 49, blz. 53 t/m 61, blz. 83 t/m 91)

CE / SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

ja

BHA 3.1.2 GT

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

Voorbereidende opdrachten.

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/8 Beschouwen - werk van anderen, reflectief

De kandidaat kan in beeldend werk van anderen de functionaliteit, de aspecten van de voorstelling, de vormgeving en de culturele en/of kunsthistorische context benoemen en toelichten.

Opdrachten beeldaspecten mindmaps licht en vorm

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

Voorstelling, beeldaspecten: licht en vorm. Boekkunst is blauw (blz. 25 t/m 49, blz. 53 t/m 61, blz. 83 t/m 91)

SE

 

 

BV/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit de eindtermen van het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

8%

720 minuten

nog te bepalen

nee

BHA 3.2.1 GT

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Voorbereidende opdrachten

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

Voorbereidende opdrachten en thema opdracht

CE / SE

 

 

BV/K/4 Beeldend werk, productief

De kandidaat kan naar aanleiding van een probleemstelling
- autonoom en toegepast
- beeldend werk maken.

Thema opdracht: oriënteren-beeldend onderzoek-vaststellen ontwerp en uitvoering definitief werk in de les

SE

 

 

BV/K/5 Werkproces, productief

De kandidaat kan een beeldende probleemstelling verkennen, analyseren, oplossen en uitvoeren.

Thema opdracht: beeldend onderzoek en vaststellen ontwerp in de les

SE

 

 

BV/K/6 Middelen, productief

De kandidaat kan aspecten van de voorstelling en vormgeving zó gebruiken dat ze een bijdrage leveren aan de zeggingskracht van het eigen beeldend werk.

Thema opdracht: oriënteren-beeldend onderzoek-vaststellen ontwerp en uitvoering definitief werk.

SE

 

 

BV/K/7 Beschouwen - eigen werk, reflectief

De kandidaat kan in eigen beeldend werk de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving benoemen en toelichten.

Thema opdracht: uitvoering definitief werk, reflecteren en presenteren

SE

 

 

 

De kandidaat kan een relatie leggen tussen eigen beeldend werk en beeldend werk van anderen aan de hand van de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving.

 

SE

 

 

BV/V/1 Eindopdracht, productief en reflectief

De kandidaat kan naar aanleiding van een eigen probleemstelling
- autonoom en toegepast
- beeldend werk maken.

Voorstelling, beeldaspecten: licht en vorm en ruimte.. Boekkunst is blauw (blz. 25 t/m 49, blz. 53 t/m 61, blz. 83 t/m 91, blz. 73 t/m 81)

CE / SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

ja

BHA 3.2.2 GT

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Voorbereidende opdrachten in de les

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

Beeldaspect: mindmap ruimte

CE / SE

 

 

BV/K/8 Beschouwen - werk van anderen, reflectief

De kandidaat kan in beeldend werk van anderen de functionaliteit, de aspecten van de voorstelling, de vormgeving en de culturele en/of kunsthistorische context benoemen en toelichten.

Voorstelling, beeldaspecten: licht en vorm en ruimte.. Boekkunst is blauw (blz. 25 t/m 49, blz. 53 t/m 61, blz. 83 t/m 91, blz. 73 t/m 81)

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

 

SE

 

 

BV/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit de eindtermen van het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

8%

720 minuten

nog te bepalen

nee

BHA 3.3.1 GT

 

BV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat oriënteert zich op het belang van beeldende kunst en vormgeving in de maatschappij.

Voorbereidende opdrachten en thema opdracht

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

Thema opdracht: oriënteren-beeldend onderzoek-vaststellen ontwerp en uitvoering definitief werk in de les

CE / SE

 

 

BV/K/4 Beeldend werk, productief

De kandidaat kan naar aanleiding van een probleemstelling
- autonoom en toegepast
- beeldend werk maken.

Thema opdracht: beeldend onderzoek en vaststellen ontwerp in de les

SE

 

 

BV/K/5 Werkproces, productief

De kandidaat kan een beeldende probleemstelling verkennen, analyseren, oplossen en uitvoeren.

Thema opdracht: evalueren en reflecteren eigen werk

SE

 

 

BV/K/6 Middelen, productief

De kandidaat kan aspecten van de voorstelling en vormgeving zó gebruiken dat ze een bijdrage leveren aan de zeggingskracht van het eigen beeldend werk.

Thema opdracht: uitvoering definitief werk, reflecteren en presenteren

SE

 

 

BV/K/7 Beschouwen - eigen werk, reflectief

De kandidaat kan in eigen beeldend werk de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving benoemen en toelichten.

Voorstelling, beeldaspecten: licht, vorm, compositie en ruimte.. Boekkunst is blauw (blz. 25 t/m 49, blz. 53 t/m 61, blz. 83 t/m 91, blz. 73 t/m 81)

SE

 

 

 

De kandidaat kan een relatie leggen tussen eigen beeldend werk en beeldend werk van anderen aan de hand van de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving.

 

SE

 

 

BV/V/1 Eindopdracht, productief en reflectief

De kandidaat kan naar aanleiding van een eigen probleemstelling - autonoom en toegepast - beeldend werk maken.

 

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

 

SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

6%

45 minuten

nee

ja

BHA 3.3.2 GT

 

BV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat oriënteert zich op het belang van beeldende kunst en vormgeving in de maatschappij.

Voorbereidende opdrachten in de les

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Opdrachten beeldaspecten: mindmap compositie

SE

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

Voorstelling, beeldaspecten: licht, vorm, compositie en ruimte.. Boekkunst is blauw (blz. 25 t/m 49, blz. 53 t/m 61, blz. 83 t/m 91, blz. 73 t/m 81)

CE / SE

 

 

BV/K/8 Beschouwen - werk van anderen, reflectief

De kandidaat kan in beeldend werk van anderen de functionaliteit, de aspecten van de voorstelling, de vormgeving en de culturele en/of kunsthistorische context benoemen en toelichten.

 

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

 

SE

 

 

BV/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit de eindtermen van het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

4.1.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

720 minuten

nog te bepalen

nee

BHA  GT

 

BV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat oriënteert zich op het belang van beeldende kunst en vormgeving in de maatschappij.

Voorbereidende opdrachten in de les

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Opdrachten beeldaspecten: mindmap compositie

SE

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

Voorstelling, beeldaspecten: licht, vorm, compositie en ruimte.. Boekkunst is blauw (blz. 25 t/m 49, blz. 53 t/m 61, blz. 83 t/m 91, blz. 73 t/m 81)

CE / SE

 

 

BV/K/8 Beschouwen - werk van anderen, reflectief

De kandidaat kan in beeldend werk van anderen de functionaliteit, de aspecten van de voorstelling, de vormgeving en de culturele en/of kunsthistorische context benoemen en toelichten.

 

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

 

SE

 

 

BV/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit de eindtermen van het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

15%

90 minuten

nee

ja

BHA 4.1.2 GT

 

BV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat oriënteert zich op het belang van beeldende kunst en vormgeving in de maatschappij.

Voorbereidende opdrachten in de les

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Beeldaspect: mindmap kleur

SE

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

Voorstelling beeldaspecten: licht, vorm, compositie, kleur en ruimte.  Kennen: hele boek kunst is blauw en lesbrieven examenvragen

CE / SE

 

 

BV/K/8 Beschouwen - werk van anderen, reflectief

De kandidaat kan in beeldend werk van anderen de functionaliteit, de aspecten van de voorstelling, de vormgeving en de culturele en/of kunsthistorische context benoemen en toelichten.

 

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

 

SE

 

 

BV/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit de eindtermen van het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

720 minuten

nog te bepalen

nee

BHA 4.2.1 GT

 

BV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat oriënteert zich op het belang van beeldende kunst en vormgeving in de maatschappij.

Voorbereidende opdrachten in de les

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Voorbereidende opdrachten (materiaal, functie en waarnemen)

SE

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

Voorbereidende opdrachten en themaopdracht

CE / SE

 

 

BV/K/4 Beeldend werk, productief

De kandidaat kan naar aanleiding van een probleemstelling
- autonoom en toegepast
- beeldend werk maken.

Thema opdracht: oriënteren-beeldend onderzoek-vaststellen ontwerp en uitvoering definitief werk in de les

SE

 

 

BV/K/5 Werkproces, productief

De kandidaat kan een beeldende probleemstelling verkennen, analyseren, oplossen en uitvoeren.

Thema opdracht: beeldend onderzoek en vaststellen ontwerp in de les

SE

 

 

BV/K/6 Middelen, productief

De kandidaat kan aspecten van de voorstelling en vormgeving zó gebruiken dat ze een bijdrage leveren aan de zeggingskracht van het eigen beeldend werk.

Thema opdracht: evalueren en reflecteren eigen werk

SE

 

 

BV/K/7 Beschouwen - eigen werk, reflectief

De kandidaat kan in eigen beeldend werk de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving benoemen en toelichten.

Thema opdracht: uitvoering definitief werk, reflecteren en presenteren

SE

 

 

 

De kandidaat kan een relatie leggen tussen eigen beeldend werk en beeldend werk van anderen aan de hand van de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving.

 

SE

 

 

BV/V/1 Eindopdracht, productief en reflectief

De kandidaat kan naar aanleiding van een eigen probleemstelling - autonoom en toegepast - beeldend werk maken.

Voorstelling beeldaspecten: licht, vorm, compositie, kleur, ruimte textuur en materiaal. Kunstwerk in tijd kunnen plaatsen en functie ervan herkennen. Toepassen begrippen boek Kunst is Blauw en lesbrieven examenvragen

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

 

SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

15%

90 minuten

nee

ja

BHA 4.2.2 GT

 

BV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat oriënteert zich op het belang van beeldende kunst en vormgeving in de maatschappij.

Voorbereidende opdrachten in de les

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Oefenen oude examenvragen (2010- 2019) en vragen lesbrieven examenvragen

SE

 

 

BV/K/8 Beschouwen - werk van anderen, reflectief

De kandidaat kan in beeldend werk van anderen de functionaliteit, de aspecten van de voorstelling, de vormgeving en de culturele en/of kunsthistorische context benoemen en toelichten.

Voorstelling beeldaspecten: licht, vorm, compositie, kleur, ruimte textuur en materiaal. Kunstwerk in tijd kunnen plaatsen en functie ervan herkennen. Toepassen begrippen boek Kunst is Blauw en lesbrieven examenvragen

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

 

SE

 

 

BV/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit de eindtermen van het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

kunstvakken II beeldende vakken – tekenen - 418

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

8%

720 minuten

nog te bepalen

nee

BTE 3.1.1 GT

 

BV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat oriënteert zich op het belang van beeldende kunst en vormgeving in de maatschappij.

voorbereidende opdracht in de les

SE

 

 

 

 

 

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

voorbereidende opdrachten

SE

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

voorbereidende opdrachten en thema opdracht

CE / SE

 

 

BV/K/4 Beeldend werk, productief

De kandidaat kan naar aanleiding van een probleemstelling
- autonoom en toegepast
- beeldend werk maken.

thema opdracht: oriënteren-beeldend onderzoek-vaststellen ontwerp en uitvoering definitief werk in de les

SE

 

 

BV/K/5 Werkproces, productief

De kandidaat kan een beeldende probleemstelling verkennen, analyseren, oplossen en uitvoeren.

thema opdracht: beeldend onderzoek en vastellen ontwerp in de les

SE

 

 

BV/K/6 Middelen, productief

De kandidaat kan aspecten van de voorstelling en vormgeving zó gebruiken dat ze een bijdrage leveren aan de zeggingskracht van het eigen beeldend werk.

thema opdracht: oriënteren-beeldend onderzoek-vaststellen ontwerp en uitvoering definitief werk.

SE

 

 

BV/K/7 Beschouwen - eigen werk, reflectief

De kandidaat kan in eigen beeldend werk de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving benoemen en toelichten.

thema opdracht: uitvoering definitief werk, reflecteren en presenteren

SE

 

 

 

De kandidaat kan een relatie leggen tussen eigen beeldend werk en beeldend werk van anderen aan de hand van de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving.

 

SE

 

 

BV/V/1 Eindopdracht, productief en reflectief

De kandidaat kan naar aanleiding van een eigen probleemstelling - autonoom en toegepast - beeldend werk maken.

voorstelling, beeldaspecten: licht en vorm. Boekkunst is blauw (blz. 25 t/m 49, blz. 53 t/m 61, blz. 83 t/m 91)

CE / SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

ja

BTE 3.1.2 GT

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

voorbereidende opdrachten.

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/8 Beschouwen - werk van anderen, reflectief

De kandidaat kan in beeldend werk van anderen de functionaliteit, de aspecten van de voorstelling, de vormgeving en de culturele en/of kunsthistorische context benoemen en toelichten.

opdrachten beeldaspecten mindmaps licht en vorm

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

voorstelling, beeldaspecten: licht en vorm. Boekkunst is blauw (blz. 25 t/m 49, blz. 53 t/m 61, blz. 83 t/m 91)

SE

 

 

BV/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit de eindtermen van het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

8%

720 minuten

nog te bepalen

nee

BTE 3.2.1 GT

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

voorbereidende opdrachten

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

voorbereidende opdrachten en thema opdracht

CE / SE

 

 

BV/K/4 Beeldend werk, productief

De kandidaat kan naar aanleiding van een probleemstelling
- autonoom en toegepast
- beeldend werk maken.

thema opdracht: oriënteren-beeldend onderzoek-vaststellen ontwerp en uitvoering definitief werk in de les

SE

 

 

BV/K/5 Werkproces, productief

De kandidaat kan een beeldende probleemstelling verkennen, analyseren, oplossen en uitvoeren.

thema opdracht: beeldend onderzoek en vaststellen ontwerp in de les

SE

 

 

BV/K/6 Middelen, productief

De kandidaat kan aspecten van de voorstelling en vormgeving zó gebruiken dat ze een bijdrage leveren aan de zeggingskracht van het eigen beeldend werk.

thema opdracht: oriënteren-beeldend onderzoek-vaststellen ontwerp en uitvoering definitief werk.

SE

 

 

BV/K/7 Beschouwen - eigen werk, reflectief

De kandidaat kan in eigen beeldend werk de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving benoemen en toelichten.

thema opdracht: uitvoering definitief werk, reflecteren en presenteren

SE

 

 

 

De kandidaat kan een relatie leggen tussen eigen beeldend werk en beeldend werk van anderen aan de hand van de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving.

 

SE

 

 

BV/V/1 Eindopdracht, productief en reflectief

De kandidaat kan naar aanleiding van een eigen probleemstelling - autonoom en toegepast - beeldend werk maken.

voorstelling, beeldaspecten: licht en vorm en ruimte.. Boekkunst is blauw (blz. 25 t/m 49, blz. 53 t/m 61, blz. 83 t/m 91, blz. 73 t/m 81)

CE / SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

ja

BTE 3.2.2 GT

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

voorbereidende opdrachten in de les

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

Beeldaspect: mindmap ruimte

CE / SE

 

 

BV/K/8 Beschouwen - werk van anderen, reflectief

De kandidaat kan in beeldend werk van anderen de functionaliteit, de aspecten van de voorstelling, de vormgeving en de culturele en/of kunsthistorische context benoemen en toelichten.

voorstelling, beeldaspecten: licht en vorm en ruimte.. Boekkunst is blauw (blz. 25 t/m 49, blz. 53 t/m 61, blz. 83 t/m 91, blz. 73 t/m 81)

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

 

SE

 

 

BV/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit de eindtermen van het kerndeel in samenhang toepassen.

 

SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

8%

720 minuten

nog te bepalen

nee

BTE 3.3.1 GT

 

BV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat oriënteert zich op het belang van beeldende kunst en vormgeving in de maatschappij.

voorbereidende opdrachten en thema opdracht

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

thema opdracht: oriënteren-beeldend onderzoek-vaststellen ontwerp en uitvoering definitief werk in de les

CE / SE

 

 

BV/K/4 Beeldend werk, productief

De kandidaat kan naar aanleiding van een probleemstelling
- autonoom en toegepast
- beeldend werk maken.

thema opdracht: beeldend onderzoek en vaststellen ontwerp in de les

SE

 

 

BV/K/5 Werkproces, productief

De kandidaat kan een beeldende probleemstelling verkennen, analyseren, oplossen en uitvoeren.

thema opdracht: evalueren en reflecteren eigen werk

SE

 

 

BV/K/6 Middelen, productief

De kandidaat kan aspecten van de voorstelling en vormgeving zó gebruiken dat ze een bijdrage leveren aan de zeggingskracht van het eigen beeldend werk.

thema opdracht: uitvoering definitief werk, reflecteren en presenteren

SE

 

 

BV/K/7 Beschouwen - eigen werk, reflectief

De kandidaat kan in eigen beeldend werk de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving benoemen en toelichten.

voorstelling, beeldaspecten: licht, vorm, compositie en ruimte.. Boekkunst is blauw (blz. 25 t/m 49, blz. 53 t/m 61, blz. 83 t/m 91, blz. 73 t/m 81)

SE

 

 

 

De kandidaat kan een relatie leggen tussen eigen beeldend werk en beeldend werk van anderen aan de hand van de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving.

 

SE

 

 

BV/V/1 Eindopdracht, productief en reflectief

De kandidaat kan naar aanleiding van een eigen probleemstelling - autonoom en toegepast - beeldend werk maken.

 

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

 

SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

6%

45 minuten

nee

ja

BTE 3.3.2 GT

 

BV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat oriënteert zich op het belang van beeldende kunst en vormgeving in de maatschappij.

Voorbereidende opdrachten in de les

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Opdrachten beeldaspecten: mindmap compositie

SE

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

voorstelling, beeldaspecten: licht, vorm, compositie en ruimte.. Boekkunst is blauw (blz. 25 t/m 49, blz. 53 t/m 61, blz. 83 t/m 91, blz. 73 t/m 81)

CE / SE

 

 

BV/K/8 Beschouwen - werk van anderen, reflectief

De kandidaat kan in beeldend werk van anderen de functionaliteit, de aspecten van de voorstelling, de vormgeving en de culturele en/of kunsthistorische context benoemen en toelichten.

 

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

 

SE

 

 

BV/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit de eindtermen van het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

4.1.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

720 minuten

nog te bepalen

nee

BTE 4.1.1 GT

 

BV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat oriënteert zich op het belang van beeldende kunst en vormgeving in de maatschappij.

voorbereidende opdrachten

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

voorbereidende opdrachten en thema opdracht

SE

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

thema opdracht: oriënteren-beeldend onderzoek-vaststellen ontwerp en uitvoering definitief werk in de les

CE / SE

 

 

BV/K/4 Beeldend werk, productief

De kandidaat kan naar aanleiding van een probleemstelling
- autonoom en toegepast
- beeldend werk maken.

thema opdracht: beeldend onderzoek en vaststellen ontwerp in de les

SE

 

 

BV/K/5 Werkproces, productief

De kandidaat kan een beeldende probleemstelling verkennen, analyseren, oplossen en uitvoeren.

themaopdracht: evalueren en reflecteren eigenwerk

SE

 

 

BV/K/6 Middelen, productief

De kandidaat kan aspecten van de voorstelling en vormgeving zó gebruiken dat ze een bijdrage leveren aan de zeggingskracht van het eigen beeldend werk.

themaopdracht: evalueren en reflecteren op eigen werk

SE

 

 

BV/K/7 Beschouwen - eigen werk, reflectief

De kandidaat kan in eigen beeldend werk de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving benoemen en toelichten.

thema opdracht: uitvoering definitief werk, reflecteren en presenteren

SE

 

 

 

De kandidaat kan een relatie leggen tussen eigen beeldend werk en beeldend werk van anderen aan de hand van de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving.

 

SE

 

 

BV/K/8 Beschouwen - werk van anderen, reflectief

De kandidaat kan in beeldend werk van anderen de functionaliteit, de aspecten van de voorstelling, de vormgeving en de culturele en/of kunsthistorische context benoemen en toelichten.

Voorstelling, beeldaspecten: Licht, Vorm, Compositie, Kleur en ruimte. Toepassen begrippen boek Kunst is Blauw

CE / SE

 

 

BV/V/1 Eindopdracht, productief en reflectief

De kandidaat kan naar aanleiding van een eigen probleemstelling
- autonoom en toegepast
- beeldend werk maken.

 

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

 

SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

15%

90 minuten

nee

ja

BTE 4.1.2 GT

 

BV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat oriënteert zich op het belang van beeldende kunst en vormgeving in de maatschappij.

voorbereidende opdrachten in de les

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

beeldaspect: mindmap kleur

SE

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

voorstelling beeldaspecten: licht, vorm, compositie, kleur en ruimte.  Kennen: hele boek kunst is blauw en lesbrieven examenvragen

CE / SE

 

 

BV/K/8 Beschouwen - werk van anderen, reflectief

De kandidaat kan in beeldend werk van anderen de functionaliteit, de aspecten van de voorstelling, de vormgeving en de culturele en/of kunsthistorische context benoemen en toelichten.

 

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

 

SE

 

 

BV/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit de eindtermen van het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

720 minuten

nog te bepalen

nee

BTE 4.2.1 GT

 

BV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat oriënteert zich op het belang van beeldende kunst en vormgeving in de maatschappij.

Voorbereidende opdrachten in de les

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

voorbereidende opdrachten (materiaal, functie en waarnemen)

SE

 

 

BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken

De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.

voorbereidende opdrachten en themaopdracht

CE / SE

 

 

BV/K/4 Beeldend werk, productief

De kandidaat kan naar aanleiding van een probleemstelling
- autonoom en toegepast
- beeldend werk maken.

thema opdracht: oriënteren-beeldend onderzoek-vaststellen ontwerp en uitvoering definitief werk in de les

SE

 

 

BV/K/5 Werkproces, productief

De kandidaat kan een beeldende probleemstelling verkennen, analyseren, oplossen en uitvoeren.

thema opdracht: beeldend onderzoek en vaststellen ontwerp in de les

SE

 

 

BV/K/6 Middelen, productief

De kandidaat kan aspecten van de voorstelling en vormgeving zó gebruiken dat ze een bijdrage leveren aan de zeggingskracht van het eigen beeldend werk.

thema opdracht: evalueren en reflecteren eigen werk

SE

 

 

BV/K/7 Beschouwen - eigen werk, reflectief

De kandidaat kan in eigen beeldend werk de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving benoemen en toelichten.

thema opdracht: uitvoering definitief werk, reflecteren en presenteren

SE

 

 

 

De kandidaat kan een relatie leggen tussen eigen beeldend werk en beeldend werk van anderen aan de hand van de aspecten van de voorstelling en van de vormgeving.

 

SE

 

 

BV/V/1 Eindopdracht, productief en reflectief

De kandidaat kan naar aanleiding van een eigen probleemstelling
- autonoom en toegepast
- beeldend werk maken.

voorstelling beeldaspecten: licht, vorm, compositie, kleur, ruimte textuur en materiaal. Kunstwerk in tijd kunnen plaatsen en functie ervan herkennen. Toepassen begrippen boek Kunst is Blauw en lesbrieven examenvragen

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

 

SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

15%

90 minuten

nee

ja

BTE 4.2.2 GT

 

BV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat oriënteert zich op het belang van beeldende kunst en vormgeving in de maatschappij.

Voorbereidende opdrachten in de les

SE

 

 

 

 

 

 

 

BV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Oefenen oude examenvragen (2010- 2019) en vragen lesbrieven examenvragen

SE

 

 

BV/K/8 Beschouwen - werk van anderen, reflectief

De kandidaat kan in beeldend werk van anderen de functionaliteit, de aspecten van de voorstelling, de vormgeving en de culturele en/of kunsthistorische context benoemen en toelichten.

voorstelling beeldaspecten: licht, vorm, compositie, kleur, ruimte textuur en materiaal. Kunstwerk in tijd kunnen plaatsen en functie ervan herkennen. Toepassen begrippen boek Kunst is Blauw en lesbrieven examenvragen

CE / SE

 

 

BV/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken.

 

SE

 

 

BV/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit de eindtermen van het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

 

kunstvakken incl ckv - 1130

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

n.v.t.

Inleveren op:

15-10-2021

ja

KCKV 3.1.1 GT

 

KV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van aardrijkskunde in de maatschappij.

Cultureel zelfportret (CZP1): verkennen kunst en cultuur d.m.v. kunstautobiografie, cultureel zelfportret en voorkant kunstdossier waarin de volgende tien onderdelen zijn opgenomen:
- beeldende kunst
- toegepaste kunst
- bouwkunst
- fotografie
- theater
- film
- animatie
- muziek
- dans
- erfgoed

SE

 

 

 

 

 

 

KV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking
hebben op communiceren, samenwerking en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

n.v.t.

 Inleveren op:

26-11-2021

ja

KCKV 3.1.2 GT

 

KV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking
hebben op communiceren, samenwerking en informatie verwerven en verwerken.

Culturele activiteit 1: Beeldende kunst.
Voorbereiden op het onderdeel, actief meedoen en het ervaren van de activiteit. Hierdoor kan de leerling een beeld vormen van het culturele en kunstzinnige veld.
Deelname is verplicht.
Reflecteren op de activiteit.

SE

 

 

 

 

 

 

 

KV/K/3 Culturele en kunstzinnige vorming en verdieping

De kandidaat kan zich een beeld vormen van het culturele en kunstzinnige veld door te kiezen voor en actief deel te nemen aan ten minste 4 culturele en kunstzinnige activiteiten die gerelateerd zijn aan verschillende kunstvakken (zoals bijvoorbeeld beeldende vorming, muziek, dans en drama).
Ten minste één kunstzinnige activiteit resulteert in de productie en presentatie van eigen werk.

 

SE

 

 

KV/K/4 Reflectie en kunstdossier

De kandidaat kan zijn culturele en kunstzinnige ontwikkeling inzichtelijk maken in een kunstdossier, waarvan de vorm door de school en de leerling tezamen bepaald wordt. Hij kan daarmee verslag doen van alle activiteiten die zijn ondernomen en hierop
reflecteren.

 

SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

n.v.t.

Inleveren op:

21-1-2022

ja

KCKV 3.2.1 GT

 

KV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking
hebben op communiceren, samenwerking en informatie verwerven en verwerken.

Culturele activiteit 2: film.
Voorbereiden op het onderdeel, actief meedoen en het ervaren van de activiteit. Hierdoor kan de leerling een beeld vormen van het culturele en kunstzinnige veld.
Deelname is verplicht.
Reflecteren op de activiteit.

SE

 

 

 

 

 

 

 

KV/K/3 Culturele en kunstzinnige vorming en verdieping

De kandidaat kan zich een beeld vormen van het culturele en kunstzinnige veld door te kiezen voor en actief deel te nemen aan ten minste 4 culturele en kunstzinnige activiteiten die gerelateerd zijn aan verschillende kunstvakken (zoals bijvoorbeeld beeldende vorming, muziek, dans en drama).
Ten minste één kunstzinnige activiteit resulteert in de productie en presentatie van eigen werk.

 

SE

 

 

KV/K/4 Reflectie en kunstdossier

De kandidaat kan zijn culturele en kunstzinnige ontwikkeling inzichtelijk maken in een kunstdossier, waarvan de vorm door de school en de leerling tezamen bepaald wordt. Hij kan daarmee verslag doen van alle activiteiten die zijn ondernomen en hierop
reflecteren.

 

SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

n.v.t.

Inleveren op:

11-3-2022

ja

KCKV 3.2.2 GT

 

KV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking
hebben op communiceren, samenwerking en informatie verwerven en verwerken.

Culturele activiteit 3: Theater
Voorbereiden op het onderdeel, actief meedoen en het ervaren van de activiteit. Hierdoor kan de leerling een beeld vormen van het culturele en kunstzinnige veld.
Deelname is verplicht.
Reflecteren op de activiteit.

SE

 

 

 

 

 

 

 

KV/K/3 Culturele en kunstzinnige vorming en verdieping

De kandidaat kan zich een beeld vormen van het culturele en kunstzinnige veld door te kiezen voor en actief deel te nemen aan ten minste 4 culturele en kunstzinnige activiteiten die gerelateerd zijn aan verschillende kunstvakken (zoals bijvoorbeeld beeldende vorming, muziek, dans en drama).
Ten minste één kunstzinnige activiteit resulteert in de productie en presentatie van eigen werk.

 

SE

 

 

KV/K/4 Reflectie en kunstdossier

De kandidaat kan zijn culturele en kunstzinnige ontwikkeling inzichtelijk maken in een kunstdossier, waarvan de vorm door de school en de leerling tezamen bepaald wordt. Hij kan daarmee verslag doen van alle activiteiten die zijn ondernomen en hierop
reflecteren.

 

SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

20%

n.v.t.

Inleveren op:

3-6-2022

ja

KCKV 3.3.1 GT

 

KV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking
hebben op communiceren, samenwerking en informatie verwerven en verwerken.

Culturele activiteit 4: eigen keuze.
Leerlingen maken een keuze uit:
- diverse musea
- historische
  stadswandelingen
- theater-
  voorstellingen
- of eigen voorstel.
Voorbereiden op het onderdeel, actief meedoen en het ervaren van de activiteit. Hierdoor kan de leerling een beeld vormen van het culturele en kunstzinnige veld.
Deelname is verplicht.
Reflecteren op eigen activiteit.

SE

 

 

 

 

 

 

 

KV/K/3 Culturele en kunstzinnige vorming en verdieping

De kandidaat kan zich een beeld vormen van het culturele en kunstzinnige veld door te kiezen voor en actief deel te nemen aan ten minste 4 culturele en kunstzinnige activiteiten die gerelateerd zijn aan verschillende kunstvakken (zoals bijvoorbeeld beeldende vorming, muziek, dans en drama).
Ten minste één kunstzinnige activiteit resulteert in de productie en presentatie van eigen werk.

 

SE

 

 

KV/K/4 Reflectie en kunstdossier

De kandidaat kan zijn culturele en kunstzinnige ontwikkeling inzichtelijk maken in een kunstdossier, waarvan de vorm door de school en de leerling tezamen bepaald wordt. Hij kan daarmee verslag doen van alle activiteiten die zijn ondernomen en hierop
reflecteren.

 

SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

20%

n.v.t.

Inleveren op:

1-7-2022

ja

KCKV 3.3.2 GT

 

KV/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van kunst en cultuur in de maatschappij.

Eigen werk n.a.v. culturele activiteiten 1 t/m 4.
De leerling produceert en presenteert een eigen werk n.a.v. een culturele activiteit.
Cultureel zelfportret (CZP2).
De leerling kan zijn culturele en kunstzinnige ontwikkeling inzichtelijk maken in het kunstdossier d.m.v. reflecteren.

SE

 

 

 

 

 

 

 

KV/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking
hebben op communiceren, samenwerking en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

KV/K/3 Culturele en kunstzinnige vorming en verdieping

De kandidaat kan zich een beeld vormen van het culturele en kunstzinnige veld door te kiezen voor en actief deel te nemen aan ten minste 4 culturele en kunstzinnige activiteiten die gerelateerd zijn aan verschillende kunstvakken (zoals bijvoorbeeld beeldende vorming, muziek, dans en drama).
Ten minste één kunstzinnige activiteit resulteert in de productie en presentatie van eigen werk.

 

SE

 

 

KV/K/4 Reflectie en kunstdossier

De kandidaat kan zijn culturele en kunstzinnige ontwikkeling inzichtelijk maken in een kunstdossier, waarvan de vorm door de school en de leerling tezamen bepaald wordt. Hij kan daarmee verslag doen van alle activiteiten die zijn ondernomen en hierop
reflecteren.

 

SE

 

 

 

 

 

 

 

100%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

kunstvakken II muziek - 413

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

5%

15 minuten

nog te bepalen

nee

KMU 3.1.1 GT

 

MU/K/4 Musiceren: zingen en spelen

De kandidaat kan:
-     beschrijven hoe een mens zich
      ontwikkelt tot lid van de
      samenleving
-     uitleggen dat mensen bij een
      subcultuur (willen) horen en dat
      elke subcultuur invloed heeft op het
      gedrag
-     de rol van onderwijs beschrijven in
     de ontwikkeling van een mens als
     lid van de samenleving.

Individueel een representatief repertoire uitvoeren van een- en meerstemmige muziek. Bij de uitvoering kan de leerling meerdere muziekinstrumenten Bas, Gitaar, keyboard en drums op de juiste wijze hanteren

SE

 

 

 

 

 

 

MU/K/6 Presenteren

De kandidaat kan alleen en/of in samenwerking met anderen (onderdelen van) het musiceerrepertoire presenteren.

Individueel een representatief repertoire uitvoeren van een- en meerstemmige muziek. Bij de uitvoering kan de leerling meerdere muziekinstrumenten Bas, Gitaar, keyboard en drums op de juiste wijze hanteren

SE

 

 

MU/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit de eindtermen van het kerndeel in samenhang toepassen.

Individueel een representatief repertoire uitvoeren van een- en meerstemmige muziek. Bij de uitvoering kan de leerling meerdere muziekinstrumenten Bas, Gitaar, keyboard en drums op de juiste wijze hanteren

CE / SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

ja

KMU 3.1.2 GT

 

MU/K/3 Leervaardigheden in het vak muziek

De kandidaat kan een aantal vaardigheden toepassen, zoals het toepassen van muzikale begrippen, die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen.

Theorie, solfège, algemene muziekleer, muziekstijlen

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

MU/K/7 Beluisteren

De kandidaat kan:
-     de notatie van ritmische en
      melodische fragmenten volgen
-     muzikale begrippen herkennen,
      benoemen en/of noteren.

Luistertoets a.h.v. muziek op maat vmbo bovenbouw

CE / SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

5%

45 minuten

nog te bepalen

nee

KMU 3.2.1 GT

 

MU/K/3 Leervaardigheden in het vak muziek

De kandidaat kan een aantal vaardigheden toepassen, zoals het toepassen van muzikale begrippen, die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen.

een ritme kunnen herkennen en zelf uitvoeren. Een stukje melodie kunnen spelen op een keyboard na een kwartier voorbereiding.

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

MU/K/7 Beluisteren

De kandidaat kan:
-     de notatie van ritmische en
      melodische fragmenten volgen
-     muzikale begrippen herkennen,
      benoemen en/of noteren.

Majeur en mineur kunnen onderscheiden. Verschillende instrumenten kunnen herkennen. Vormschema herkennen

CE / SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

10%

90 minuten

nog te bepalen

ja

KMU 3.2.2 GT

 

MU/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

BANDOPDRACHT. De leerling kan individueel en in samenwerking met anderen muziek improviseren/componeren vanuit een muzikale probleemstelling, met behulp van instrumenten of stem en met weloverwogen gebruik van klankeigenschappen en vormprincipes.

SE

 

 

 

 

 

 

 

MU/K/4 Musiceren: zingen en spelen

De kandidaat kan individueel en in samenwerking met anderen een representatief repertoire uitvoeren van één- en meerstemmige, vocale/instrumentale muziek.

BANDOPDRACHT. De leerling kan individueel en in samenwerking met anderen muziek improviseren/componeren vanuit een muzikale probleemstelling, met behulp van instrumenten of stem en met weloverwogen gebruik van klankeigenschappen en vormprincipes.

SE

 

 

MU/K/6 Presenteren

De kandidaat kan alleen en/of in samenwerking met anderen (onderdelen van) het musiceerrepertoire presenteren.

BANDOPDRACHT. De leerling kan individueel en in samenwerking met anderen muziek improviseren/componeren vanuit een muzikale probleemstelling, met behulp van instrumenten of stem en met weloverwogen gebruik van klankeigenschappen en vormprincipes.

SE

 

 

MU/K/8 Muziek en maatschappij

De kandidaat kan:
-     muziek in verband brengen met
      betekenissen en functies ervan
-     de eigen muzikale beleving
      verwoorden en bij het bepalen 
      van een eigen standpunt de
      meningen van anderen betrekken
-     in de argumentatie voor het
      standpunt verwijzen naar
      muzikale aspecten en/of functies
     en betekenissen van muziek.

BANDOPDRACHT. De leerling kan individueel en in samenwerking met anderen muziek improviseren/componeren vanuit een muzikale probleemstelling, met behulp van instrumenten of stem en met weloverwogen gebruik van klankeigenschappen en vormprincipes.

CE / SE

 

 

MU/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

 

BANDOPDRACHT. De leerling kan individueel en in samenwerking met anderen muziek improviseren/componeren vanuit een muzikale probleemstelling, met behulp van instrumenten of stem en met weloverwogen gebruik van klankeigenschappen en vormprincipes.

SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

KMU 3.3.1 GT

 

MU/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Muziek op maat Bovenbouw

SE

 

 

 

 

 

 

 

MU/K/3 Leervaardigheden in het vak muziek

De kandidaat kan een aantal vaardigheden toepassen, zoals het toepassen van muzikale begrippen, die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen.

Muziek op maat Bovenbouw

CE / SE

 

 

MU/K/7 Beluisteren

De kandidaat kan:
-     de notatie van ritmische en
      melodische fragmenten volgen
-     muzikale begrippen herkennen,
      benoemen en/of noteren.

Muziek op maat Bovenbouw

CE / SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

10%

45 minuten

nog te bepalen

ja

KMU 3.3.2 GT

 

MU/K/5 Vormgeven: improviseren/componeren

De kandidaat kan individueel en in samenwerking met anderen muziek improviseren/componeren, vanuit een (buiten)muzikaal gegeven met weloverwogen gebruik van klankeigenschappen en vormprincipes.

De leerling gaat individueel en/of samen werken aan een eigen song/rap/klankstuk en neemt hier een meewerkende rol zoals speler, tekstschrijver, componist etc. klinkend resultaat wordt individueel beoordeeld.

SE

 

 

 

 

 

 

 

MU/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

De leerling gaat individueel en/of samen werken aan een eigen song/rap/klankstuk en neemt hier een meewerkende rol zoals speler, tekstschrijver, componist etc. klinkend resultaat wordt individueel beoordeeld.

SE

 

 

MU/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

De leerling gaat individueel en/of samen werken aan een eigen song/rap/klankstuk en neemt hier een meewerkende rol zoals speler, tekstschrijver, componist etc. klinkend resultaat wordt individueel beoordeeld.

SE

 

 

MU/K/3 Leervaardigheden in het vak muziek

De kandidaat kan een aantal vaardigheden toepassen, zoals het toepassen van muzikale begrippen, die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen.

De leerling gaat individueel en/of samen werken aan een eigen song/rap/klankstuk en neemt hier een meewerkende rol zoals speler, tekstschrijver, componist etc. klinkend resultaat wordt individueel beoordeeld.

CE / SE

 

 

MU/K/4 Musiceren: zingen en spelen

De kandidaat kan individueel en in samenwerking met anderen een representatief repertoire uitvoeren van één- en meerstemmige, vocale/instrumentale muziek.

De leerling gaat individueel en/of samen werken aan een eigen song/rap/klankstuk en neemt hier een meewerkende rol zoals speler, tekstschrijver, componist etc. klinkend resultaat wordt individueel beoordeeld.

SE

 

 

MU/K/8 Muziek en maatschappij

De kandidaat kan:
-     muziek in verband brengen met
      betekenissen en functies ervan
-    de eigen muzikale beleving
     verwoorden en bij het bepalen van
     een eigen standpunt de meningen
     van anderen betrekken
-    in de argumentatie voor het
     standpunt verwijzen naar
     muzikale aspecten en/of functies en
    betekenissen van muziek.

De leerling gaat individueel en/of samen werken aan een eigen song/rap/klankstuk en neemt hier een meewerkende rol zoals speler, tekstschrijver, componist etc. klinkend resultaat wordt individueel beoordeeld.

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

4.1.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

10%

n.v.t.

nog te bepalen

nee

KMU 4.1.1 GT

 

MU/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Praktische en theoretisch voorbereiden op een bezoek aan een voorstelling waar meerdere kunstvormen aan de orde komen. Daarvan maakt de leerlingen een verslag met behulp van een kijkwijzer.

SE

 

 

 

 

 

 

 

MU/K/3 Leervaardigheden in het vak muziek

De kandidaat kan een aantal vaardigheden toepassen, zoals het toepassen van muzikale begrippen, die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen.

Praktische en theoretisch voorbereiden op een bezoek aan een voorstelling waar meerdere kunstvormen aan de orde komen. Daarvan maakt de leerlingen een verslag met behulp van een kijkwijzer.

CE / SE

 

 

MU/K/7 Beluisteren

De kandidaat kan:
-     de notatie van ritmische en
      melodische fragmenten volgen
-     muzikale begrippen herkennen,
      benoemen en/of noteren.

Praktische en theoretisch voorbereiden op een bezoek aan een voorstelling waar meerdere kunstvormen aan de orde komen. Daarvan maakt de leerlingen een verslag met behulp van een kijkwijzer.

CE / SE

 

 

MU/K/8 Muziek en maatschappij

De kandidaat kan:
-     muziek in verband brengen met
      betekenissen en functies ervan
-     de eigen muzikale beleving
      verwoorden en bij het bepalen van
      een eigen standpunt de meningen
      van anderen betrekken
-     in de argumentatie voor het
      standpunt verwijzen naar
      muzikale aspecten en/of functies
      en betekenissen van muziek.

Praktische en theoretisch voorbereiden op een bezoek aan een voorstelling waar meerdere kunstvormen aan de orde komen. Daarvan maakt de leerlingen een verslag met behulp van een kijkwijzer.

CE / SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

ja

KMU 4.1.2 GT

 

MU/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

LUISTERTOETS  muziekstijlen, vormen, majeur/mineur, verschillende instrumenten, samenstellingen, solfège, alg muziek leert wat binnen het curriculum wordt gevraagd

SE

 

 

 

 

 

 

 

MU/K/3 Leervaardigheden in het vak muziek

De kandidaat kan een aantal vaardigheden toepassen, zoals het toepassen van muzikale begrippen, die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen.

LUISTERTOETS  muziekstijlen, vormen, majeur/mineur, verschillende instrumenten, samenstellingen, solfège, alg muziek leert wat binnen het curriculum wordt gevraagd

CE / SE

 

 

MU/K/7 Beluisteren

De kandidaat kan:
-     de notatie van ritmische en
      melodische fragmenten volgen
-     muzikale begrippen herkennen,
      benoemen en/of noteren.

LUISTERTOETS  muziekstijlen, vormen, majeur/mineur, verschillende instrumenten, samenstellingen, solfège, alg muziek leert wat binnen het curriculum wordt gevraagd

CE / SE

 

 

MU/K/8 Muziek en maatschappij

De kandidaat kan:
-     muziek in verband brengen met
      betekenissen en functies ervan
-     de eigen muzikale beleving
      verwoorden en bij het bepalen
      van een eigen standpunt de
      meningen van anderen betrekken
-     in de argumentatie voor het
      standpunt verwijzen naar
      muzikale aspecten en/of functies
      en betekenissen van muziek.

LUISTERTOETS  muziekstijlen, vormen, majeur/mineur, verschillende instrumenten, samenstellingen, solfège, alg muziek leert wat binnen het curriculum wordt gevraagd

CE / SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

20%

45 minuten

nog te bepalen

nee

KMU 4.2.1 GT

 

MU/V/1 Eindopdracht

De kandidaat kan zelfstandig:
-     een presentatie verzorgen over
      een onderwerp de muziek
      betreffend
-     een presentatie verzorgen van
      een eigen muziekwerk voor een
      ander publiek dan de eigen
      groep/klas
-     verslag doen van onderzoek dat
      hij/zij heeft verricht op het gebied
     van muziek in relatie tot minimaal
     één van de andere kunstvormen.

BANDOPDRACHT. De leerling kan individueel en in samenwerking met anderen muziek uitvoeren vanuit een muzikale probleemstelling, met behulp van instrumenten of stem en met weloverwogen gebruik van klankeigenschappen en vormprincipes.

SE

 

 

 

 

 

 

 

MU/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

BANDOPDRACHT. De leerling kan individueel en in samenwerking met anderen muziek uitvoeren vanuit een muzikale probleemstelling, met behulp van instrumenten of stem en met weloverwogen gebruik van klankeigenschappen en vormprincipes.

SE

 

 

MU/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

BANDOPDRACHT. De leerling kan individueel en in samenwerking met anderen muziek uitvoeren vanuit een muzikale probleemstelling, met behulp van instrumenten of stem en met weloverwogen gebruik van klankeigenschappen en vormprincipes.

SE

 

 

MU/K/3 Leervaardigheden in het vak muziek

De kandidaat kan een aantal vaardigheden toepassen, zoals het toepassen van muzikale begrippen, die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen.

BANDOPDRACHT. De leerling kan individueel en in samenwerking met anderen muziek uitvoeren vanuit een muzikale probleemstelling, met behulp van instrumenten of stem en met weloverwogen gebruik van klankeigenschappen en vormprincipes.

CE / SE

 

 

MU/K/6 Presenteren

De kandidaat kan alleen en/of in samenwerking met anderen (onderdelen van) het musiceerrepertoire presenteren.

BANDOPDRACHT. De leerling kan individueel en in samenwerking met anderen muziek uitvoeren vanuit een muzikale probleemstelling, met behulp van instrumenten of stem en met weloverwogen gebruik van klankeigenschappen en vormprincipes.

SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (mondeling)

20%

30 minuten

nee

ja

KMU 4.2.2 GT

 

MU/V/1 Eindopdracht

De kandidaat kan zelfstandig:
-     een presentatie verzorgen over
      een onderwerp de muziek
      betreffend
-     een presentatie verzorgen van 
      een eigen muziekwerk voor een
      ander publiek dan de eigen
      groep/klas
-     verslag doen van onderzoek dat
      hij/zij heeft verricht op het gebied
      van muziek in relatie tot minimaal
      één van de andere kunstvormen.

de kandidaat laat ons zien wat hij met het vak muziek de afgelopen jaren gedaan heeft, dat kan in de vorm van een presentatie, werkstuk, video, muziek spelen/zingen. De kandidaat is tot op zekere hoogte vrij hoe hij/zij dit aanpakt.

SE

 

 

 

 

 

 

 

MU/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

de kandidaat laat ons zien wat hij met het vak muziek de afgelopen jaren gedaan heeft, dat kan in de vorm van een presentatie, werkstuk, video, muziek spelen/zingen. De kandidaat is tot op zekere hoogte vrij hoe hij/zij dit aanpakt.

SE

 

 

MU/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

de kandidaat laat ons zien wat hij met het vak muziek de afgelopen jaren gedaan heeft, dat kan in de vorm van een presentatie, werkstuk, video, muziek spelen/zingen. De kandidaat is tot op zekere hoogte vrij hoe hij/zij dit aanpakt.

SE

 

 

MU/K/3 Leervaardigheden in het vak muziek

De kandidaat kan een aantal vaardigheden toepassen, zoals het toepassen van muzikale begrippen, die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen.

de kandidaat laat ons zien wat hij met het vak muziek de afgelopen jaren gedaan heeft, dat kan in de vorm van een presentatie, werkstuk, video, muziek spelen/zingen. De kandidaat is tot op zekere hoogte vrij hoe hij/zij dit aanpakt.

CE / SE

 

 

MU/K/6 Presenteren

De kandidaat kan alleen en/of in samenwerking met anderen (onderdelen van) het musiceerrepertoire presenteren.

de kandidaat laat ons zien wat hij met het vak muziek de afgelopen jaren gedaan heeft, dat kan in de vorm van een presentatie, werkstuk, video, muziek spelen/zingen. De kandidaat is tot op zekere hoogte vrij hoe hij/zij dit aanpakt.

SE

 

 

MU/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van muziek in de maatschappij.

de kandidaat laat ons zien wat hij met het vak muziek de afgelopen jaren gedaan heeft, dat kan in de vorm van een presentatie, werkstuk, video, muziek spelen/zingen. De kandidaat is tot op zekere hoogte vrij hoe hij/zij dit aanpakt.

SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

lichamelijke opvoeding (gemeenschappelijk deel) - 353

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

5%

n.v.t.

nee

nee

LO 3.1.1 GT

 

LO1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan en in de maatschappij verwoorden.

Racketspelen

SE

 

 

 

 

 

 

LO1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan in bewegingssituaties basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, zelfstandig (samen)werken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

LO1/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding

De kandidaat ontwikkelt zich ten aanzien van een aantal vaardigheden in bewegen en sport die bijdragen tot de ontwikkeling van de eigen leerkansen, zoals:
- Kunnen omgaan met regels en een
  bijdrage leveren aan een sportief
  verloop en aan de veiligheid van
  zichzelf en anderen
- Eenvoudige regeltaken uitvoeren om
  samen bewegingssituaties op gang
  te kunnen brengen en houden
- In bewegingssituaties kunnen
  omgaan met elementen als lukken en
  mislukken en winst en verlies
- Verschillen in prestatieniveau,
  motieven,  interesses, culturele
  achtergronden en geslacht
  hanteren binnen  bewegingssituaties
- Oriënteren op de eigen sportloopbaan
  en eigen voorkeuren aangeven
  ten aanzien van bewegen en sport
- Kritisch reflecteren op opgedane
  ervaringen in relatie tot eigen
  wensen,  motieven en mogelijkheden.

 

SE

 

 

LO1/K/4 Spel

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen de volgende spelen uitvoeren:
- Een slag- en loopspel, drie
  doelspelen,  twee terugslagspelen
  (een vorm van volleybal en keuze uit
  minstens  één vorm van badminton,
  tennis of tafeltennis), vormen van
  tik- en afgooispelen en daarbij:
- Zich houden aan afgesproken regels,
  oog hebben voor veiligheid en
  regelende taken uitvoeren.

 

SE

 

 

LO1/K/9 Actuele bewegingsactiviteiten

De kandidaat kan alleen of samen met anderen twee
nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren.

 

SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

8%

n.v.t.

nee

nee

LO 3.1.2 GT

 

LO1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan en in de maatschappij verwoorden.

Conditionele vormen

SE

 

 

 

 

 

 

 

LO1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan in bewegingssituaties basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, zelfstandig (samen)werken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

LO1/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding

De kandidaat ontwikkelt zich ten aanzien van een aantal vaardigheden in bewegen en sport die bijdragen tot de ontwikkeling van de eigen leerkansen, zoals:
-  Kunnen omgaan met regels en een
   bijdrage leveren aan een sportief
   verloop en aan de veiligheid van
   zichzelf en anderen
-  Eenvoudige regeltaken uitvoeren om
   samen bewegingssituaties op gang
   te kunnen brengen en houden
-  In bewegingssituaties kunnen
   omgaan met elementen als lukken
   en mislukken en winst en verlies
-  Verschillen in prestatieniveau,
   motieven, interesses, culturele
   achtergronden en geslacht hanteren
   binnen bewegingssituaties
-  Oriënteren op de eigen
   sportloopbaan en eigen voorkeuren
   aangeven ten aanzien van
   bewegen en sport
-  Kritisch reflecteren op opgedane
   ervaringen in relatie tot eigen
   wensen, motieven en mogelijkheden.

 

SE

 

 

LO1/K/6 Bewegen op muziek

De kandidaat kan alleen of samen met anderen één van de volgende vormen van bewegen op muziek uitvoeren:
-     Ritme en bewegen, streetdance,
      jazzdans of conditionele vormen
      op muziek en daarbij regelende
      taken uitvoeren, waaronder een
      eenvoudige variatie ontwerpen
      en uitvoeren.
dan wel:
-     indien het bevoegd gezag hier op
      grond van de identiteit voor kiest,
      een vorm van bewegen op muziek
      naar keuze, of een andere
      bewegingsactiviteit waarbij
      ritme en tempo bepalend zijn.

 

 

 

 

LO1/K/7 Atletiek

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen de volgende spelen uitvoeren:
- Een slag- en loopspel, drie
  doelspelen,  twee terugslagspelen
  (een vorm van volleybal en keuze uit
  minstens  één vorm van badminton,
  tennis of tafeltennis), vormen van
  tik- en afgooispelen en daarbij:
- Zich houden aan afgesproken regels,
  oog hebben voor veiligheid en
  regelende taken uitvoeren.

 

SE

 

 

LO1/K/9 Actuele bewegingsactiviteiten

De kandidaat kan alleen of samen met anderen twee
nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren.

 

SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

6%

n.v.t.

nee

nee

LO 3.2.1 GT

 

LO1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan en in de maatschappij verwoorden.

Trampoline springen

SE

 

 

 

 

 

 

 

LO1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan in bewegingssituaties basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, zelfstandig (samen)werken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

LO1/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding

De kandidaat ontwikkelt zich ten aanzien van een aantal vaardigheden in bewegen en sport die bijdragen tot de ontwikkeling van de eigen leerkansen, zoals:
- Kunnen omgaan met regels en een
  bijdrage leveren aan een sportief
  verloop en aan de veiligheid van
  zichzelf en anderen
- Eenvoudige regeltaken uitvoeren om
  samen bewegingssituaties op gang
  te kunnen brengen en houden
- In bewegingssituaties kunnen
  omgaan met elementen als lukken en
  mislukken en winst en verlies
- Verschillen in prestatieniveau,
  motieven, interesses, culturele
  achtergronden en geslacht hanteren
  binnen bewegingssituaties
- Oriënteren op de eigen sportloopbaan
  en eigen voorkeuren aangeven
  ten aanzien van bewegen en sport
- Kritisch reflecteren op opgedane
  ervaringen in relatie tot
  eigen wensen, motieven en
  mogelijkheden.

 

SE

 

 

LO1/K/5 Turnen

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen één of meer van de volgende turnactiviteiten uitvoeren:
-     Steun- en vrij springen, herhaald
      springen, zwaaien, balanceren en
      acrobatiek en daarbij:
-     Adequaat omgaan met risico’s en
      meehelpen bij regelende taken,
      waaronder hulpverlenen.

 

SE

 

 

LO1/K/9 Actuele bewegingsactiviteiten

De kandidaat kan alleen of samen met anderen twee
nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren.

 

SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

8%

n.v.t.

nee

nee

LO 3.2.2 GT

 

LO1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan, vrijwilligerswerk en in de maatschappij
verwoorden.

Spelvormen

SE

 

 

 

 

 

 

 

LO1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en
informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

LO1/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding

De kandidaat ontwikkelt een aantal vaardigheden in bewegen en sport, zoals:
- Omgaan met regels en een bijdrage
  leveren aan een sportief verloop en
  aan de veiligheid van zichzelf en
  anderen;
- Regeltaken uitvoeren om samen
  bewegingssituaties op gang te
  kunnen  brengen en houden;
- In bewegingssituaties omgaan met
  aspecten als lukken en mislukken en
  winst en verlies;
- Omgaan met verschillen in
  prestatieniveau, motieven, interesses,
  culturele achtergronden en geslacht
  binnen bewegingssituaties;
- Zich oriënteren op de eigen
  sportloopbaan en eigen voorkeuren
  aangeven ten aanzien van
  bewegen en sport;
- Kritisch reflecteren op opgedane
  ervaringen in relatie tot
  eigen wensen, motieven en
  mogelijkheden.

 

SE

 

 

LO1/K/4 Spel

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen de volgende spelen uitvoeren:
- Een slag- en loopspel, drie
  doelspelen,  twee terugslagspelen
  (een vorm van volleybal en keuze uit
  minstens  één vorm van badminton,
  tennis of tafeltennis), vormen van
  tik- en afgooispelen en daarbij:
- Zich houden aan afgesproken regels,
  oog hebben voor veiligheid en
  regelende taken uitvoeren.

 

SE

 

 

LO1/K/6 Bewegen op muziek

De kandidaat kan alleen of samen met anderen één van de volgende vormen van bewegen op muziek uitvoeren:
-     Ritme en bewegen, streetdance,
      jazzdans of conditionele vormen
      op muziek en daarbij regelende
      taken uitvoeren, waaronder een
      eenvoudige variatie ontwerpen
      en uitvoeren.
dan wel:
-     indien het bevoegd gezag hier op
      grond van de identiteit voor kiest,
      een vorm van bewegen op muziek
      naar keuze, of een andere
      bewegingsactiviteit waarbij
      ritme en tempo bepalend zijn.

 

SE

 

 

LO1/K/8 Zelfverdediging

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen één van de volgende vormen zelfverdediging  uitvoeren:
-     Stoeispelen (bijvoorbeeld: vormen
      van judo), trefspelen (bijvoorbeeld:
      vormen van boksen, schermen of
      karate- do) en daarbij
-     Veiligheidsregels en (etiquette)
      regels bij zelfverdediging in acht
      nemen en regelende taken
      uitvoeren.

 

SE

 

 

LO1/K/9 Actuele bewegingsactiviteiten

De kandidaat kan alleen of samen met anderen twee
nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren.

 

SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

5%

n.v.t.

nee

nee

LO 3.3.1 GT

 

LO1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan en in de maatschappij verwoorden.

Spelvormen

SE

 

 

 

 

 

 

 

LO1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan in bewegingssituaties basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, zelfstandig (samen)werken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

LO1/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding

De kandidaat ontwikkelt zich ten aanzien van een aantal vaardigheden in bewegen en sport die bijdragen tot de ontwikkeling van de eigen leerkansen, zoals:
- Kunnen omgaan met regels en een
  bijdrage leveren aan een sportief
  verloop en aan de veiligheid van
  zichzelf en anderen
- Eenvoudige regeltaken uitvoeren om
  samen bewegingssituaties op gang te
  kunnen brengen en houden
- In bewegingssituaties kunnen
  omgaan met elementen als lukken en
  mislukken en winst en verlies
- Verschillen in prestatieniveau,
  motieven,  interesses, culturele
  achtergronden en geslacht hanteren
  binnen bewegingssituaties
- Oriënteren op de eigen
  sportloopbaan en eigen voorkeuren
  aangeven ten aanzien van bewegen
  en sport
- Kritisch reflecteren op opgedane
  ervaringen in relatie tot
  eigen wensen, motieven en
  mogelijkheden.

 

SE

 

 

LO1/K/4 Spel

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen de volgende spelen uitvoeren:
- Een slag- en loopspel, drie
  doelspelen,  twee terugslagspelen
  (een vorm van volleybal en keuze uit
  minstens  één vorm van badminton,
  tennis of tafeltennis), vormen van
  tik- en afgooispelen en daarbij:
- Zich houden aan afgesproken regels,
  oog hebben voor veiligheid en
  regelende taken uitvoeren.

 

SE

 

 

LO1/K/6 Bewegen op muziek

De kandidaat kan alleen of samen met anderen één van de volgende vormen van bewegen op muziek uitvoeren:
-     Ritme en bewegen, streetdance,
      jazzdans of conditionele vormen op
      muziek en daarbij regelende taken
      uitvoeren, waaronder een
      eenvoudige variatie ontwerpen en
      uitvoeren.
dan wel:
-     indien het bevoegd gezag hier op
      grond van de identiteit voor kiest,
      een vorm van bewegen op muziek
      naar keuze, of een andere
      bewegingsactiviteit waarbij ritme
      en tempo bepalend zijn.

 

SE

 

 

LO1/K/8 Zelfverdediging

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen één van de volgende vormen zelfverdediging  uitvoeren:
- Stoeispelen (bijvoorbeeld: vormen
  van judo), trefspelen (bijvoorbeeld:
  vormen van boksen, schermen of
  karate- do) en daarbij
- Veiligheidsregels en (etiquette)
  regels bij zelfverdediging in acht
  nemen en regelende taken uitvoeren.

 

SE

 

 

LO1/K/9 Actuele bewegingsactiviteiten

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen twee nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren die hij kan kiezen uit een aanbod dat bij voorkeur niet behoort tot één van de hierboven genoemde activiteitengebieden (bijvoorbeeld water-, winter- of outdoorsporten).

 

SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

8%

n.v.t.

nee

nee

LO 3.3.2 GT

 

LO1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan en in de maatschappij verwoorden.

Conditionele vormen

SE

 

 

 

 

 

 

 

LO1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan in bewegingssituaties basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, zelfstandig (samen)werken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

LO1/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding

De kandidaat ontwikkelt zich ten aanzien van een aantal vaardigheden in bewegen en sport die bijdragen tot de ontwikkeling van de eigen leerkansen, zoals:
-     Kunnen omgaan met regels en een
      bijdrage leveren aan een sportief
      verloop en aan de veiligheid van
      zichzelf en anderen
-     Eenvoudige regeltaken uitvoeren
      om samen bewegingssituaties op
      gang te kunnen brengen en houden
-     In bewegingssituaties kunnen
      omgaan met elementen als lukken
      en mislukken en winst en verlies
-     Verschillen in prestatieniveau,
      motieven, interesses, culturele
      achtergronden en geslacht
      hanteren binnen
      bewegingssituaties
-     Oriënteren op de eigen
      sportloopbaan en eigen voorkeuren
      aangeven ten aanzien van
      bewegen en sport
-     Kritisch reflecteren op opgedane
      ervaringen in relatie tot eigen
      wensen, motieven en
      mogelijkheden.

 

SE

 

 

LO1/K/6 Bewegen op muziek

De kandidaat kan alleen of samen met anderen één van de volgende vormen van bewegen op muziek uitvoeren:
-     Ritme en bewegen, streetdance,
      jazzdans of conditionele vormen op
      muziek en daarbij regelende taken
      uitvoeren, waaronder een
      eenvoudige variatie ontwerpen en
      uitvoeren.
dan wel:
-     indien het bevoegd gezag hier op
      grond van de identiteit voor kiest,
      een vorm van bewegen op muziek
      naar keuze, of een andere
      bewegingsactiviteit waarbij ritme
      en tempo bepalend zijn.

 

SE

 

 

LO1/K/7 Atletiek

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen de volgende spelen uitvoeren:
- Een slag- en loopspel, drie
  doelspelen,  twee terugslagspelen
  (een vorm van volleybal en keuze uit
  minstens  één vorm van badminton,
  tennis of tafeltennis), vormen van
  tik- en afgooispelen en daarbij:
- Zich houden aan afgesproken regels,
  oog hebben voor veiligheid en
  regelende taken uitvoeren.

 

SE

 

 

LO1/K/9 Actuele bewegingsactiviteiten

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen twee nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren die hij kan kiezen uit een aanbod dat bij voorkeur niet behoort tot één van de hierboven genoemde activiteitengebieden (bijvoorbeeld water-, winter- of outdoorsporten).

 

SE

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

4.1.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

n.v.t.

nee

nee

LO 4.1.1 GT

 

LO1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan en in de maatschappij verwoorden.

Spelvormen

SE

 

 

 

 

 

 

 

LO1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan in bewegingssituaties basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, zelfstandig (samen)werken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

LO1/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding

De kandidaat ontwikkelt zich ten aanzien van een aantal vaardigheden in bewegen en sport die bijdragen tot de ontwikkeling van de eigen leerkansen, zoals:
-    Kunnen omgaan met regels en een
     bijdrage leveren aan een sportief
     verloop en aan de veiligheid van
     zichzelf en anderen
-    Eenvoudige regeltaken uitvoeren
     om samen bewegingssituaties op
     gang te kunnen brengen en houden
-    In bewegingssituaties kunnen
     omgaan met elementen als lukken
     en mislukken en winst en verlies
-    Verschillen in prestatieniveau,
     motieven, interesses, culturele
     achtergronden en geslacht hanteren
     binnen bewegingssituaties
-    Oriënteren op de eigen
     sportloopbaan en eigen voorkeuren
     aangeven ten aanzien van bewegen
     en sport
-    Kritisch reflecteren op opgedane
     ervaringen in relatie tot eigen
     wensen, motieven en
     mogelijkheden.

 

SE

 

 

LO1/K/4 Spel

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen de volgende spelen uitvoeren:
- Een slag- en loopspel, drie
  doelspelen,  twee terugslagspelen
  (een vorm van volleybal en keuze uit
  minstens  één vorm van badminton,
  tennis of tafeltennis), vormen van
  tik- en afgooispelen en daarbij:
- Zich houden aan afgesproken regels,
  oog hebben voor veiligheid en
  regelende taken uitvoeren.

 

SE

 

 

LO1/K/6 Bewegen op muziek

De kandidaat kan alleen of samen met anderen één van de volgende vormen van bewegen op muziek uitvoeren:
-     Ritme en bewegen, streetdance,
      jazzdans of conditionele vormen op
      muziek en daarbij regelende taken
      uitvoeren, waaronder een
      eenvoudige variatie ontwerpen en
      uitvoeren.
dan wel:
-     indien het bevoegd gezag hier op
      grond van de identiteit voor kiest,
      een vorm van bewegen op muziek
      naar keuze, of een andere
      bewegingsactiviteit waarbij ritme
      en tempo bepalend zijn.

 

SE

 

 

LO1/K/8 Zelfverdediging

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen één van de volgende vormen zelfverdediging  uitvoeren:
-     Stoeispelen (bijvoorbeeld: vormen
      van judo), trefspelen (bijvoorbeeld:
      vormen van boksen, schermen of
      karate- do) en daarbij
-     Veiligheidsregels en (etiquette)
      regels bij zelfverdediging in acht
      nemen en regelende taken
      uitvoeren.

 

SE

 

 

LO1/K/9 Actuele bewegingsactiviteiten

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen twee nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren die hij kan kiezen uit een aanbod dat bij voorkeur niet behoort tot één van de hierboven genoemde activiteitengebieden (bijvoorbeeld water-, winter- of outdoorsporten).

 

SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

n.v.t.

nee

nee

LO 4.1.2 GT

 

LO1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan en in de maatschappij verwoorden.

Conditionele vormen

SE

 

 

 

 

 

 

 

LO1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan in bewegingssituaties basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, zelfstandig (samen)werken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

LO1/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding

De kandidaat ontwikkelt zich ten aanzien van een aantal vaardigheden in bewegen en sport die bijdragen tot de ontwikkeling van de eigen leerkansen, zoals:
-     Kunnen omgaan met regels en een
      bijdrage leveren aan een sportief
      verloop en aan de veiligheid van
      zichzelf en anderen
-     Eenvoudige regeltaken uitvoeren
      om samen bewegingssituaties op
      gang te kunnen brengen en houden
-     In bewegingssituaties kunnen
      omgaan met elementen als lukken
      en mislukken en winst en verlies
-     Verschillen in prestatieniveau,
      motieven, interesses, culturele
      achtergronden en geslacht
      hanteren binnen
      bewegingssituaties
-     Oriënteren op de eigen
      sportloopbaan en eigen voorkeuren
      aangeven ten aanzien van
      bewegen en sport
-     Kritisch reflecteren op opgedane
      ervaringen in relatie tot eigen
      wensen, motieven en
      mogelijkheden.

 

SE

 

 

LO1/K/6 Bewegen op muziek

De kandidaat kan alleen of samen met anderen één van de volgende vormen van bewegen op muziek uitvoeren:
-     Ritme en bewegen, streetdance,
      jazzdans of conditionele vormen op
      muziek en daarbij regelende taken
      uitvoeren, waaronder een
      eenvoudige variatie ontwerpen en
      uitvoeren.
dan wel:
-     indien het bevoegd gezag hier op
      grond van de identiteit voor kiest,
      een vorm van bewegen op muziek
      naar keuze, of een andere
      bewegingsactiviteit waarbij ritme
      en tempo bepalend zijn.

 

SE

 

 

LO1/K/7 Atletiek

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen de volgende spelen uitvoeren:
- Een slag- en loopspel, drie
  doelspelen,  twee terugslagspelen
  (een vorm van volleybal en keuze uit
  minstens  één vorm van badminton,
  tennis of tafeltennis), vormen van
  tik- en afgooispelen en daarbij:
- Zich houden aan afgesproken regels,
  oog hebben voor veiligheid en
  regelende taken uitvoeren.

 

SE

 

 

LO1/K/9 Actuele bewegingsactiviteiten

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen twee nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren die hij kan kiezen uit een aanbod dat bij voorkeur niet behoort tot één van de hierboven genoemde activiteitengebieden (bijvoorbeeld water-, winter- of outdoorsporten).

 

SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

n.v.t.

nee

nee

LO 4.2.1 GT

 

LO1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan en in de maatschappij verwoorden.

Spelvormen

SE

 

 

 

 

 

 

 

LO1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan in bewegingssituaties basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, zelfstandig (samen)werken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

LO1/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding

De kandidaat ontwikkelt zich ten aanzien van een aantal vaardigheden in bewegen en sport die bijdragen tot de ontwikkeling van de eigen leerkansen, zoals:
-     Kunnen omgaan met regels en een
      bijdrage leveren aan een sportief     
      verloop en aan de veiligheid van
      zichzelf en anderen
-     Eenvoudige regeltaken uitvoeren
      om samen bewegingssituaties op
      gang te kunnen brengen en houden
-     In bewegingssituaties kunnen
      omgaan met elementen als lukken
      en mislukken en winst en verlies
-     Verschillen in prestatieniveau,
      motieven, interesses, culturele
      achtergronden en geslacht
      hanteren binnen
      bewegingssituaties
-     Oriënteren op de eigen
      sportloopbaan en eigen voorkeuren
      aangeven ten aanzien van
      bewegen en sport
-     Kritisch reflecteren op opgedane
      ervaringen in relatie tot eigen
      wensen, motieven en
      mogelijkheden.

 

SE

 

 

LO1/K/4 Spel

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen de volgende spelen uitvoeren:
- Een slag- en loopspel, drie
  doelspelen,  twee terugslagspelen
  (een vorm van volleybal en keuze uit
  minstens  één vorm van badminton,
  tennis of tafeltennis), vormen van
  tik- en afgooispelen en daarbij:
- Zich houden aan afgesproken regels,
  oog hebben voor veiligheid en
  regelende taken uitvoeren.

 

SE

 

 

LO1/K/6 Bewegen op muziek

De kandidaat kan alleen of samen met anderen één van de volgende vormen van bewegen op muziek uitvoeren:
-     Ritme en bewegen, streetdance,
      jazzdans of conditionele vormen op
      muziek en daarbij regelende taken
      uitvoeren, waaronder een
      eenvoudige variatie ontwerpen en
      uitvoeren.
dan wel:
-     indien het bevoegd gezag hier op
      grond van de identiteit voor kiest,
      een vorm van bewegen op muziek
      naar keuze, of een andere
      bewegingsactiviteit waarbij ritme
      en tempo bepalend zijn.

 

SE

 

 

 

LO1/K/8 Zelfverdediging

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen één van de volgende vormen zelfverdediging  uitvoeren:
-     Stoeispelen (bijvoorbeeld: vormen
      van judo), trefspelen (bijvoorbeeld:
      vormen van boksen, schermen of
      karate- do) en daarbij
-     Veiligheidsregels en (etiquette)
      regels bij zelfverdediging in acht
      nemen en regelende taken
      uitvoeren.

 

SE

 

 

LO1/K/9 Actuele bewegingsactiviteiten

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen twee nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren die hij kan kiezen uit een aanbod dat bij voorkeur niet behoort tot één van de hierboven genoemde activiteitengebieden (bijvoorbeeld water-, winter- of outdoorsporten).

 

SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

n.v.t.

nee

nee

LO 4.2.2 GT

 

LO1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan en in de maatschappij verwoorden.

Conditionele vormen

SE

 

 

 

 

 

 

 

LO1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan in bewegingssituaties basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, zelfstandig (samen)werken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

LO1/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding

De kandidaat ontwikkelt zich ten aanzien van een aantal vaardigheden in bewegen en sport die bijdragen tot de ontwikkeling van de eigen leerkansen, zoals:
-   Kunnen omgaan met regels en een
    bijdrage leveren aan een sportief
    verloop en aan de veiligheid van
     zichzelf en anderen
-   Eenvoudige regeltaken uitvoeren
    om samen bewegingssituaties op
    gang te kunnen brengen en houden
-   In bewegingssituaties kunnen
    omgaan met elementen als lukken
    en mislukken en winst en verlies
-   Verschillen in prestatieniveau,
    motieven, interesses, culturele
    achtergronden en geslacht hanteren
    binnen bewegingssituaties
-   Oriënteren op de eigen
    sportloopbaan en eigen voorkeuren
    aangeven ten aanzien van bewegen
    en sport
-   Kritisch reflecteren op opgedane
    ervaringen in relatie tot eigen
    wensen, motieven en mogelijkheden.

 

SE

 

 

LO1/K/6 Bewegen op muziek

De kandidaat kan alleen of samen met anderen één van de volgende vormen van bewegen op muziek uitvoeren:
-     Ritme en bewegen, streetdance,
      jazzdans of conditionele vormen op
      muziek en daarbij regelende taken
      uitvoeren, waaronder een
      eenvoudige variatie ontwerpen en
      uitvoeren.
dan wel:
-     indien het bevoegd gezag hier op
      grond van de identiteit voor kiest,
      een vorm van bewegen op muziek
      naar keuze, of een andere
      bewegingsactiviteit waarbij ritme
      en tempo bepalend zijn.

 

SE

 

 

LO1/K/7 Atletiek

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen de volgende spelen uitvoeren:
- Een slag- en loopspel, drie
  doelspelen,  twee terugslagspelen
  (een vorm van volleybal en keuze uit
  minstens  één vorm van badminton,
  tennis of tafeltennis), vormen van
  tik- en afgooispelen en daarbij:
- Zich houden aan afgesproken regels,
  oog hebben voor veiligheid en
  regelende taken uitvoeren.

 

SE

 

 

LO1/K/9 Actuele bewegingsactiviteiten

De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen twee nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren die hij kan kiezen uit een aanbod dat bij voorkeur niet behoort tot één van de hierboven genoemde activiteitengebieden (bijvoorbeeld water-, winter- of outdoorsporten).

 

SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

lichamelijke opvoeding 2 - 352

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

5%

n.v.t.

In de week van 18-10-2021

nee

LO2 3.1.1 GT

 

LO2/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en
informatie verwerven en verwerken.

Product: Vlog over jij als persoon / sport / doelstellingen LO2.

SE

 

 

 

 

 

 

LO2/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding

De kandidaat ontwikkelt een aantal vaardigheden in bewegen en sport, zoals:
- Omgaan met regels en een bijdrage
  leveren aan een sportief verloop en
  aan de veiligheid van zichzelf en
  anderen;
- Regeltaken uitvoeren om samen
  bewegingssituaties op gang te
  kunnen brengen en houden;
- In bewegingssituaties omgaan met
  aspecten als lukken en mislukken en
  winst en verlies;
- Omgaan met verschillen in
  prestatieniveau, motieven,
  interesses, culturele achtergronden
  en geslacht binnen
  bewegingssituaties;
- Zich oriënteren op de eigen
  sportloopbaan en eigen voorkeuren
  aangeven ten aanzien van
  bewegen en sport;
- Kritisch reflecteren op opgedane
  ervaringen in relatie tot eigen
  wensen, motieven en mogelijkheden.

Praktijk: Honkspelen ( spel + regels ).

SE

 

 

LO2/K/10 Bewegen regelen

De kandidaat kan alleen of samen met anderen diverse regeltaken uitvoeren en één regelende rol uitvoeren waarbij
de kandidaat niet zelf als beweger is betrokken.

 

SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

7%

n.v.t.

In de week van 13-12-2021

ja

LO2 3.1.2 GT

 

LO2/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan, vrijwilligerswerk en in de maatschappij
verwoorden.

Product: Voorbereiden en uitvoeren van een kleuteractiviteit.

SE

 

 

 

 

 

 

 

LO2/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en
informatie verwerven en verwerken.

Praktijk: Demo Turnen

SE

 

 

LO2/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding

De kandidaat ontwikkelt een aantal vaardigheden in bewegen en sport, zoals:
- Omgaan met regels en een bijdrage
  leveren aan een sportief verloop en
  aan de veiligheid van zichzelf en
  anderen;
- Regeltaken uitvoeren om samen
  bewegingssituaties op gang te
  kunnen brengen en houden;
- In bewegingssituaties omgaan met
  aspecten als lukken en mislukken en
  winst en verlies;
- Omgaan met verschillen in
  prestatieniveau, motieven,
  interesses, culturele achtergronden
  en geslacht binnen
  bewegingssituaties;
- Zich oriënteren op de eigen
  sportloopbaan en eigen voorkeuren
  aangeven ten aanzien van
  bewegen en sport;
- Kritisch reflecteren op opgedane
  ervaringen in relatie tot eigen
  wensen, motieven en mogelijkheden.

 

SE

 

 

LO2/K/10 Bewegen regelen

De kandidaat kan alleen of samen met anderen diverse regeltaken uitvoeren en één regelende rol uitvoeren waarbij
de kandidaat niet zelf als beweger is betrokken.

 

SE

 

 

LO2/K/12 Beroepspraktijkvorming

De kandidaat kan zich oriënteren op beroep of vrijwilligerswerk door het vervullen van (regel)taken in het
werkveld van sport en bewegen.

 

SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

7%

n.v.t.

In de week van 14 -2-2022

nee

LO2 3.2.1 GT

 

LO2/K/11 Bewegen en samenleving en gezondheid

De kandidaat kan verschillende betekenissen van bewegen en sport aangeven in de samenleving en ook de meer
persoonlijke waarde en motieven voor deelname.

Product: Theorie en praktijk EHBO.

SE

 

 

 

 

 

 

 

LO2/K/4 Spel

De kandidaat kan samen met anderen minimaal één doelspel, twee terugslagspelen, één honkloopspel en diverse tikspelen uitvoeren, waarbij het gaat om verdieping
ten opzichte van LO1.

Praktijk: Terug slagspelen.

SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

7%

n.v.t.

In de week van 11-4-2022l

ja

LO2 3.2.2 GT

 

LO2/K/6 Bewegen op muziek

De kandidaat kan twee vormen van bewegen op muziek
uitvoeren, waarbij het gaat om verdieping ten opzichte van LO1.

Product: Maken van een " bewegen op muziek" dans clip.

SE

 

 

 

 

 

 

 

LO2/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en
informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

LO2/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding

De kandidaat ontwikkelt een aantal vaardigheden in bewegen en sport, zoals:
- Omgaan met regels en een bijdrage
  leveren aan een sportief verloop en
  aan de veiligheid van zichzelf en
  anderen;
- Regeltaken uitvoeren om samen
  bewegingssituaties op gang te
  kunnen brengen en houden;
- In bewegingssituaties omgaan met
  aspecten als lukken en mislukken en
  winst en verlies;
- Omgaan met verschillen in
  prestatieniveau, motieven,
  interesses, culturele achtergronden
  en geslacht binnen
  bewegingssituaties;
- Zich oriënteren op de eigen
  sportloopbaan en eigen voorkeuren
  aangeven ten aanzien van
  bewegen en sport;
- Kritisch reflecteren op opgedane
  ervaringen in relatie tot eigen
  wensen, motieven en mogelijkheden.

 

SE

 

 

LO2/K/10 Bewegen regelen

De kandidaat kan alleen of samen met anderen diverse regeltaken uitvoeren en één regelende rol uitvoeren waarbij
de kandidaat niet zelf als beweger is betrokken.

 

SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

7%

n.v.t.

In de week van 7-6-2022

nee

LO2 3.3.1 GT

 

LO2/K/4 Spel

De kandidaat kan samen met anderen minimaal één doelspel, twee terugslagspelen, één honkloopspel en diverse tikspelen uitvoeren, waarbij het gaat om verdieping
ten opzichte van LO1.

Product : Observeren van een sportwedstrijd.

SE

 

 

 

 

 

 

 

LO2/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan, vrijwilligerswerk en in de maatschappij
verwoorden.

Praktijk: Flagrugby

SE

 

 

LO2/K/9 Actuele bewegingsactiviteiten

De kandidaat kan alleen of samen met anderen twee
nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren.

 

SE

 

 

LO2/K/12 Beroepspraktijkvorming

De kandidaat kan zich oriënteren op beroep of vrijwilligerswerk door het vervullen van (regel)taken in het
werkveld van sport en bewegen.

 

SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

7%

n.v.t.

In de week van 4-7-2022

ja

LO2 3.3.2 GT

 

LO2/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan, vrijwilligerswerk en in de maatschappij
verwoorden.

Product: Deelnemen aan een sportevenement.

SE

 

 

 

 

 

 

 

LO2/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en
informatie verwerven en verwerken.

Praktijk: Atletiek

SE

 

 

LO2/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding

De kandidaat ontwikkelt een aantal vaardigheden in bewegen en sport, zoals:
- Omgaan met regels en een bijdrage
  leveren aan een sportief verloop en
  aan de veiligheid van zichzelf en
  anderen;
- Regeltaken uitvoeren om samen
  bewegingssituaties op gang te
  kunnen brengen en houden;
- In bewegingssituaties omgaan met
  aspecten als lukken en mislukken en
  winst en verlies;
- Omgaan met verschillen in
  prestatieniveau, motieven,
  interesses, culturele achtergronden
  en geslacht binnen
  bewegingssituaties;
- Zich oriënteren op de eigen
  sportloopbaan en eigen voorkeuren
  aangeven ten aanzien van
  bewegen en sport;
- Kritisch reflecteren op opgedane
  ervaringen in relatie tot eigen
  wensen, motieven en mogelijkheden.

 

SE

 

 

LO2/K/7 Atletiek

De kandidaat kan alleen en samen met anderen minimaal één loop-, één spring en één werponderdeel uitvoeren, waarbij het gaat om verdieping ten opzichte van LO1.

 

SE

 

 

LO2/K/9 Actuele bewegingsactiviteiten

De kandidaat kan alleen of samen met anderen twee
nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren.

 

SE

 

 

LO2/K/10 Bewegen regelen

De kandidaat kan alleen of samen met anderen diverse regeltaken uitvoeren en één regelende rol uitvoeren waarbij
de kandidaat niet zelf als beweger is betrokken.

 

SE

 

 

LO2/K/12 Beroepspraktijkvorming

De kandidaat kan zich oriënteren op beroep of vrijwilligerswerk door het vervullen van (regel)taken in het
werkveld van sport en bewegen.

 

SE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

loopbaan oriëntatie - 0000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

voldoende

n.v.t.

Inleveren op:

15-12-2021

ja

LOB 3.1.2 GT

 

LOB/C1
De kandidaat is in staat zijn eigen loopbaanontwikkeling vorm te geven.
Hij doet dat met een oriëntatie op een toekomstige opleiding en (loop)baan door middel van reflectie op het eigen handelen en reflectie op ervaringen.
De kandidaat heeft de vaardigheid de eigen loopbaan vorm te geven door op systematische wijze om te gaan met ‘loopbaancompetenties’:
1. Wat kan ik het best en hoe weet ik dat? (kwaliteitenreflectie)
2. Waar ga en sta ik voor en waarom dan? (motievenreflectie)
3. Waar ben ik het meest op mijn gemak en waarom dan? (werkexploratie)
4. Hoe bereik ik mijn doel en waarom zo? (loopbaansturing)
5. Wie kan mij helpen mijn doel te bereiken en waarom die mensen? (netwerken)

Loopbaanreflectiegesprek 

Er wordt middels een LOB-gesprek teruggekeken op de ervaringen van de afgelopen periode en er worden afspraken gemaakt voor de toekomst. De leerling wordt geactiveerd tot een volgende stap. Dit is middels de theorie van Marinka Kuijpers, waarbij de vijf loopbaancompetenties aan bod komen. Na het gesprek maakt de leerling het verslag van het LOB-gesprek en borgt dit in het loopbaandossier.

SE

 

 

 

 

 

 

 

LOB/C2
De kandidaat maakt zijn eigen loopbaanontwikkeling inzichtelijk voor zichzelf en voor anderen door middel van een ‘loopbaandossier’.
In een loopbaandossier is opgenomen welke activiteiten zijn uitgevoerd die hebben bijgedragen tot het ontwikkelen van de ‘loopbaancompetenties’.
In het loopbaandossier wordt beschreven bij een aantal uitgevoerde activiteiten
a. De beoogde doelen
b. De resultaten
c. De evaluatie en conclusie
d. Welke vervolgactiviteiten gepland zijn op basis van de opgedane ervaringen en de daarbij horende conclusies.

De leerling borgt zijn/haar ervaringen in het loopbaandossier. Daarnaast borgt de leerling het verslag van het LOB-gesprek in het loopbaandossier.

Er wordt middels een LOB-gesprek teruggekeken op de ervaringen van de afgelopen periode en er worden afspraken gemaakt voor de toekomst. De leerling wordt geactiveerd tot een volgende stap. Dit is middels de theorie van Marinka Kuijpers, waarbij de vijf loopbaancompetenties aan bod komen. Na het gesprek maakt de leerling het verslag van het LOB-gesprek en borgt dit in het loopbaandossier.

SE

 

 

 

 

 

 

3.2.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

voldoende

n.v.t.

nog te bepalen

ja

LOB 3.2.2 GT

 

LOB/C1
De kandidaat is in staat zijn eigen loopbaanontwikkeling vorm te geven.
Hij doet dat met een oriëntatie op een toekomstige opleiding en (loop)baan door middel van reflectie op het eigen handelen en reflectie op ervaringen.
De kandidaat heeft de vaardigheid de eigen loopbaan vorm te geven door op systematische wijze om te gaan met ‘loopbaancompetenties’:
1. Wat kan ik het best en hoe weet ik dat? (kwaliteitenreflectie)
2. Waar ga en sta ik voor en waarom dan? (motievenreflectie)
3. Waar ben ik het meest op mijn gemak en waarom dan? (werkexploratie)
4. Hoe bereik ik mijn doel en waarom zo? (loopbaansturing)
5. Wie kan mij helpen mijn doel te bereiken en waarom die mensen? (netwerken)

Oriëntatieopdracht op een toekomstige opleiding.

De leerling heeft de keuze uit actieve deelname aan: de informatieavond, een open dag, een meeloopdag of een bedrijfsbezoek.

SE

 

 

 

 

 

 

 

LOB/C2
De kandidaat maakt zijn eigen loopbaanontwikkeling inzichtelijk voor zichzelf en voor anderen door middel van een ‘loopbaandossier’.
In een loopbaandossier is opgenomen welke activiteiten zijn uitgevoerd die hebben bijgedragen tot het ontwikkelen van de ‘loopbaancompetenties’.
In het loopbaandossier wordt beschreven bij een aantal uitgevoerde activiteiten
a. De beoogde doelen
b. De resultaten
c. De evaluatie en conclusie
d. Welke vervolgactiviteiten gepland zijn op basis van de opgedane ervaringen en de daarbij horende conclusies.

Oriëntatieopdracht op een toekomstige opleiding.

De leerling borgt het bezoek in het loopbaandossier d.m.v. een zelfgekozen middel (PPT, blog, vlog, poster, tekening, foto's, etc. ).

SE

 

 

 

 

 

 

3.3.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

voldoende

n.v.t.

nog te bepalen

ja

LOB 3.3.2 GT

 

LOB/C1
De kandidaat is in staat zijn eigen loopbaanontwikkeling vorm te geven.
Hij doet dat met een oriëntatie op een toekomstige opleiding en (loop)baan door middel van reflectie op het eigen handelen en reflectie op ervaringen.
De kandidaat heeft de vaardigheid de eigen loopbaan vorm te geven door op systematische wijze om te gaan met ‘loopbaancompetenties’:
1. Wat kan ik het best en hoe weet ik dat? (kwaliteitenreflectie)
2. Waar ga en sta ik voor en waarom dan? (motievenreflectie)
3. Waar ben ik het meest op mijn gemak en waarom dan? (werkexploratie)
4. Hoe bereik ik mijn doel en waarom zo? (loopbaansturing)
5. Wie kan mij helpen mijn doel te bereiken en waarom die mensen? (netwerken)

Loopbaanreflectiegesprek.

Er wordt middels een LOB-gesprek teruggekeken op de ervaringen van de afgelopen periode en er worden afspraken gemaakt voor de toekomst. De leerling wordt geactiveerd tot een volgende stap. Dit is middels de theorie van Marinka Kuijpers, waarbij de vijf loopbaancompetenties aan bod komen. Na het gesprek maakt de leerling het verslag van het LOB-gesprek en borgt dit in het loopbaandossier.

SE

 

 

 

 

 

 

 

LOB/C2
De kandidaat maakt zijn eigen loopbaanontwikkeling inzichtelijk voor zichzelf en voor anderen door middel van een ‘loopbaandossier’.
In een loopbaandossier is opgenomen welke activiteiten zijn uitgevoerd die hebben bijgedragen tot het ontwikkelen van de ‘loopbaancompetenties’.
In het loopbaandossier wordt beschreven bij een aantal uitgevoerde activiteiten
a. De beoogde doelen
b. De resultaten
c. De evaluatie en conclusie
d. Welke vervolgactiviteiten gepland zijn op basis van de opgedane ervaringen en de daarbij horende conclusies.

De leerling borgt zijn/haar ervaringen in het loopbaandossier. Daarnaast borgt de leerling het verslag van het LOB-gesprek in het loopbaandossier.

Er wordt middels een LOB-gesprek teruggekeken op de ervaringen van de afgelopen periode en er worden afspraken gemaakt voor de toekomst. De leerling wordt geactiveerd tot een volgende stap. Dit is middels de theorie van Marinka Kuijpers, waarbij de vijf loopbaancompetenties aan bod komen. Na het gesprek maakt de leerling het verslag van het LOB-gesprek en borgt dit in het loopbaandossier.

SE

 

 

 

 

 

 

4.1.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

voldoende

n.v.t.

nog te bepalen

ja

LOB 4.1.2 GT

 

LOB/C1
De kandidaat is in staat zijn eigen loopbaanontwikkeling vorm te geven.
Hij doet dat met een oriëntatie op een toekomstige opleiding en (loop)baan door middel van reflectie op het eigen handelen en reflectie op ervaringen.
De kandidaat heeft de vaardigheid de eigen loopbaan vorm te geven door op systematische wijze om te gaan met ‘loopbaancompetenties’:
1. Wat kan ik het best en hoe weet ik dat? (kwaliteitenreflectie)
2. Waar ga en sta ik voor en waarom dan? (motievenreflectie)
3. Waar ben ik het meest op mijn gemak en waarom dan? (werkexploratie)
4. Hoe bereik ik mijn doel en waarom zo? (loopbaansturing)
5. Wie kan mij helpen mijn doel te bereiken en waarom die mensen? (netwerken)

Loopbaanreflectiegesprek.

Er wordt middels een LOB-gesprek teruggekeken op de ervaringen van de afgelopen periode en er worden afspraken gemaakt voor de toekomst. De leerling wordt geactiveerd tot een volgende stap. Dit is middels de theorie van Marinka Kuijpers, waarbij de vijf loopbaancompetenties aan bod komen. Na het gesprek maakt de leerling het verslag van het LOB-gesprek en borgt dit in het loopbaandossier.

SE

 

 

 

 

 

 

 

LOB/C2
De kandidaat maakt zijn eigen loopbaanontwikkeling inzichtelijk voor zichzelf en voor anderen door middel van een ‘loopbaandossier’.
In een loopbaandossier is opgenomen welke activiteiten zijn uitgevoerd die hebben bijgedragen tot het ontwikkelen van de ‘loopbaancompetenties’.
In het loopbaandossier wordt beschreven bij een aantal uitgevoerde activiteiten
a. De beoogde doelen
b. De resultaten
c. De evaluatie en conclusie
d. Welke vervolgactiviteiten gepland zijn op basis van de opgedane ervaringen en de daarbij horende conclusies.

De leerling borgt zijn/haar ervaringen in het loopbaandossier. Daarnaast borgt de leerling het verslag van het LOB-gesprek in het loopbaandossier.

Er wordt middels een LOB-gesprek teruggekeken op de ervaringen van de afgelopen periode en er worden afspraken gemaakt voor de toekomst. De leerling wordt geactiveerd tot een volgende stap. Dit is middels de theorie van Marinka Kuijpers, waarbij de vijf loopbaancompetenties aan bod komen. Na het gesprek maakt de leerling het verslag van het LOB-gesprek en borgt dit in het loopbaandossier.

SE

 

 

 

 

 

 

4.2.2

 

 

 

 

Praktische opdracht

voldoende

n.v.t.

nog te bepalen

ja

LOB 4.2.2 GT

 

LOB/C1
De kandidaat is in staat zijn eigen loopbaanontwikkeling vorm te geven.
Hij doet dat met een oriëntatie op een toekomstige opleiding en (loop)baan door middel van reflectie op het eigen handelen en reflectie op ervaringen.
De kandidaat heeft de vaardigheid de eigen loopbaan vorm te geven door op systematische wijze om te gaan met ‘loopbaancompetenties’:
1. Wat kan ik het best en hoe weet ik dat? (kwaliteitenreflectie)
2. Waar ga en sta ik voor en waarom dan? (motievenreflectie)
3. Waar ben ik het meest op mijn gemak en waarom dan? (werkexploratie)
4. Hoe bereik ik mijn doel en waarom zo? (loopbaansturing)
5. Wie kan mij helpen mijn doel te bereiken en waarom die mensen? (netwerken)

Loopbaanreflectiegesprek.

Er wordt middels een LOB-gesprek teruggekeken op de ervaringen van de afgelopen periode en er worden afspraken gemaakt voor de toekomst. De leerling wordt geactiveerd tot een volgende stap. Dit is middels de theorie van Marinka Kuijpers, waarbij de vijf loopbaancompetenties aan bod komen. Na het gesprek maakt de leerling het verslag van het LOB-gesprek en borgt dit in het loopbaandossier.

SE

 

 

 

 

 

 

 

LOB/C2
De kandidaat maakt zijn eigen loopbaanontwikkeling inzichtelijk voor zichzelf en voor anderen door middel van een ‘loopbaandossier’.
In een loopbaandossier is opgenomen welke activiteiten zijn uitgevoerd die hebben bijgedragen tot het ontwikkelen van de ‘loopbaancompetenties’.
In het loopbaandossier wordt beschreven bij een aantal uitgevoerde activiteiten
a. De beoogde doelen
b. De resultaten
c. De evaluatie en conclusie
d. Welke vervolgactiviteiten gepland zijn op basis van de opgedane ervaringen en de daarbij horende conclusies.

De leerling borgt zijn/haar ervaringen in het loopbaandossier. Daarnaast borgt de leerling het verslag van het LOB-gesprek in het loopbaandossier.

Er wordt middels een LOB-gesprek teruggekeken op de ervaringen van de afgelopen periode en er worden afspraken gemaakt voor de toekomst. De leerling wordt geactiveerd tot een volgende stap. Dit is middels de theorie van Marinka Kuijpers, waarbij de vijf loopbaancompetenties aan bod komen. Na het gesprek maakt de leerling het verslag van het LOB-gesprek en borgt dit in het loopbaandossier.

SE

 

 

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

maatschappijleer - 322

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

4.1.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

n.v.t.

nog te bepalen

nee

MA 4.1.1 GT

 

GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van maatschappijleer in de maatschappij.

H1 Wat is maatschappijleer?
Paragraaf 1 t/m 4

SE

 

 

 

 

 

 

 

ML1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

ML1/K/3 Leervaardigheden in het vak maatschappijleer

De kandidaat kan met betrekking tot een maatschappelijk vraagstuk:
-     principes en procedures van de
      benaderingswijze van het vak
      maatschappijleer toepassen
-     een standpunt innemen en hier
      argumenten voor geven.

 

SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

35%

45 minuten

nee

ja

MA 4.1.2 GT

 

ML1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van maatschappijleer in de maatschappij.

Hoofdstuk 2 Jongeren

SE

 

 

 

 

 

 

 

ML1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Paragraaf 1 t/m 4

SE

 

 

ML1/K/3 Leervaardigheden in het vak maatschappijleer

De kandidaat kan met betrekking tot een maatschappelijk vraagstuk:
-     principes en procedures van de
      benaderingswijze van het vak
      maatschappijleer toepassen
-     een standpunt innemen en hier
      argumenten voor geven.

Hoofdstuk 3 Politiek

SE

 

 

ML1/K/4 Cultuur en socialisatie

De kandidaat kan:
-     beschrijven hoe een mens zich
      ontwikkelt tot lid van de
      samenleving
-     uitleggen dat mensen bij een
      subcultuur (willen) horen en dat
      elke subcultuur invloed heeft
      op het gedrag
-     de rol van onderwijs beschrijven in
      de ontwikkeling van een mens
      als lid van de samenleving.

Paragraaf 1 t/m 7

SE

 

 

ML1/K/4 Cultuur en socialisatie

De kandidaat kan:
-     beschrijven hoe een mens zich
      ontwikkelt tot lid van de
      samenleving en de invloed van het
      socialisatieproces herkennen en
      beschrijven
-     uitleggen dat mensen bij een
      subcultuur (willen) horen en dat
      elke subcultuur invloed heeft op
      het gedrag en socialisatieproces
-     de rol van onderwijs (als
      socialiserende instantie)
      beschrijven in de ontwikkeling
     van een mens als lid van
      de samenleving.

 

SE

 

 

ML1/K/5 Sociale verschillen

De kandidaat kan:
-    met voorbeelden beschrijven wat
     sociale verschillen zijn en hoe die
     veroorzaakt worden, en beschrijven
     hoe de plaats van een mens op de
      maatschappelijke ladder kan
     veranderen
-    voorbeelden geven van belangen
      van mensen in een bepaalde
      maatschappelijke positie en van
      conflicten die daarmee
      samenhangen
-     maatregelen van de overheid ten
      aanzien van sociale ongelijkheid
      noemen.

 

SE

 

 

ML1/K/5 Sociale verschillen

De kandidaat kan:
-     met voorbeelden beschrijven wat
      sociale verschillen zijn en hoe die
      veroorzaakt worden, en
      beschrijven/uitleggen hoe de plaats
      van een mens op de
      maatschappelijke ladder kan
     veranderen (sociale mobiliteit)
-     beschrijven en uitleggen dat
      mensen vanuit hun
      maatschappelijke posities
      belangen hebben en hoe
      daardoor conflicten kunnen
      ontstaan
-    overheidsbeleid ten aanzien van
     sociale ongelijkheid beschrijven en
     verklaren.

 

SE

 

 

ML1/K/6 Macht en zeggenschap

De kandidaat kan:
-     vormen van macht herkennen
-     beschrijven hoe regels het
      samenleven van mensen mogelijk
      maken
-     beschrijven welke mogelijkheden
      burgers hebben om invloed uit te
      oefenen op de politiek, en
      kenmerken van een
      parlementaire democratie
      noemen.

 

SE

 

 

ML1/K/6 Macht en zeggenschap

De kandidaat kan:
-     vormen van macht en
      machtsmiddelen
      herkennen, beschrijven en
      verklaren
-     beschrijven en uitleggen hoe regels
       het samenleven van mensen
       mogelijk maken
-     beschrijven en uitleggen welke
       mogelijkheden burgers hebben om
       invloed uit te oefenen op de
       politiek, en kenmerken van een
       parlementaire democratie noemen,
       herkennen en toelichten.

 

SE

 

 

ML1/K/7 Beeldvorming en stereotypering

De kandidaat kan:
-     beschrijven hoe mensen bij het
      vormen van hun meningen
      beïnvloed
      worden door selectie van informatie
-     uitingen van vooroordelen en
      beeldvorming ten aanzien van
      mannen en vrouwen in de
      samenleving herkennen
      en benoemen
-     voorbeelden noemen van
      vooroordelen en discriminatie,
      beschrijven hoe deze ontstaan en
      aangeven wat er tegen te doen is
-     van een bepaald sociaal probleem
       beschrijven hoe de beeldvorming
       erover tot stand komt/gekomen is.

 

SE

 

 

ML1/K/7 Beeldvorming en stereotypering

De kandidaat kan:
-     aangeven dat selectieve
      waarneming een rol speelt
      in het proces van
      beeld- en meningsvorming
-     uitingen van vooroordelen en
      beeldvorming ten aanzien van
      mannen en vrouwen in de
      samenleving herkennen
      en benoemen
-     beschrijven hoe men uitingen van
      vooroordelen en discriminatie
      tegemoet kan treden vanuit het
      beginsel van gelijkwaardigheid en
      respect
-     van een bepaald sociaal probleem
      beschrijven hoe de beeldvorming
      erover tot stand komt/gekomen is.

 

SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

15%

n.v.t 

nog te bepalen

nee

MA 4.2.1 GT

 

ML1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van maatschappijleer in de maatschappij.

Hoofdstuk 6 Media

SE

 

 

 

 

 

 

 

ML1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Paragraaf 1 t/m 6

SE

 

 

ML1/K/3 Leervaardigheden in het vak maatschappijleer

De kandidaat kan met betrekking tot een maatschappelijk vraagstuk:
-     principes en procedures van de
      benaderingswijze van het vak
      maatschappijleer toepassen
-     een standpunt innemen en hier
      argumenten voor geven.

 

SE

 

 

ML1/K/5 Sociale verschillen

De kandidaat kan:
-     met voorbeelden beschrijven wat
      sociale verschillen zijn en hoe die
      veroorzaakt worden, en beschrijven
      hoe de plaats van een mens op de
      maatschappelijke ladder kan
      veranderen
-     voorbeelden geven van
      belangen van mensen in
      een bepaalde maatschappelijke
      positie en van conflicten die
      daarmee samenhangen
-     maatregelen van de overheid ten
      aanzien van sociale ongelijkheid
      noemen.

 

SE

 

 

ML1/K/5 Sociale verschillen

De kandidaat kan:
-     met voorbeelden beschrijven wat
      sociale verschillen zijn en hoe die
      veroorzaakt worden, en
      beschrijven/uitleggen hoe de plaats
      van een mens op de
      maatschappelijke ladder
      kan veranderen (sociale
      mobiliteit)
-     beschrijven en uitleggen dat
      mensen vanuit hun
      maatschappelijke posities
      belangen hebben en hoe
      daardoor conflicten kunnen
      ontstaan
-    overheidsbeleid ten aanzien van
     sociale ongelijkheid beschrijven en
     verklaren.

 

SE

 

 

ML1/K/7 Beeldvorming en stereotypering

De kandidaat kan:
-     beschrijven hoe mensen bij het
      vormen van hun meningen
      beïnvloed worden door
      selectie van informatie
-     uitingen van vooroordelen en
      beeldvorming ten aanzien van
      mannen en vrouwen in de
      samenleving herkennen en
      benoemen
-     voorbeelden noemen van
      vooroordelen en discriminatie,
      beschrijven hoe deze ontstaan en
      aangeven wat er tegen te doen is
-     van een bepaald sociaal probleem
      beschrijven hoe de beeldvorming
      erover tot stand komt/gekomen is.

 

SE

 

 

ML1/K/7 Beeldvorming en stereotypering

De kandidaat kan:
-     aangeven dat selectieve
      waarneming een rol speelt in het
      proces van beeld- en
      meningsvorming
-     uitingen van vooroordelen en
      beeldvorming ten aanzien van
      mannen en vrouwen in
      de samenleving herkennen
      en benoemen
-     beschrijven hoe men uitingen van
      vooroordelen en discriminatie
      tegemoet kan treden vanuit het
      beginsel van gelijkwaardigheid en
      respect
-    van een bepaald sociaal probleem
      beschrijven hoe de beeldvorming
     erover tot stand komt/gekomen is.

 

SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

35%

45 minuten

nee

ja

MA 4.2.2 GT

 

ML1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van maatschappijleer in de maatschappij.

Hoofdstuk 8 Criminaliteit

SE

 

 

 

 

 

 

 

ML1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Paragraaf 1 t/m 6

SE

 

 

ML1/K/3 Leervaardigheden in het vak maatschappijleer

De kandidaat kan met betrekking tot een maatschappelijk vraagstuk:
-     principes en procedures van de
      benaderingswijze van het vak
      maatschappijleer toepassen
-     een standpunt innemen en hier
      argumenten voor geven.

 

SE

 

 

ML1/K/4 Cultuur en socialisatie

De kandidaat kan:
-     beschrijven hoe een mens zich
      ontwikkelt tot lid van de
      samenleving
-     uitleggen dat mensen bij een
      subcultuur (willen) horen en dat
      elke subcultuur invloed heeft
      op het gedrag
-     de rol van onderwijs beschrijven
      in de ontwikkeling van een mens
      als lid van de samenleving.

 

SE

 

 

ML1/K/4 Cultuur en socialisatie

De kandidaat kan:
-   beschrijven hoe een mens zich
    ontwikkelt tot lid van de samenleving
    en de invloed van het
    socialisatieproces herkennen
    en beschrijven
-   uitleggen dat mensen bij een
    subcultuur (willen) horen en dat elke
    subcultuur invloed heeft op het
     gedrag en socialisatieproces
-   de rol van onderwijs (als
    socialiserende instantie)
     beschrijven in de ontwikkeling van
     een mens als lid van
    de samenleving.

 

SE

 

 

ML1/K/5 Sociale verschillen

De kandidaat kan:
-    met voorbeelden beschrijven wat
     sociale verschillen zijn en hoe die
     veroorzaakt worden, en beschrijven
     hoe de plaats van een mens op de
     maatschappelijke ladder kan
     veranderen
-   voorbeelden geven van belangen
    van mensen in een bepaalde
    maatschappelijke positie en van
    conflicten die daarmee samenhangen
-   maatregelen van de overheid ten
    aanzien van sociale ongelijkheid
    noemen.

 

SE

 

 

ML1/K/5 Sociale verschillen

De kandidaat kan:
-     met voorbeelden beschrijven wat
      sociale verschillen zijn en hoe die
      veroorzaakt worden, en
      beschrijven/uitleggen hoe de plaats
      van een mens op de
      maatschappelijke ladder kan
      veranderen (sociale mobiliteit)
-     beschrijven en uitleggen dat
      mensen vanuit hun
      maatschappelijke posities belangen
      hebben en hoe daardoor conflicten
      kunnen ontstaan
-     overheidsbeleid ten aanzien van
      sociale ongelijkheid beschrijven en
      verklaren.

 

SE

 

 

ML1/K/7 Beeldvorming en stereotypering

De kandidaat kan:
-    beschrijven hoe mensen bij het
     vormen van hun meningen
     beïnvloed worden door selectie
     van informatie
-    uitingen van vooroordelen en
     beeldvorming ten aanzien van
     mannen en vrouwen in de
     samenleving herkennen en
     benoemen
-    voorbeelden noemen van
     vooroordelen en discriminatie,
     beschrijven hoe deze ontstaan en
     aangeven wat er tegen te doen is
-    van een bepaald sociaal probleem
     beschrijven hoe de beeldvorming
     erover tot stand komt/gekomen is.

 

SE

 

 

ML1/K/7 Beeldvorming en stereotypering

De kandidaat kan:
-     aangeven dat selectieve
      waarneming een rol speelt
      in het proces van beeld- en
      meningsvorming
-     uitingen van vooroordelen en
      beeldvorming ten aanzien van
      mannen en vrouwen in de
      samenleving herkennen en
      benoemen
-     beschrijven hoe men uitingen van
      vooroordelen en discriminatie
      tegemoet kan treden vanuit het
      beginsel van gelijkwaardigheid en
      respect
-     van een bepaald sociaal probleem
      beschrijven hoe de beeldvorming
      erover tot stand komt/gekomen is.

 

SE

 

 

 

 

 

 

 

100%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

natuur- en scheikunde I - 173

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

4%

45 minuten

nee

nee

NSK1 3.1.1 GT

 

NASK1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken

H1 Elektriciteit

SE

 

 

 

 

 

 

NASK1/K/3 Leervaardigheden in het vak natuurkunde

De kandidaat kan:
− rekenvaardigheden toepassen
− natuurkundige grootheden hanteren
   en met behulp van formules daarmee
   berekeningen uitvoeren en
   redeneringen opzetten
− natuurkundige apparatuur gebruiken,
   daarmee experimenten uitvoeren
   en de resultaten interpreteren 

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/5 Elektrische energie

De kandidaat kan:
− elektrische schakelingen ontwerpen
   en analyseren en hierover
   berekeningen uitvoeren
− beveiligingen voor elektriciteit
   verklaren en toepassen en keuzes
   tussen verschillende apparaten
   beargumenteren

 

CE / SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

8%

90 minnuten

nee

ja

NSK1 3.1.2 GT

 

NASK1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken

H1 Elektriciteit

SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK1/K/3 Leervaardigheden in het vak natuurkunde

De kandidaat kan:
− rekenvaardigheden toepassen
− natuurkundige grootheden hanteren
   en met behulp van formules daarmee
   berekeningen uitvoeren en
   redeneringen opzetten
− natuurkundige apparatuur gebruiken,
   daarmee experimenten uitvoeren en
   de resultaten interpreteren

H8 Atomen en straling

CE / SE

 

 

NASK1/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan  informatie verwerven en verwerken uit: tabellen, diagrammen en tekst

 

SE

 

 

NASK1/V/4 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/5 Elektrische energie

De kandidaat kan:
− elektrische schakelingen ontwerpen
   en analyseren en hierover
   berekeningen uitvoeren
− beveiligingen voor elektriciteit
   verklaren en toepassen en keuzes
   tussen verschillende apparaten
   beargumenteren

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/10 Bouw van de materie

De kandidaat kan:
− de bouw van stoffen en materialen
   beschrijven in termen van moleculen
   en atomen
− het gedrag van atomen en moleculen
   in de verschillende fasen uitleggen
− de bouw van een atoom beschrijven.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/11 Straling en stralingsbescherming

De kandidaat kan:
− bronnen van ioniserende straling
   noemen
− radioactief verval en toepassingen
   ervan beschrijven
− veiligheidsmaatregelen tegen
   ongewenste effecten van straling en
   radioactieve stoffen beschrijven.

 

SE

 

 

NASK1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op het belang van natuurkunde en natuurkundige technieken in de eigen beroepsopleiding, in de eigen toekomst en in de maatschappij.

 

SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

4%

45 minuten

nee

nee

NSK1 3.2.1 GT

 

NASK1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken

H4 Stoffen

SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK1/K/3 Leervaardigheden in het vak natuurkunde

De kandidaat kan:
− rekenvaardigheden toepassen
− natuurkundige grootheden hanteren
   en met behulp van formules daarmee
   berekeningen uitvoeren en
   redeneringen opzetten
− natuurkundige apparatuur gebruiken,
   daarmee experimenten uitvoeren en
   de resultaten interpreteren

H7 Materialen

CE / SE

 

 

NASK1/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan  informatie verwerven en verwerken uit: tabellen, diagrammen en tekst

 

SE

 

 

NASK1/V/4 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/4 Stoffen en materialen

De kandidaat kan:
− soorten materialen en hun
   stofeigenschappen herkennen en
   toepassen
− gevaren van stoffen en effecten van
   chemische en natuurkundige
   processen voor de mens en het
   milieu herkennen, en maatregelen
   nemen om ongewenste effecten
   hiervan te vermijden door veilig te
   werken en verantwoord met
   afvalstoffen om te gaan
− zinken-zweven-drijven toepassen
   met behulp van dichtheid.

 

CE / SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

9%

90 minuten

nee

ja

NSK1 3.2.2 GT

 

NASK1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken

H4 Stoffen

SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK1/K/3 Leervaardigheden in het vak natuurkunde

De kandidaat kan:
− rekenvaardigheden toepassen
− natuurkundige grootheden hanteren
   en met behulp van formules daarmee
   berekeningen uitvoeren en
   redeneringen opzetten
− natuurkundige apparatuur gebruiken,
   daarmee experimenten uitvoeren en
   de resultaten interpreteren

H7 Materialen

CE / SE

 

 

NASK1/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan  informatie verwerven en verwerken uit: tabellen, diagrammen en tekst

H6 Warmte

SE

 

 

NASK1/V/4 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/4 Stoffen en materialen

De kandidaat kan:
− soorten materialen en hun
   stofeigenschappen herkennen en
   toepassen
− gevaren van stoffen en effecten van
   chemische en natuurkundige
   processen voor de mens en het
   milieu herkennen, en maatregelen
   nemen om ongewenste effecten
   hiervan te vermijden door veilig te
   werken en verantwoord met
   afvalstoffen om te gaan
− zinken-zweven-drijven toepassen
   met behulp van dichtheid.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/6 Verbranden en verwarmen

De kandidaat kan:
− het proces van verbranden
   beschrijven en de verspreiding en
   isolatie van warmte verklaren en
   toepassen
− de manieren van opwekking van
   elektrische energie en de gevolgen
   ervan beschrijven
− het omzetten van energie van de
   ene vorm in de andere vorm
   beschrijven en hierover berekeningen
   uitvoeren.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op het belang van natuurkunde en natuurkundige technieken in de eigen beroepsopleiding, in de eigen toekomst en in de maatschappij.

 

SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

NSK1 3.3.1 GT

 

NASK1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken

H3 Krachten

SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK1/K/3 Leervaardigheden in het vak natuurkunde

De kandidaat kan:
− rekenvaardigheden toepassen
− natuurkundige grootheden hanteren
   en met behulp van formules daarmee
   berekeningen uitvoeren en
   redeneringen opzetten
− natuurkundige apparatuur gebruiken,
   daarmee experimenten uitvoeren en
   de resultaten interpreteren

 

CE / SE

 

 

NASK1/V/4 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

NASK1/V/2 Constructies

De kandidaat kan:
− in constructies krachten
   onderscheiden, samenstellen en
   berekenen
− de plaats van het massamiddelpunt
   bepalen en berekeningen met de
   hefboomwet uitvoeren.

 

CE / SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

90 minuten

nee

ja

NSK1 3.3.2 GT

 

NASK1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken

H2 Het weer

SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK1/K/3 Leervaardigheden in het vak natuurkunde

De kandidaat kan:
− rekenvaardigheden toepassen
− natuurkundige grootheden hanteren
   en met behulp van formules daarmee
   berekeningen uitvoeren en
   redeneringen opzetten
− natuurkundige apparatuur
   gebruiken, daarmee experimenten
   uitvoeren en de resultaten
   interpreteren

H5 Licht

CE / SE

 

 

NASK1/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan  informatie verwerven en verwerken uit: tabellen, diagrammen en tekst

 

SE

 

 

NASK1/V/4 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/12 Het weer

De kandidaat kan:
− het meten van temperatuur en
   luchtdruk toepassen
− het ontstaan van wolken, neerslag
   en bliksem beschrijven
− maatschappelijke aspecten van
   weersverschijnselen toelichten.

 

SE

 

 

NASK1/K/7 Licht en beeld

De kandidaat kan:
− rechtlijnige lichtstralen, verschillende
   soorten lichtbundels,
   schaduwvorming, kleurvorming en
   verschillende soorten straling
   toepassen
− verschillende soorten lenzen
   herkennen en de werking van de
   vlakke spiegel en de bolle lens
   toepassen
− beeldvorming bij het menselijk
   oog en oogafwijkingen toepassen.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op het belang van natuurkunde en natuurkundige technieken in de eigen beroepsopleiding, in de eigen toekomst en in de maatschappij.

 

SE

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

4.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

8%

90 minuten

nee

nee

NSK1 4.1.1 GT

 

NASK1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken

H2 Warmte

SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK1/K/3 Leervaardigheden in het vak natuurkunde

De kandidaat kan:
− rekenvaardigheden toepassen
− natuurkundige grootheden hanteren
   en met behulp van formules daarmee
   berekeningen uitvoeren en
   redeneringen opzetten
− natuurkundige apparatuur gebruiken,
   daarmee experimenten uitvoeren en
   de resultaten interpreteren

H3 Energie

CE / SE

 

 

NASK1/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan  informatie verwerven en verwerken uit: tabellen, diagrammen en tekst

 

SE

 

 

NASK1/V/4 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/6 Verbranden en verwarmen

De kandidaat kan:
− het proces van verbranden
   beschrijven en de verspreiding en
   isolatie van warmte verklaren en
   toepassen
− de manieren van opwekking van
   elektrische energie en de gevolgen
   ervan beschrijven
− het omzetten van energie van de
   ene vorm in de andere vorm
   beschrijven en hierover
   berekeningen uitvoeren.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/4 Stoffen en materialen

De kandidaat kan:
− soorten materialen en hun
   stofeigenschappen herkennen en
   toepassen
− gevaren van stoffen en effecten van
   chemische en natuurkundige
   processen voor de mens en het
   milieu herkennen, en maatregelen
   nemen om ongewenste effecten
   hiervan te vermijden door veilig te
   werken en verantwoord met
   afvalstoffen om te gaan
− zinken-zweven-drijven toepassen
   met behulp van dichtheid.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/5 Elektrische energie

De kandidaat kan:
− elektrische schakelingen ontwerpen
   en analyseren en hierover
   berekeningen uitvoeren
− beveiligingen voor elektriciteit
   verklaren en toepassen en keuzes
   tussen verschillende apparaten
   beargumenteren
− de werking van de dynamo en de
   transformator beschrijven met
   begrippen uit het magnetisme.

 

CE / SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

20%

90 minuten

nee

ja

NSK1 4.1.2 GT

 

NASK1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken

H2 Warmte

SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK1/K/3 Leervaardigheden in het vak natuurkunde

De kandidaat kan:
− rekenvaardigheden toepassen
− natuurkundige grootheden hanteren
   en met behulp van formules
   daarmee berekeningen uitvoeren en
   redeneringen opzetten
− natuurkundige apparatuur
   gebruiken, daarmee experimenten
   uitvoeren en de resultaten
   interpreteren

H3 Energie

CE / SE

 

 

NASK1/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan  informatie verwerven en verwerken uit: tabellen, diagrammen en tekst

H4 Elektriciteit

SE

 

 

NASK1/V/4 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

H5 Geluid

CE / SE

 

 

NASK1/K/6 Verbranden en verwarmen

De kandidaat kan:
− het proces van verbranden
   beschrijven en de verspreiding en
   isolatie van warmte verklaren en
   toepassen
− de manieren van opwekking van
   elektrische energie en de gevolgen
   ervan beschrijven
− het omzetten van energie van de
   ene vorm in de andere vorm
   beschrijven en hierover
   berekeningen uitvoeren.

H1 Krachten

CE / SE

 

 

NASK1/K/4 Stoffen en materialen

De kandidaat kan:
− soorten materialen en hun
   stofeigenschappen herkennen en
   toepassen
− gevaren van stoffen en effecten van
   chemische en natuurkundige
   processen voor de mens en het
   milieu herkennen, en maatregelen
   nemen om ongewenste effecten
   hiervan te vermijden door veilig te
   werken en verantwoord met
   afvalstoffen om te gaan
− zinken-zweven-drijven toepassen
   met behulp van dichtheid.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/5 Elektrische energie

De kandidaat kan:
− elektrische schakelingen ontwerpen
   en analyseren en hierover
   berekeningen uitvoeren
− beveiligingen voor elektriciteit
   verklaren en toepassen en keuzes
   tussen verschillende apparaten
   beargumenteren
− de werking van de dynamo en de
    transformator beschrijven met
   begrippen uit het magnetisme.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/8 Geluid

De kandidaat kan:
− de eigenschappen van geluid
    toepassen en de gevolgen van
    geluidshinder en de beperking
    van geluidshinder toelichten
− geluid vastleggen met oscilloscoop
   of computer en daaruit de frequentie
   bepalen
− de werking van een luidspreker
   uitleggen.

 

CE / SE

 

 

NASK1/V/2 Constructies

De kandidaat kan:
− in constructies krachten
   onderscheiden, ontbinden,
   samenstellen en berekenen
− de plaats van het massamiddelpunt
   bepalen

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/9 Kracht en veiligheid

De kandidaat kan:
− de werking van verschillende soorten
   krachten en de druk van een
   voorwerp op de ondergrond
   berekenen en in evenwichtssituaties
   kwalitatief de hefboomwet toepassen
− bij een bewegend voorwerp
   diagrammen interpreteren, krachten
   samenstellen en de gemiddelde
   snelheid berekenen
− veiligheidsmaatregelen in het verkeer
   uitleggen en toepassen en
   verschijnselen van traagheid
   verklaren.

 

CE / SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

12%

90 minuten

nee

nee

NSK1 4.2.1 GT

 

NASK1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken

H1 Krachten

SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK1/K/3 Leervaardigheden in het vak natuurkunde

De kandidaat kan:
− rekenvaardigheden toepassen
− natuurkundige grootheden hanteren
   en met behulp van formules daarmee
   berekeningen uitvoeren en
   redeneringen opzetten
− natuurkundige apparatuur gebruiken,
   daarmee experimenten uitvoeren en
   de resultaten interpreteren

H7 Stoffen

CE / SE

 

 

NASK1/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan  informatie verwerven en verwerken uit: tabellen, diagrammen en tekst

H8 Materialen

SE

 

 

NASK1/V/4 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

H6 Werktuigen

CE / SE

 

 

NASK1/V/2 Constructies

De kandidaat kan:
− in constructies krachten
   onderscheiden, ontbinden,
   samenstellen en berekenen
− de plaats van het massamiddelpunt
   bepalen en berekeningen met de
   hefboomwet uitvoeren.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/9 Kracht en veiligheid

De kandidaat kan:
− de werking van verschillende soorten
   krachten en de druk van een
   voorwerp op de ondergrond
   berekenen en in evenwichtssituaties
   kwalitatief de hefboomwet toepassen
− bij een bewegend voorwerp
   diagrammen interpreteren, krachten
   samenstellen en de gemiddelde
   snelheid berekenen
− veiligheidsmaatregelen in het verkeer
   uitleggen en toepassen en
   verschijnselen van traagheid
   verklaren.

 

CE / SE

 

 

NASK1/K/4 Stoffen en materialen

De kandidaat kan:
− soorten materialen en hun
   stofeigenschappen herkennen en
   toepassen
− gevaren van stoffen en effecten van
   chemische en natuurkundige
   processen voor de mens en het milieu
   herkennen, en maatregelen nemen
   om ongewenste effecten hiervan te
   vermijden door veilig te werken en
   verantwoord met afvalstoffen om te
   gaan
− zinken-zweven-drijven toepassen
   met behulp van dichtheid.

 

CE / SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

20%

90 minuten

nee

ja

NSK1 4.2.2 GT

 

NASK1/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken

H6 Werktuigen

SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK1/K/3 Leervaardigheden in het vak natuurkunde

De kandidaat kan:
− rekenvaardigheden toepassen
− natuurkundige grootheden hanteren
   en met behulp van formules daarmee
   berekeningen uitvoeren en
   redeneringen opzetten
− natuurkundige apparatuur gebruiken,
   daarmee experimenten uitvoeren en
   de resultaten interpreteren

H10 Bewegingen

CE / SE

 

 

NASK1/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan  informatie verwerven en verwerken uit: tabellen, diagrammen en tekst

H11 Kracht en beweging

SE

 

 

NASK1/V/4 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

H9 Schakelingen

CE / SE

 

 

NASK1/K/5 Elektrische energie

De kandidaat kan:
− elektrische schakelingen ontwerpen
   en analyseren en hierover
   berekeningen uitvoeren
− beveiligingen voor elektriciteit
   verklaren en toepassen en keuzes
   tussen verschillende apparaten
   beargumenteren
− de werking van de dynamo en de
   transformator beschrijven met
   begrippen uit het magnetisme.

H4 Elektriciteit

CE / SE

 

 

NASK1/K/9 Kracht en veiligheid

De kandidaat kan:
− de werking van verschillende soorten
   krachten en de druk van een
   voorwerp op de ondergrond
   berekenen en in evenwichtssituaties
   kwalitatief de hefboomwet toepassen
− bij een bewegend voorwerp
   diagrammen interpreteren, krachten
   samenstellen en de gemiddelde
   snelheid berekenen .

 

CE / SE

 

 

NASK1/V/1 Veiligheid in het verkeer

 De kandidaat kan:
- veiligheidsmaatregelen in het verkeer uitleggen en toepassen en
  verschijnselen van traagheid verklaren.

 

CE / SE

 

 

NASK1/V/2 Constructies

De kandidaat kan:
− in constructies krachten
   onderscheiden, ontbinden,
   samenstellen en berekenen
− de plaats van het massamiddelpunt
   bepalen en berekeningen met de
   hefboomwet uitvoeren.

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

natuur- en scheikunde II - 174

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

NSK2 3.1.1 GT

 

NASK2/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang en de rol aangeven van natuur- en scheikunde in de maatschappij.

NOVA H1 Stoffen en mengsels

SE

 

 

 

 

 

 

NASK2/K/3 Leervaardigheden in het vak natuur- en scheikunde

De kandidaat beheerst strategische vaardigheden die bijdragen tot:
-    de ontwikkeling van het eigen
     leervermogen
-    het vermogen met vaktaal en
     vak methodieken te communiceren
     en onderzoek te doen
-    het toepassen van
     rekenvaardigheden in natuur- en
     scheikunde.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/4 Mens en omgeving: gebruik van stoffen

De kandidaat kan van een aantal (afval)stoffen de gevaren noemen, en veiligheidsmaatregelen noemen ter voorkoming van persoonlijke schade en milieuschade.

 

SE

 

 

NASK2/K/10 Basischemie voor vervolgopleiding en beroep

De kandidaat kan eigenschappen noemen waaraan stoffen herkend kunnen worden.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/11 Bouw van materie

De kandidaat kan de bouw van stoffen beschrijven, en reacties beschrijven met gebruikmaking van de begrippen moleculen, atomen.

 

CE / SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

7%

45 minuten

nee

ja

NSK2 3.1.2 GT

 

NASK2/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang en de rol aangeven van natuur- en scheikunde in de maatschappij.

NOVA H1 Stoffen en mengsels en
H2 Water

SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK2/K/3 Leervaardigheden in het vak natuur- en scheikunde

De kandidaat beheerst strategische vaardigheden die bijdragen tot:
-    de ontwikkeling van het eigen
     leervermogen
-    het vermogen met vaktaal en
     vak methodieken te communiceren
     en onderzoek te doen
-    het toepassen van
      rekenvaardigheden in natuur- en
     scheikunde.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/4 Mens en omgeving: gebruik van stoffen

De kandidaat kan van een aantal (afval)stoffen de gevaren noemen, en veiligheidsmaatregelen noemen ter voorkoming van persoonlijke schade en milieuschade.

 

SE

 

 

NASK2/K/10 Basischemie voor vervolgopleiding en beroep

De kandidaat kan eigenschappen noemen waaraan stoffen herkend kunnen worden.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/7 Water, zuren en basen

De kandidaat kan van leidingwater en van in de natuur voorkomende
 watersoorten de samenstelling, functie en toepassing beschrijven.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/8 Reinigingsmiddelen en cosmetica

De kandidaat kan een aantal was-, reinigings- en oplosmiddelen en
cosmetische middelen noemen, en de werking en/of toepassing beschrijven van een aantal van deze middelen.

 

SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

NSK2 3.2.1 GT

 

NASK2/K/3 Leervaardigheden in het vak natuur- en scheikunde

De kandidaat beheerst strategische vaardigheden die bijdragen tot:
− de ontwikkeling van het eigen
   leervermogen
− het vermogen met vaktaal en
   vak methodieken te communiceren en
   onderzoek te doen
− het toepassen van
   rekenvaardigheden in natuur- en
   scheikunde.

NOVA H3 Mengsels scheiden

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK2/K/4 Mens en omgeving: gebruik van stoffen

De kandidaat kan van een aantal (afval)stoffen de gevaren noemen, en veiligheidsmaatregelen noemen ter voorkoming van persoonlijke schade en milieuschade.

 

SE

 

 

NASK2/K/10 Basischemie voor vervolgopleiding en beroep

De kandidaat kan eigenschappen noemen waaraan stoffen herkend kunnen worden.

 

CE / SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

8%

45 minuten

nee

ja

NSK2 3.2.2 GT

 

NASK2/K/3 Leervaardigheden in het vak natuur- en scheikunde

De kandidaat beheerst strategische vaardigheden die bijdragen tot:
-    de ontwikkeling van het eigen
     leervermogen
-    het vermogen met vaktaal en
     vak methodieken te communiceren
     en onderzoek te doen
     het toepassen van
     rekenvaardigheden in natuur-
     en scheikunde.

NOVA H3 Mengsels scheiden en
H4 Nieuwe stoffen maken

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK2/K/4 Mens en omgeving: gebruik van stoffen

De kandidaat kan van een aantal (afval)stoffen de gevaren noemen, en veiligheidsmaatregelen noemen ter voorkoming van persoonlijke schade en milieuschade.

 

SE

 

 

NASK2/K/5 Mens en omgeving: verbranding

De kandidaat kan een aantal verbrandingsverschijnselen beschrijven, verbrandingsvoorwaarden noemen, en toelichten dat blussen of voorkomen van brand berust op de beïnvloeding van deze voorwaarden.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/10 Basischemie voor vervolgopleiding en beroep

De kandidaat kan eigenschappen noemen waaraan stoffen herkend kunnen worden.

 

CE / SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

NSK2 3.3.1 GT

 

NASK2/K/5 Mens en omgeving: verbranding

De kandidaat kan een aantal verbrandingsverschijnselen beschrijven, verbrandingsvoorwaarden noemen, en toelichten dat blussen of voorkomen van brand berust op de beïnvloeding van deze voorwaarden.

NOVA H5 Chemische reacties

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK2/K/10 Basischemie voor vervolgopleiding en beroep

De kandidaat kan eigenschappen noemen waaraan stoffen herkend kunnen worden.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/11 Bouw van materie

De kandidaat kan de bouw van stoffen beschrijven, en reacties beschrijven met gebruikmaking van de begrippen moleculen, atomen.

 

CE / SE

 

 

NASK2/V/1 Productieprocessen

De kandidaat kan  berekeningen uitvoeren bij een reactievergelijking die betrekking heeft op een productieproces

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/4 Mens en omgeving: gebruik van stoffen

De kandidaat kan van een aantal (afval)stoffen de gevaren noemen, en veiligheidsmaatregelen noemen ter voorkoming van persoonlijke schade en milieuschade.

 

SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minnuten

nee

ja

NSK2 3.3.2 GT

 

NASK2/K/5 Mens en omgeving: verbranding

De kandidaat kan een aantal verbrandingsverschijnselen beschrijven, verbrandingsvoorwaarden noemen, en toelichten dat blussen of voorkomen van brand berust op de beïnvloeding van deze voorwaarden.

NOVA H5 Chemische reacties en
H6 metalen

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK2/K/10 Basischemie voor vervolgopleiding en beroep

De kandidaat kan eigenschappen noemen waaraan stoffen herkend kunnen worden.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/11 Bouw van materie

De kandidaat kan de bouw van stoffen beschrijven, en reacties beschrijven met gebruikmaking van de begrippen moleculen, atomen.

 

CE / SE

 

 

NASK2/V/1 Productieprocessen

De kandidaat kan  berekeningen uitvoeren bij een reactievergelijking die betrekking heeft op een productieproces

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/4 Mens en omgeving: gebruik van stoffen

De kandidaat kan van een aantal (afval)stoffen de gevaren noemen, en veiligheidsmaatregelen noemen ter voorkoming van persoonlijke schade en milieuschade.

 

SE

 

 

NASK2/K/9 Chemie en industrie

De kandidaat kan eigenschappen en toepassingen van metalen noemen, enkele bereidingsprocessen van metalen beschrijven, en het verschil tussen edele en andere metalen noemen.

 

SE

 

 

NASK2/K/9 Chemie en industrie

De kandidaat kan de vorming van polymeren beschrijven en enkele voordelen van toepassingen van polymeren noemen.

 

SE

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

4.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

12%

45 minuten

nee

nee

NSK2  GT

 

NASK2/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken.

NOVA H1  Stoffen en deeltjes
en H2  Chemische reacties

SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK2/K/3 Leervaardigheden in het vak scheikunde

De kandidaat beheerst strategische vaardigheden die bijdragen tot:
-    de ontwikkeling van het eigen
     leervermogen
-    het vermogen met vaktaal en
     vak methodieken te communiceren
     en onderzoek te doen
-    het toepassen van
     rekenvaardigheden in natuur- en
     scheikunde.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/5 Mens en omgeving: verbranding

De kandidaat kan een aantal verbrandingsverschijnselen beschrijven, verbrandingsvoorwaarden noemen, en toelichten dat blussen of voorkomen van brand berust op de beïnvloeding van deze voorwaarden.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/9 Chemie en industrie

De kandidaat kan eigenschappen en toepassingen van metalen noemen, enkele bereidingsprocessen van metalen beschrijven, en het verschil tussen edele en andere metalen noemen.

 

SE

 

 

NASK2/K/9 Chemie en industrie

De kandidaat kan de vorming van polymeren beschrijven en enkele voordelen van toepassingen van polymeren noemen.

 

SE

 

 

NASK2/K/11 Bouw van de materie

De kandidaat kan de bouw van stoffen beschrijven, en reacties beschrijven met gebruikmaking van de begrippen moleculen, atomen.

 

CE / SE

 

 

NASK2/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van

De kandidaat kan informatie verwerven  en verwerken uit tabellen, diagrammen en tekst.

 

SE

 

 

NASK2/K/10 Basischemie voor vervolgopleiding en beroep

De kandidaat kan eigenschappen noemen waaraan stoffen herkend kunnen worden.

 

CE / SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

18%

90 minuten

nee

ja

NSK2 4.1.2 GT

 

NASK2/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken.

NOVA H1 Stoffen en deeltjes, H2 Chemische reacties,  H3 Verbrandingen en  H4 Mengen en scheiden                              

SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK2/K/3 Leervaardigheden in het vak scheikunde

De kandidaat beheerst strategische vaardigheden die bijdragen tot:
-    de ontwikkeling van het eigen
     leervermogen
-    het vermogen met vaktaal en
     vak methodieken te communiceren
     en onderzoek te doen
-    het toepassen van
     rekenvaardigheden in natuur- en
     scheikunde.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/4 Mens en omgeving: gebruik van stoffen

De kandidaat kan van een aantal (afval)stoffen de gevaren noemen, en veiligheidsmaatregelen noemen ter voorkoming van persoonlijke schade en milieuschade.

 

SE

 

 

NASK2/K/5 Mens en omgeving: verbranding

De kandidaat kan een aantal verbrandingsverschijnselen beschrijven, verbrandingsvoorwaarden noemen, en toelichten dat blussen of voorkomen van brand berust op de beïnvloeding van deze voorwaarden.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/10 Basischemie voor vervolgopleiding en beroep

De kandidaat kan eigenschappen noemen waaraan stoffen herkend kunnen worden.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/11 Bouw van de materie

De kandidaat kan de bouw van stoffen beschrijven, en reacties beschrijven met gebruikmaking van de begrippen moleculen, atomen.

 

CE / SE

 

 

NASK2/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van

De kandidaat kan informatie verwerven  en verwerken uit tabellen, diagrammen en tekst.

 

SE

 

 

NASK2/K/9 Chemie en industrie

De kandidaat kan eigenschappen en toepassingen van metalen noemen, enkele bereidingsprocessen van metalen beschrijven, en het verschil tussen edele en andere metalen noemen.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/9 Chemie en industrie

De kandidaat kan de vorming van polymeren beschrijven en enkele voordelen van toepassingen van polymeren noemen.

 

CE / SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

12%

45 minuten

nee

nee

NSK2 4.2.1 GT

 

NASK2/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang en de rol aangeven van natuur- en scheikunde in de maatschappij.

NOVA H5 Zouten en H6 Zuren en basen

SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK2/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

NASK2/K/3 Leervaardigheden in het vak scheikunde

De kandidaat beheerst strategische vaardigheden die bijdragen tot:
-    de ontwikkeling van het eigen
     leervermogen
-    het vermogen met vaktaal en
     vakmethodieken te communiceren
     en onderzoek te doen
-    het toepassen van
     rekenvaardigheden in natuur- en
    scheikunde.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/4 Mens en omgeving: gebruik van stoffen

De kandidaat kan van een aantal (afval)stoffen de gevaren noemen, en veiligheidsmaatregelen noemen ter voorkoming van persoonlijke schade en milieuschade.

 

SE

 

 

NASK2/K/5 Mens en omgeving: verbranding

De kandidaat kan een aantal verbrandingsverschijnselen beschrijven, verbrandingsvoorwaarden noemen, en toelichten dat blussen of voorkomen van brand berust op de beïnvloeding van deze voorwaarden.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/6 Mens en omgeving: werken bij practicum en

De kandidaat kan beschrijven hoe veilig en verantwoord moet worden omgegaan met stoffen

 

SE

 

 

NASK2/K/10 Basischemie voor vervolgopleiding en beroep

De kandidaat kan eigenschappen noemen waaraan stoffen herkend kunnen worden.

 

CE / SE

 

 

NASK2/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van

De kandidaat kan informatie verwerven  en verwerken uit tabellen, diagrammen en tekst.

 

SE

 

 

NASK2/K/7 Water, zuren en basen

De kandidaat kan de eigenschappen en toepassingen noemen van een aantal indicatoren en deze toepassen in pH-onderzoek.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/7 Water, zuren en basen

De kandidaat kan eigenschappen en toepassingen van metalen noemen, enkele bereidingsprocessen van metalen beschrijven, en het verschil tussen edele en andere metalen noemen.

 

CE / SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

18%

90 minuten

nee

ja

NSK2 4.2.2 GT

 

NASK2/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang en de rol aangeven van natuur- en scheikunde in de maatschappij.

NOVA H5 Zouten, H6 Zuren en basen, H7 Water en reinigen, H8 Metalen en H9 Koolstofchemie

SE

 

 

 

 

 

 

 

NASK2/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken.

 

SE

 

 

NASK2/K/4 Mens en omgeving: gebruik van stoffen

De kandidaat kan van een aantal (afval)stoffen de gevaren noemen, en veiligheidsmaatregelen noemen ter voorkoming van persoonlijke schade en milieuschade.

 

SE

 

 

NASK2/K/5 Mens en omgeving: verbranding

De kandidaat kan een aantal verbrandingsverschijnselen beschrijven, verbrandingsvoorwaarden noemen, en toelichten dat blussen of voorkomen van brand berust op de beïnvloeding van deze voorwaarden.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/6 Mens en omgeving: werken bij practicum en

De kandidaat kan beschrijven hoe veilig en verantwoord moet worden omgegaan met stoffen

 

SE

 

 

NASK2/K/8 Reinigingsmiddelen en cosmetica

De kandidaat kan een aantal was-, reinigings- en oplosmiddelen en cosmetische middelen noemen, en de werking en/of toepassing beschrijven van een aantal van deze middelen.

 

SE

 

 

NASK2/K/10 Basischemie voor vervolgopleiding en beroep

De kandidaat kan eigenschappen noemen waaraan stoffen herkend kunnen worden.

 

CE / SE

 

 

NASK2/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van

De kandidaat kan informatie verwerven  en verwerken uit tabellen, diagrammen en tekst.

 

SE

 

 

NASK2/K/7 Water, zuren en basen

De kandidaat kan van leidingwater en van in de natuur voorkomende watersoorten de samenstelling, functie en toepassing beschrijven.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/7 Water, zuren en basen

De kandidaat kan:
− van een aantal zuren en basen de
   naam en formule geven
− van een aantal zure en basische
   oplossingen de formules geven van
   de deeltjes die daarin voorkomen
− de eigenschappen en toepassingen
   van zure en basische oplossingen
   noemen.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/7 Water, zuren en basen

De kandidaat kan de eigenschappen en toepassingen noemen van een aantal indicatoren en deze toepassen in pH-onderzoek.

 

CE / SE

 

 

NASK2/K/9 Chemie en industrie

De kandidaat kan eigenschappen en toepassingen van metalen noemen, enkele bereidingsprocessen van metalen beschrijven, en het verschil tussen edele en andere metalen noemen.

 

SE

 

 

NASK2/K/9 Chemie en industrie

De kandidaat kan de vorming van polymeren beschrijven en enkele voordelen van toepassingen van polymeren noemen.

 

SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

Nederlandse taal - 11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

4%

45 minuten

nee

nee

NE 3.1.1 GT

 

NE/K/6 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
- leesstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen
  en hanteren
- functie van beeld en opmaak in een
  tekst herkennen
- het schrijfdoel van de auteur
  aangeven
- een tekst indelen in betekenisvolle
  eenheden en de relaties tussen die
  eenheden benoemen
- het hoofdonderwerp en de
  hoofdgedachte van een tekst
  aangeven
- een oordeel geven over de tekst en
  dit oordeel toelichten.

Begrijpend lezen toets: vragen naar aanleiding van teksten.

CE / SE

 

 

 

 

 

 

NE/V/1 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat  kan zelfstandig  informatie verwerven, verwerken  en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

Onderdeel Lezen van de methode

SE

 

 

NE/K/3 Leervaardigheden in het vak Nederlands

De kandidaat  kan strategische  vaardigheden toepassen  die bijdragen tot:
- het bereiken  van verschillende
  lees-,  schrijf-,  luister-  en kijk-, en
  spreek-  en gespreksdoelen
- de bevordering van het eigen
  taalleerproces
- het compenseren van eigen
  tekortschietende taalkennis  of
  communicatieve kennis.

 

CE / SE

 

 

NE/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat  kan:
- relevante  informatie verzamelen
  en verwerken  ten behoeve  van het
  schrijven
- schrijfstrategieën hanteren
- compenserende strategieën  kiezen
  en hanteren het schrijfdoel in
  teksten 
  tot  uitdrukking brengen
- het schrijfdoel en taalgebruik
  richten op verschillende soorten
  lezerspubliek
- conventies  hanteren  met
  betrekking tot  schriftelijk
  taalgebruik
- elektronische hulpmiddelen
  gebruiken
  bij het schrijven concepten  van de
  tekst herschrijven op basis van
  geleverd commentaar.

 

CE / SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

8%

45 minuten

nee

ja

NE 3.1.2 GT

 

NE/K/8 Fictie

De kandidaat  kan:
- verschillende soorten  fictiewerken
  herkennen
- de situatie  en het denken en
  handelen  van de personages  in het
  fictiewerk beschrijven
- de relatie  tussen het fictiewerk en
  de werkelijkheid toelichten
  kenmerken van fictie  in het
  fictiewerk aanwijzen
- relevante  achtergrondinformatie
  verzamelen  en selecteren
- een persoonlijke reactie geven op
  een fictiewerk en deze toelichten
  met voorbeelden uit het werk.

Onderdeel fictie uit de methode, onderwerp:  poëzie

SE

 

 

 

 

 

 

 

NE/K/3 Leervaardigheden in het vak Nederlands

De kandidaat  kan strategische  vaardigheden toepassen  die bijdragen tot:
- het bereiken  van verschillende
  lees-, schrijf-,  luister-  en kijk-, en
  spreek-en gespreksdoelen
- de bevordering van het eigen
  taalleerproces
- het compenseren van eigen
  tekortschietende taalkennis  of
  communicatieve kennis.

Uitgereikte stencils

CE / SE

 

 

NE/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat  kan basisvaardigheden toepassen  die betrekking  hebben op communiceren, samenwerken informatie verwerven, verwerken en presenteren.

 

SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

nee

nee

NE 3.2.1 GT

 

NE/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat  kan:
- relevante  informatie verzamelen en
  verwerken  ten behoeve  van het
  schrijven
- schrijfstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen
  en hanteren het schrijfdoel in
  teksten tot  uitdrukking brengen
- het schrijfdoel en taalgebruik
  richten op verschillende soorten
  lezerspubliek conventies  hanteren
  met betrekking  tot  schriftelijk 
  taalgebruik
- elektronische hulpmiddelen
  gebruiken bij het schrijven
  concepten van de tekst herschrijven
  op basis van geleverd commentaar.

Het schrijven van een artikel voor de schoolkrant Toets gebaseerd op de theorie over het schrijven van een verslag zoals behandeld bij het onderdeel SCHRIJVEN hoofdstuk 4, Nieuw Nederlands / Daarnaast wordt de leerling geïnstrueerd over het houden van een interview aan de hand van vooraf opgestelde vragen met betrekking tot een bepaald beroep

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

NE/V/1 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat  kan zelfstandig  informatie verwerven, verwerken  en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

SE

 

 

NE/V/2 Schrijven op basis van documentatie

De kandidaat  kan een doel- en publiekgerichte tekst schrijven: overeenkomstig de voor  de tekstsoort geldende  conventies onder  gebruikmaking van documentatie.

 

SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

9%

45 minuten

nee

ja

NE 3.2.2 GT

 

NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van Nederlands in de maatschappij.

Schrijven verslag naar aanleiding interview (over een beroep)

SE

 

 

 

 

 

 

 

NE/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat  kan de vaardigheden uit het kerndeel  in samenhang toepassen.

 

SE

 

 

NE/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat  kan:
- relevante  informatie verzamelen
  en verwerken  ten behoeve  van het
  schrijven
- schrijfstrategieën hanteren
- compenserende strategieën  kiezen
  en hanteren het schrijfdoel in
  teksten tot  uitdrukking brengen
- het schrijfdoel en taalgebruik
  richten op verschillende soorten
  lezerspubliek conventies  hanteren
  met betrekking  tot  schriftelijk
  taalgebruik
- elektronische hulpmiddelen
  gebruiken bij het schrijven
  concepten van de tekst herschrijven
  op basis van geleverd commentaar.

Toets gebaseerd op de theorie over het schrijven van een verslag zoals behandeld bij het onderdeel SCHRIJVEN hoofdstuk 4, Nieuw Nederlands / Daarnaast wordt de leerling geïnstrueerd over het houden van een interview aan de hand van vooraf opgestelde vragen met betrekking tot een bepaald beroep

CE / SE

 

 

NE/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat  kan basisvaardigheden toepassen  die betrekking  hebben op communiceren, samenwerken,  en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

 

SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Toets (mondeling)

4%

15 minuten

nee

nee

NE 3.3.1 GT

 

NE/K/5 Spreek- en gespreksvaardigheid

De kandidaat  kan:
- relevante  informatie verzamelen
  en verwerken  ten behoeve  van de
  spreek- en gesprekssituatie
- strategieën  hanteren  ten behoeve
  van de spreek- en gesprekssituatie
- compenserende strategieën  kiezen
  en hanteren
- het spreek-/luisterdoel in de situatie
  tot  uitdrukking brengen
- het spreek-/luisterdoel en
  taalgebruik richten  op verschillende
  soorten publiek
- het spreekdoel  van anderen
  herkennen  en de reacties van
  anderen inschatten
- in spreek- en gesprekssituaties
  taalvarianten herkennen  en daar
  adequaat  op inspelen.

Presentatie n.a.v. (zelfgekozen) onderwerp

SE

 

 

 

 

 

 

 

NE/V/1 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat  kan zelfstandig  informatie verwerven, verwerken  en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

Mondelinge presentatie gebaseerd op het onderdeel SPREKEN & GESPREKKEN van hoofdstuk3, Nieuw Nederlands

SE

 

 

NE/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat  kan de vaardigheden uit het kerndeel  in samenhang toepassen.

 

SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

60 minuten

nee

ja

NE 3.3.2 GT

 

NE/K/4 Luister- en kijkvaardigheid

De kandidaat  kan:
- luister-  en kijkstrategieën hanteren
  compenserende strategieën 
  kiezen en hanteren
- het doel van de makers van een
  programma  aangeven
- de belangrijkste elementen  van een
  programma weergeven een
  oordeel  geven over een programma
  en dit  toelichten een instructie
  uitvoeren
- de waarde  en betrouwbaarheid
  aangeven  van de informatie
  die door de massamedia  verspreid
  wordt.

Cito kijk- en luistertoets

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

NE/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat  kan de vaardigheden uit het kerndeel  in samenhang toepassen.

 

SE

 

 

NE/V/1 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat  kan zelfstandig  informatie verwerven, verwerken  en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

 

SE

 

4.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

45 minuten

nee

nee

NE 4.1.1 GT

 

NE/V/2 Schrijven op basis van documentatie

De kandidaat  kan een doel- en publiekgerichte tekst schrijven: overeenkomstig de voor  de tekstsoort geldende  conventies onder  gebruikmaking van documentatie.

Massamedia & Taalverschijnselen

SE

 

 

 

 

 

 

 

NE/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat  kan:
- relevante  informatie verzamelen en
  verwerken  ten behoeve  van het
  schrijven
- schrijfstrategieën hanteren
- compenserende strategieën  kiezen
  en hanteren het schrijfdoel in
  teksten tot  uitdrukking brengen
- het schrijfdoel en taalgebruik
  richten op verschillende soorten
  lezerspubliek
- conventies  hanteren  met
  betrekking tot  schriftelijk
  taalgebruik
- elektronische hulpmiddelen
  gebruiken bij het schrijven
  concepten van de tekst herschrijven
  op basis van geleverd commentaar.

Toepassings- en inzichts vragen naar aanleiding van stencils Massamedia & Taalverschijnselen

CE / SE

 

 

NE/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat  kan de vaardigheden uit het kerndeel  in samenhang toepassen.

 

SE

 

 

NE/K/3 Leervaardigheden in het vak Nederlands

De kandidaat  kan:
- luister-  en kijkstrategieën hanteren
  compenserende strategieën 
  kiezen en hanteren
- het doel van de makers van een
  programma  aangeven
- de belangrijkste elementen  van een
  programma weergeven een
  oordeel  geven over een programma
  en dit  toelichten een instructie
  uitvoeren.

 

CE / SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

14%

45 minuten

nee

ja

NE 4.1.2 GT

 

NE/K/6 Leesvaardigheid

De kandidaat kan:
- leesstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen
  en hanteren
- functie van beeld en opmaak in een
  tekst herkennen
- het schrijfdoel van de auteur
  aangeven
- een tekst indelen in betekenisvolle
  eenheden en de relaties tussen die
  eenheden benoemen
- het hoofdonderwerp en de
  hoofdgedachte van een tekst
  aangeven
- een oordeel geven over de tekst en
  dit oordeel toelichten.

Begrijpend lezen toets

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

NE/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat  kan basisvaardigheden toepassen  die betrekking  hebben op communiceren, samenwerken,  en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

Toepassings- en inzichtsvragen naar aanleiding van teksten. Hoofdstuk 1 & 2 onderdeel lezen Nieuw Nederlands

SE

 

 

NE/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat  kan:
- relevante  informatie verzamelen
  en verwerken  ten behoeve  van het
  schrijven
- schrijfstrategieën hanteren
- compenserende strategieën  kiezen
  en hanteren het schrijfdoel in
  teksten tot  uitdrukking brengen
- het schrijfdoel en taalgebruik
  richten op verschillende soorten
  lezerspubliek
- conventies  hanteren  met
  betrekking tot  schriftelijk
  taalgebruik
- elektronische hulpmiddelen
  gebruiken bij het schrijven
  concepten van de tekst herschrijven
  op basis van geleverd commentaar.

 

CE / SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

16%

45 minuten

nee

nee

NE 4.2.1 GT

 

NE/K/7 Schrijfvaardigheid

De kandidaat  kan:
- relevante  informatie verzamelen
  en verwerken  ten behoeve  van het
  schrijven
- schrijfstrategieën hanteren
- compenserende strategieën  kiezen
  en hanteren het schrijfdoel in
  teksten tot  uitdrukking brengen
- het schrijfdoel en taalgebruik
  richten op verschillende soorten
  lezerspubliek
- conventies  hanteren  met
  betrekking tot  schriftelijk
  taalgebruik
- elektronische hulpmiddelen
  gebruiken bij het schrijven
  concepten van de tekst herschrijven
  op basis van geleverd commentaar.

Schrijven van klachtenbrief/ e-mail

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

NE/V/2 Schrijven op basis van documentatie

De kandidaat  kan een doel- en publiekgerichte tekst schrijven: overeenkomstig de voor  de tekstsoort geldende  conventies onder  gebruikmaking van documentatie.

De theorie van het onderdeel SCHRIJVEN  uit de methode vormt de basis voor deze schrijfvaardigheidstoets

SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (mondeling)

20%

15 minuten

nee

Ja

NE 4.2.2 GT

 

NE/K/8 Fictie

De kandidaat  kan:
- verschillende soorten  fictiewerken
  herkennen
- de situatie  en het denken en
  handelen  van de personages  in het
  fictiewerk beschrijven
- de relatie  tussen het fictiewerk en
  de werkelijkheid toelichten
  kenmerken van fictie in het
  fictiewerk aanwijzen
- relevante  achtergrondinformatie
  verzamelen  en selecteren
- een persoonlijke reactie geven op
  een fictiewerk en deze toelichten
  met voorbeelden uit het werk.

Fictie/Poëzie: 3 boeken (jeugd)literatuur

SE

 

 

 

 

 

 

 

NE/K/3 Leervaardigheden in het vak Nederlands

De kandidaat  kan strategische  vaardigheden toepassen  die bijdragen tot:
- het bereiken  van verschillende
  lees-, schrijf-,  luister-  en kijk-, en
  spreek-en gespreksdoelen
- de bevordering van het eigen
  taalleerproces
- het compenseren van eigen
  tekortschietende taalkennis  of
  communicatieve kennis.

Mondeling over de inhoud van drie gelezen boeken. Je docent geeft een lijst met boeken waaruit je moet kiezen.

CE / SE

 

 

NE/K/5 Spreek- en gespreksvaardigheid

De kandidaat  kan:
- relevante  informatie verzamelen en
  verwerken  ten behoeve  van de
  spreek- en gesprekssituatie
- strategieën  hanteren  ten behoeve
  van de spreek- en gesprekssituatie
  compenserende strategieën  kiezen
  en hanteren
- het spreek-/luisterdoel in de situatie
  tot  uitdrukking brengen
- het spreek-/luisterdoel en
  taalgebruik
  richten  op verschillende soorten
  publiek
- het spreekdoel  van anderen
  herkennen  en de reacties van
  anderen inschatten
- in spreek- en gesprekssituaties
  taalvarianten herkennen  en daar
  adequaat  op inspelen.

 

SE

 

 

NE/V/3 Vaardigheden in samenhang

De kandidaat  kan de vaardigheden uit het kerndeel  in samenhang toepassen.

 

SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

rekenen 2F - 1135

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

4.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

50%

45 minuten

nee

nee

R2F 4.1.2 GT

 

r2f/k/1 Getallen

Getallen

Numo getallen

SE

 

 

 

 

 

 

 

r2f/k/2 Verhoudingen

Verhoudingen

Numo verhoudingen

SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

50%

45 minuten

nee

nee

R2F 4.2.2 GT

 

r2f/k/3 Meten & meetkunde

Meten & meetkunde

Numo meten & verbanden

SE

 

 

 

 

 

 

 

r2f/k/3 Verbanden

Verbanden

Numo verbanden

SE

 

 

 

 

 

 

 

100%

 

 

 

 

 

Cohort 2021-2023

 

Gemengde- en Theoretische leerweg

wiskunde - 153

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERIODE

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

Inleveren
Praktische Opdracht

HERKANSING

TOETSCODE

3.1.1

 

 

 

 

Praktische opdracht

4%

135 minuten

Inleveren op:

toetsperiode 3.1.1

nee

WI 3.1.1 GT

 

WI/K/7 Informatieverwerking, statistiek

De kandidaat kan informatie verzamelen, weergeven en analyseren met behulp van grafische voorstellingen, en daarbij:
- statistische representatievormen en
  een graaf hanteren
- op basis van de verwerkte informatie
  verwachtingen uitspreken en
  conclusies trekken.

H6 Statistiek
Deze GWA-opdracht is een praktijkopdracht betreffende het hoofdstuk Statistiek (H6), waarvoor de leerling een bepaalde groep mensen gebruikt om gegevens statistisch te verwerken

SE

 

 

 

 

 

 

WI/K/8 Geïntegreerde wiskundige activiteiten

De kandidaat kan problemen in alledaagse situaties vertalen naar wiskundige problemen, en daarbij:
- de hierboven genoemde
  vaardigheden geïntegreerd gebruiken
- conclusies trekken die relevant  zijn
  voor de bewuste probleemsituatie.

 

SE

 

 

WI/K/1 Oriëntatie op leren en werken

De kandidaat kan:
- zich oriënteren op het belang van
  wiskunde voor de eigen loopbaan en
  voor zijn functioneren in de
  maatschappij
- een relatie leggen tussen wiskundige
  kennis en vaardigheden en de
  beroepspraktijk

 

SE

 

 

WI/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken

 

SE

 

 

WI/K/3 Leervaardigheden in het vak wiskunde

De kandidaat kan structuren en verbanden opsporen in voor hem herkenbare situaties en verbindingen leggen met wiskundige begrippen, en daarbij:
- wiskundige technieken kiezen en
  gebruiken om problemen op te
  lossen, waaronder basisalgoritmen
  en standaardmethodes
- communiceren door middel van
  adequaat (wiskundig) taalgebruik
- adequate onderzoeks- en
  redeneerstrategieën toepassen

 

CE / SE

 

 

WI/K/4 Algebraïsche verbanden

De kandidaat kan problemen oplossen waarin verbanden tussen variabelen een rol spelen, en daarbij:
- tabellen, grafieken en formules
  hanteren bij verschillende typen
  verbanden
- geschikte wiskundige modellen
  gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/5 Rekenen, meten en schatten

De kandidaat kan efficiënt rekenen en cijfermatige gegevens kritisch beoordelen, en daarbij:
- schatten en rekenen met gangbare
  maten en grootheden
- op een verstandige manier de
  rekenmachine gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/V/2 Verrijkingsopdrachten

De kandidaat verricht complexe opdrachten, waarbij het proces van het probleemgebied kiezen, de probleemsituatie identificeren en mathematiseren, het probleem oplossen, de oplossing terugplaatsen in de oorspronkelijke situatie en reflecteren op het proces wordt doorlopen

 

SE

 

 

WI/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk

 

SE

 

3.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

8%

90 minuten

Nee

ja

WI 3.1.2 GT

 

WI/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken

H1 Formules en grafieken
H2 Plaats en afstand
H3 Rekenen met formules

SE

 

 

 

 

 

 

 

WI/K/3 Leervaardigheden in het vak wiskunde

De kandidaat kan structuren en verbanden opsporen in voor hem herkenbare situaties en verbindingen leggen met wiskundige begrippen, en daarbij:
- wiskundige technieken kiezen en
  gebruiken om problemen op te
  lossen, waaronder basisalgoritmen
  en standaardmethodes
- communiceren door middel van
  adequaat (wiskundig) taalgebruik
- adequate onderzoeks- en
  redeneerstrategieën toepassen

 

CE / SE

 

 

WI/K/4 Algebraïsche verbanden

De kandidaat kan problemen oplossen waarin verbanden tussen variabelen een rol spelen, en daarbij:
- tabellen, grafieken en formules
  hanteren bij verschillende typen
  verbanden
- geschikte wiskundige modellen
  gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/5 Rekenen, meten en schatten

De kandidaat kan efficiënt rekenen en cijfermatige gegevens kritisch beoordelen, en daarbij:
- schatten en rekenen met gangbare
  maten en grootheden
- op een verstandige manier de
  rekenmachine gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/6 Meetkunde

De kandidaat kan voorstellingen maken, onderzoeken en interpreteren van objecten en hun plaats in de ruimte, en daarbij:
- redeneren over meetkundige figuren
  en deze tekenen
- afmetingen meten, schatten en
  berekenen
- meetkundige begrippen en formules,
  instrumenten en apparaten hanteren

 

CE / SE

 

3.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

4%

45 minuten

Nee

nee

WI 3.2.1 GT

 

WI/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken

H4 Werken met aantallen
H5 Gelijkvormigheid

SE

 

 

 

 

 

 

 

WI/K/3 Leervaardigheden in het vak wiskunde

De kandidaat kan structuren en verbanden opsporen in voor hem herkenbare situaties en verbindingen leggen met wiskundige begrippen, en daarbij:
- wiskundige technieken kiezen en
  gebruiken om problemen op te
  lossen, waaronder basisalgoritmen
  en standaardmethodes
- communiceren door middel van
  adequaat (wiskundig) taalgebruik
- adequate onderzoeks- en
  redeneerstrategieën toepassen

 

CE / SE

 

 

WI/K/4 Algebraïsche verbanden

De kandidaat kan problemen oplossen waarin verbanden tussen variabelen een rol spelen, en daarbij:
- tabellen, grafieken en formules
  hanteren bij verschillende typen
  verbanden
- geschikte wiskundige modellen
  gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/5 Rekenen, meten en schatten

De kandidaat kan efficiënt rekenen en cijfermatige gegevens kritisch beoordelen, en daarbij:
- schatten en rekenen met gangbare
  maten en grootheden
- op een verstandige manier de
  rekenmachine gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/6 Meetkunde

De kandidaat kan voorstellingen maken, onderzoeken en interpreteren van objecten en hun plaats in de ruimte, en daarbij:
- redeneren over meetkundige figuren
  en deze tekenen
- afmetingen meten, schatten en
  berekenen
- meetkundige begrippen en formules,
  instrumenten en apparaten hanteren

 

CE / SE

 

3.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

9%

90 minuten

Nee

ja

WI 3.2.2 GT

 

WI/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken

H4 Werken met aantallen
H5 Gelijkvormigheid
H7 Vergelijkingen oplossen
H8 Hellingen en tangens

SE

 

 

 

 

 

 

 

WI/K/3 Leervaardigheden in het vak wiskunde

De kandidaat kan structuren en verbanden opsporen in voor hem herkenbare situaties en verbindingen leggen met wiskundige begrippen, en daarbij:
- wiskundige technieken kiezen en
  gebruiken om problemen op te
  lossen, waaronder basisalgoritmen
  en standaardmethodes
- communiceren door middel van
  adequaat (wiskundig) taalgebruik
- adequate onderzoeks- en
  redeneerstrategieën toepassen

 

CE / SE

 

 

WI/K/4 Algebraïsche verbanden

De kandidaat kan problemen oplossen waarin verbanden tussen variabelen een rol spelen, en daarbij:
- tabellen, grafieken en formules
  hanteren bij verschillende typen
  verbanden
- geschikte wiskundige modellen
  gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/5 Rekenen, meten en schatten

De kandidaat kan efficiënt rekenen en cijfermatige gegevens kritisch beoordelen, en daarbij:
- schatten en rekenen met gangbare
  maten en grootheden
- op een verstandige manier de
  rekenmachine gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/6 Meetkunde

De kandidaat kan voorstellingen maken, onderzoeken en interpreteren van objecten en hun plaats in de ruimte, en daarbij:
- redeneren over meetkundige figuren
  en deze tekenen
- afmetingen meten, schatten en
  berekenen
- meetkundige begrippen en formules,
  instrumenten en apparaten hanteren

 

CE / SE

 

3.3.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

5%

45 minuten

Nee

nee

WI 3.3.1 GT

 

WI/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken

H8 Hellingen en tangens
H9 Meten en redeneren
H12 Grafen

SE

 

 

 

 

 

 

 

WI/K/3 Leervaardigheden in het vak wiskunde

De kandidaat kan structuren en verbanden opsporen in voor hem herkenbare situaties en verbindingen leggen met wiskundige begrippen, en daarbij:
- wiskundige technieken kiezen en
  gebruiken om problemen op te
  lossen, waaronder basisalgoritmen
  en standaardmethodes
- communiceren door middel van
  adequaat (wiskundig) taalgebruik
- adequate onderzoeks- en
  redeneerstrategieën toepassen

 

CE / SE

 

 

WI/K/4 Algebraïsche verbanden

De kandidaat kan problemen oplossen waarin verbanden tussen variabelen een rol spelen, en daarbij:
- tabellen, grafieken en formules
  hanteren bij verschillende typen
  verbanden
- geschikte wiskundige modellen
  gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/5 Rekenen, meten en schatten

De kandidaat kan efficiënt rekenen en cijfermatige gegevens kritisch beoordelen, en daarbij:
- schatten en rekenen met gangbare
  maten en grootheden
- op een verstandige manier de
  rekenmachine gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/6 Meetkunde

De kandidaat kan voorstellingen maken, onderzoeken en interpreteren van objecten en hun plaats in de ruimte, en daarbij:
- redeneren over meetkundige figuren
  en deze tekenen
- afmetingen meten, schatten en
  berekenen
- meetkundige begrippen en formules,
  instrumenten en apparaten hanteren

 

CE / SE

 

3.3.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

90 minuten

Nee

ja

WI 3.3.2 GT

 

WI/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken

H9Meten en redeneren
H10 Grafieken
H11 Oppervlakte en inhoud
H12 Grafen

SE

 

 

 

 

 

 

 

WI/K/3 Leervaardigheden in het vak wiskunde

De kandidaat kan structuren en verbanden opsporen in voor hem herkenbare situaties en verbindingen leggen met wiskundige begrippen, en daarbij:
- wiskundige technieken kiezen en
  gebruiken om problemen op te
  lossen, waaronder basisalgoritmen
  en standaardmethodes
- communiceren door middel van
  adequaat (wiskundig) taalgebruik
- adequate onderzoeks- en
  redeneerstrategieën toepassen

 

CE / SE

 

 

WI/K/4 Algebraïsche verbanden

De kandidaat kan problemen oplossen waarin verbanden tussen variabelen een rol spelen, en daarbij:
- tabellen, grafieken en formules
  hanteren bij verschillende typen
  verbanden
- geschikte wiskundige modellen
  gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/5 Rekenen, meten en schatten

De kandidaat kan efficiënt rekenen en cijfermatige gegevens kritisch beoordelen, en daarbij:
- schatten en rekenen met gangbare
  maten en grootheden
- op een verstandige manier de
  rekenmachine gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/6 Meetkunde

De kandidaat kan voorstellingen maken, onderzoeken en interpreteren van objecten en hun plaats in de ruimte, en daarbij:
- redeneren over meetkundige figuren
  en deze tekenen
- afmetingen meten, schatten en
  berekenen
- meetkundige begrippen en formules,
  instrumenten en apparaten hanteren

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

40%

 

 

 

 

4.1.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

10%

90 minuten

Nee

nee

WI 4.1.1 GT

 

WI/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken

H2 Vlakke meetkunde
H3 Informatieverwerking
 

SE

 

 

 

 

 

 

 

WI/K/3 Leervaardigheden in het vak wiskunde

De kandidaat kan structuren en verbanden opsporen in voor hem herkenbare situaties en verbindingen leggen met wiskundige begrippen, en daarbij:
- wiskundige technieken kiezen en
  gebruiken om problemen op te
  lossen, waaronder basisalgoritmen
  en standaardmethodes
- communiceren door middel van
  adequaat (wiskundig) taalgebruik
- adequate onderzoeks- en
  redeneerstrategieën toepassen

 

CE / SE

 

 

WI/K/5 Rekenen, meten en schatten

De kandidaat kan efficiënt rekenen en cijfermatige gegevens kritisch beoordelen, en daarbij:
- schatten en rekenen met gangbare
  maten en grootheden
- op een verstandige manier de
  rekenmachine gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/6 Meetkunde

De kandidaat kan voorstellingen maken, onderzoeken en interpreteren van objecten en hun plaats in de ruimte, en daarbij:
- redeneren over meetkundige figuren
  en deze tekenen
- afmetingen meten, schatten en
   berekenen
- meetkundige begrippen en formules,
  instrumenten en apparaten hanteren

 

CE / SE

 

 

WI/K/7 Informatieverwerking, statistiek

De kandidaat kan informatie verzamelen, weergeven en analyseren met behulp van grafische voorstellingen, en daarbij:
- statistische representatievormen en
  een graaf hanteren
- op basis van de verwerkte informatie
  verwachtingen uitspreken en
  conclusies trekken.

 

SE

 

4.1.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

14%

90 minuten

Nee

ja

WI 4.1.2 GT

 

WI/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken

H2 Vlakke meetkunde
H3 Informatieverwerking
H6 Goniometrie
H8 Ruimtemeetkunde

SE

 

 

 

 

 

 

 

WI/K/3 Leervaardigheden in het vak wiskunde

De kandidaat kan structuren en verbanden opsporen in voor hem herkenbare situaties en verbindingen leggen met wiskundige begrippen, en daarbij:
- wiskundige technieken kiezen en
  gebruiken om problemen op te
  lossen, waaronder basisalgoritmen
  en standaardmethodes
- communiceren door middel van
  adequaat (wiskundig) taalgebruik
- adequate onderzoeks- en
  redeneerstrategieën toepassen

 

CE / SE

 

 

WI/K/4 Algebraïsche verbanden

De kandidaat kan problemen oplossen waarin verbanden tussen variabelen een rol spelen, en daarbij:
- tabellen, grafieken en formules
  hanteren bij verschillende typen
  verbanden
- geschikte wiskundige modellen
  gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/5 Rekenen, meten en schatten

De kandidaat kan efficiënt rekenen en cijfermatige gegevens kritisch beoordelen, en daarbij:
- schatten en rekenen met gangbare
  maten en grootheden
- op een verstandige manier de
  rekenmachine gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/6 Meetkunde

De kandidaat kan voorstellingen maken, onderzoeken en interpreteren van objecten en hun plaats in de ruimte, en daarbij:
- redeneren over meetkundige figuren
  en deze tekenen
- afmetingen meten, schatten en
  berekenen
- meetkundige begrippen en formules,
  instrumenten en apparaten hanteren

 

CE / SE

 

 

WI/K/7 Informatieverwerking, statistiek

De kandidaat kan informatie verzamelen, weergeven en analyseren met behulp van grafische voorstellingen, en daarbij:
- statistische representatievormen en
  een graaf hanteren
- op basis van de verwerkte informatie
  verwachtingen uitspreken en
  conclusies trekken.

 

SE

 

4.2.1

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

16%

90 minuten

Nee

nee

WI 4.2.1 GT

 

WI/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken

H1 Grafieken en vergelijkingen
H5 Rekenen
 H8 Ruimtemeetkunde

SE

 

 

 

 

 

 

 

WI/K/3 Leervaardigheden in het vak wiskunde

De kandidaat kan structuren en verbanden opsporen in voor hem herkenbare situaties en verbindingen leggen met wiskundige begrippen, en daarbij:
- wiskundige technieken kiezen en
  gebruiken om problemen op te
  lossen, waaronder basisalgoritmen
  en standaardmethodes
- communiceren door middel van
  adequaat (wiskundig) taalgebruik
- adequate onderzoeks- en
  redeneerstrategieën toepassen

 

CE / SE

 

 

WI/K/4 Algebraïsche verbanden

De kandidaat kan problemen oplossen waarin verbanden tussen variabelen een rol spelen, en daarbij:
- tabellen, grafieken en formules
  hanteren bij verschillende typen
  verbanden
- geschikte wiskundige modellen
  gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/5 Rekenen, meten en schatten

De kandidaat kan efficiënt rekenen en cijfermatige gegevens kritisch beoordelen, en daarbij:
- schatten en rekenen met gangbare
  maten en grootheden
- op een verstandige manier de
  rekenmachine gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/6 Meetkunde

De kandidaat kan voorstellingen maken, onderzoeken en interpreteren van objecten en hun plaats in de ruimte, en daarbij:
- redeneren over meetkundige figuren
  en deze tekenen
- afmetingen meten, schatten en
  berekenen
- meetkundige begrippen en formules,
  instrumenten en apparaten hanteren

 

SE

 

4.2.2

 

 

 

 

Toets (schriftelijk)

20%

90 minuten

Nee

ja

WI 4.2.2 GT

 

WI/K/2 Basisvaardigheden

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken

H1 Grafieken en vergelijkingen
H4 Machtsverbanden
H5 Rekenen
H6 Goniometrie 
H7 Exponentiele formules

SE

 

 

 

 

 

 

 

WI/K/3 Leervaardigheden in het vak wiskunde

De kandidaat kan structuren en verbanden opsporen in voor hem herkenbare situaties en verbindingen leggen met wiskundige begrippen, en daarbij:
- wiskundige technieken kiezen en
  gebruiken om problemen op te
  lossen, waaronder basisalgoritmen
  en standaardmethodes
- communiceren door middel van
  adequaat (wiskundig) taalgebruik
- adequate onderzoeks- en
  redeneerstrategieën toepassen

 

CE / SE

 

 

WI/K/4 Algebraïsche verbanden

De kandidaat kan problemen oplossen waarin verbanden tussen variabelen een rol spelen, en daarbij:
- tabellen, grafieken en formules
  hanteren bij verschillende typen
  verbanden
- geschikte wiskundige modellen
  gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/5 Rekenen, meten en schatten

De kandidaat kan efficiënt rekenen en cijfermatige gegevens kritisch beoordelen, en daarbij:
- schatten en rekenen met gangbare
  maten en grootheden
- op een verstandige manier de
  rekenmachine gebruiken

 

CE / SE

 

 

WI/K/6 Meetkunde

De kandidaat kan voorstellingen maken, onderzoeken en interpreteren van objecten en hun plaats in de ruimte, en daarbij:
- redeneren over meetkundige figuren
  en deze tekenen
- afmetingen meten, schatten en
  berekenen
- meetkundige begrippen en formules,
  instrumenten en apparaten hanteren

 

CE / SE

 

 

 

 

 

 

 

60%

 

 

 

 

 

 

 

D&P  Gemengde leerweg

COHORT 2021-2023

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Keuzemodule

Gemengde leerweg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Innovatie en Prototyping

Innovatie en Prototyping (1517)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Periode

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

INLEVEREN PRAKTISCHE OPDRACHT

HERKANSING

TOETSCODE

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/MVI/xx.1

Een maatschappelijk probleem analyseren en beschrijven.

De leerling kan:

1. moderne technische (hulp)middelen en innovaties herkennen en benoemen, met name op het vlak van digitale fabricage, robotica, interactieve technologie en mixed reality.

2. verschillende problemen analyseren en beschrijven, met name op het gebied van constructie, vormgeving, besturing en functionaliteit.

 

Project Innovatieve wearables  methodetoets over basiskennis

SE

T

1

90 min

n.v.t

ja

1

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/MVI/xx.2

Oplossingen bedenken en uitwerken en daarbij het gebruik maken van moderne

technieken beargumenteren.

De leerling kan:

1. nieuwe technische (hulp)middelen en innovaties voor toekomstige oplossingen toepassen met name op het vlak van digitale fabricage, robotica, interactieve technologie en mixed reality.

2. aan de hand van een analyse oplossingen bedenken en presenteren.

3. de haalbaarheid van de gekozen oplossing aan de hand van de huidige techniek omschrijven.

Project Innovatieve wearables                         opdrachten uit de basiskennis

SE

P

2

30x 45 min

nog te bepalen

nee

2

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/MVI/xx.3

Een (deels) werkend prototype maken.

De leerling kan:

1. de invloed van moderne technieken en innovaties op het productieproces beschrijven met name op het vlak van digitale fabricage, robotica, interactieve technologie en mixed reality.

2. keuzes voor de gekozen technieken beargumenteren.

3. aan de hand van een ontwerp een prototype maken

4. de functie, de werking en de vorm van het product beargumenteren.

Project Praktijkkaarten Innovatieve wearables

SE

P

2

30x 45 min

nog te bepalen

nee

3

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/MVI/xx.4

Een (deels) werkend prototype maken.

 De leerling kan:

1. een prototype testen, evalueren en op basis van verkregen feedback creatieve verbetervoorstellen ontwikkelen.

2. correcties op basis van de evaluatie beargumenteren en doorvoeren.

3. het resultaat vastleggen en presenteren.

Project  Innovatieve wearables  methodetoets over praktijkkaarten

SE

T

1

90 min

n.v.t

nee

4

Het eindcijfer van het vak is het gewogen gemiddelde van de behaalde cijfers

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

D&P  Gemengde leerweg

COHORT 2021-2023

Keuzemodule

Gemengde leerweg

Ondersteuning bij sport- en bewegingsactiviteit

Ondersteuning bij sport- en bewegingsactiviteit(1628)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Periode

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

INLEVEREN PRAKTISCHE OPDRACHT

HERKANSING

TOETSCODE

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/ZW/11.1 
Informatie verstrekken over mogelijkheden om te bewegen en te sporten in de eigen regio.

De leerling kan:
1. informatie verzamelen over sport- en bewegingsmogelijkheden in de regio.
2. de informatie presenteren.

Project  ondersteuning bij sport- en bewegingsactiviteiten methodetoets over basiskennis

SE

T

1

90 min

n.v.t

ja

1

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

 K/ZW/11.2
Voor een doelgroep een eenvoudig sportevenement of toernooi organiseren en uitvoeren.

De leerling kan:
1. eenvoudige sportmetingen uitvoeren en aflezen zoals loopsnelheid, lenigheid, armkracht, sprongkracht.
2. assisteren bij warming up en cooling down.
3. advies en informatie geven over passende sport- en bewegingsactiviteiten.
4. informatie geven over de relatie tussen bewegen en gezondheid en voor een passende sportuitrusting.

Project ondersteuning bij sport- en bewegingsactiviteiten opdrachten uit de basiskennis

SE

P

2

nvt

nog te bepalen

nee

2

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/ZW/11.3
Assisteren en instructie geven bij sport- en bewegingsactiviteiten.

De leerling kan:
1. een bij de doelgroep passende sport-bewegingsactiviteit kiezen.
2. een plan opstellen voor het organiseren van een sportevenement of toernooi.
3. deelnemers werven.
4. deelnemers informeren.
5. onder leiding het sportevenement of toernooi op passende wijze uitvoeren.
6. onder leiding het sportevenement of toernooi op passende wijze afsluiten.

Project  Praktijkkaarten ondersteuning bij sport- en bewegingsactiviteiten

SE

P

2

nvt

nog te bepalen

nee

3

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/ZW/11.4 
Omgaan met veiligheid en het voorkomen van blessures

De leerling kan:
1. uitleg geven over sport- of bewegingsactiviteit.
2. een bewegingsvaardigheid voordoen aan een groep.
3. eenvoudige aanwijzingen geven aan deelnemers.
4. deelnemers voor de sport- of bewegingsactiviteti stimuleren en enthousiasmeren.
5. flexibel omgaan met verschillen tussen deelnemers.

Project ondersteuning bij sport- en bewegingsactiviteiten                              methodetoets over praktijkkaarten

SE

T

1

90 min

n.v.t.

nee

4

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/ZW/11.5
Assisteren bij de uitvoering van bewegingsprogramma's.

De leerling kan:
1. letten op veiligheid van de sportaccommodatie zoals materialen, toestellen en apparatuur.
2. in bewegingssituaties eenvoudige regels en afspraken maken die blessures helpen voorkomen bij sportief spel.

Eindpresentatie project ondersteuning bij sport- en bewegingsactiviteiten

SE

P

1

90 min

nog te bepalen

nee

5

Het eindcijfer van het vak is het gewogen gemiddelde van de behaalde cijfers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

D&P  Gemengde leerweg

COHORT 2021-2023

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Keuzemodule

Gemengde leerweg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Digispel

 Digispel (1911)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Periode

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

INLEVEREN PRAKTISCHE OPDRACHT

HERKANSING

TOETSCODE

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/D&P/1.1 

In opdracht een digitaal, educatief spel bedenken.

K/D&P/1.1 De leerling kan:

1. de wensen en eisen van een opdrachtgever inventariseren.

2. een spelvorm kiezen die bij de wensen past.

3. een (deel van een) verhaal voor een spel bedenken.

4. aan de hand van instructies een storyboard samenstellen.

5. een storyboard samenstellen.

Project Digispel methodetoets over basiskennis

SE

T

1

90 min

n.v.t

ja

1

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/D&P/1.2

K/D&P/1.2 De leerling kan:

1. de ideeën voorleggen aan de opdrachtgever en deze toelichten.

2. de reactie van de opdrachtgever onder begeleiding verwerken.

3. de reactie van een opdrachtgever verwerken.

4. (een fragment van) een spel maken.

Project Digispel opdrachten uit de basiskennis

SE

P

2

n.v.t.

nog te bepalen

nee

2

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

K/D&P/1.3 

Het spel demonstreren en presenteren.

K/D&P/1.3 De leerling kan:

1. het spel uittesten.

2. aan de hand van instructies het ontwikkelde game bijstellen.

3. het ontwikkelde spel bijstellen.

4. de opdracht presenteren aan de opdrachtgever.

5. een storyboard samenstellende educatieve elementen in het spel toelichten.

Project praktijkkaarten Digispel

SE

P

2

n.v.t.

nog te bepalen

nee

3

3

 

 

Project  Digispel  methodetoets over praktijkkaarten

SE

T

1

90 min

n.v.t

nee

4

 

 

 

Eindpresentatie                                                    project Digispel

SE

P

1

90 min

nog te bepalen

nee

5

Het eindcijfer van het vak is het gewogen gemiddelde van de behaalde cijfers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

D&P  Gemengde leerweg

COHORT 2021-2023

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Keuzemodule(verplicht)

Gemengde leerweg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ondernemen

Ondernemen (1709)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Periode

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

INLEVEREN PRAKTISCHE OPDRACHT

HERKANSING

TOETSCODE

     LJ3

 

                           

 

 

 

 

 

 

 

 

2

K/EO/5.1 

Jezelf als ondernemer beschrijven.

De leerling kan:

1 persoonlijke gegevens noemen.

2 persoonlijke motieven noemen.

3 persoonlijke kwaliteiten noemen.

4 de keuze voor de ondernemingsvorm motiveren.

 

LOB opdracht                                                                     oriëntatiestage

(2 dagen oriënteren in verschillende richtingen bij een extern bedrijf )

                   

SE

P

3

180 min

nog te bepalen

nee

ONDN1

LJ3

 

                                                                           

 

 

 

 

 

 

 

 

2

K/EO/5.2 

Een marketingplan maken.

De leerling kan:

1. het doel van de onderneming noemen.

2. de markt beoordelen.

3. een marketingmix ontwerpen en toepassen.

4. inkoop- en verkoopbeleid toepassen.

 

Project businessclass

(Ondernemingsplan maken)

 

SE

P

1

90 min

nog te bepalen

nee

ONDN2

LJ3

 

                                                     

 

 

 

 

 

 

 

 

2

K/EO/5.3

Een (eenvoudig) financieel plan maken.

De leerling kan:

1. een investeringsplan maken.

2. een financieringsplan maken.

3. een exploitatiebegroting maken.

4. een liquiditeitsbegroting maken.

5. de haalbaarheid van het plan beoordelen.

Project businessclass

(Winst en verlies rekening opstellen)

 

 

SE

P

1

225 min

nog te bepalen

nee

ONDN3

LJ3

                                                  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

K/EO/5.4

Het uitvoeren van het ondernemingsplan.

De leerling kan:

1. het ondernemingsplan uitvoeren.

2. een resultatenoverzicht presenteren.

3. de uitvoering nabespreken en evalueren.

Project businessclass

(Presentatie)

 

SE

P

1

180 min

nog te bepalen

nee

ONDN4

 

 

 

Procesbeoordeling Project businessclass

(Beoordeling via rubric)

SE

H

1

nvt

nog te bepalen

nee

ONDN5

Het eindcijfer van het vak is het gewogen gemiddelde van de behaalde cijfers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

D&P  Gemengde leerweg

COHORT 2021-2023

Keuzemodule

Gemengde leerweg

Welzijn kind en jongere

Welzijn kind en jongere (1620)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Periode

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

INLEVEREN PRAKTISCHE OPDRACHT

HERKANSING

TOETSCODE

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/ZW/5.1
Ondersteunen bij opvoeding en ontwikkeling.

De leerling kan:
1. de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van kinderen en jongeren benoemen.
2. aangeven welke factoren de ontwikkeling kunnen beïnvloeden.
3. opvoedingstechnieken benoemen en toepassen.

Project welzijn kind en jongere  methodetoets over basiskennis

SE

T

1

90 min

n.v.t

ja

1

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/ZW/5.2
Kinderen en jongeren ondersteunen in dagelijkse situaties en hierbij de
zelfredzaamheid bevorderen.

De leerling kan:
1. de zelfredzaamheid van het kind of de jongere stimuleren.
2. structuur bieden.
3. zorg dragen voor fysieke en sociale veiligheid.
4. ondersteunen bij lichamelijke verzorging en hygiëne zonder fysieke overbelasting voor zichzelf.                                                                              
5. voeding verzorgen.

Project welzijn kind en jongere                 opdrachten uit de basiskennis

SE

P

2

nvt

nog te bepalen

nee

2

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/ZW/5.3
(Re)creatieve activiteiten voor kinderen of jongeren organiseren en hun
stimuleren en begeleiden.

De leerling kan:
1. passende activiteiten selecteren en organisatorische mogelijkheden inventariseren.
2. een groep kinderen of jongeren stimuleren een keuze te maken.
3. de activiteit uitleggen en voordoen.
4. dbij de uitvoering van de activiteit de deelnemers begeleiden.
5. de activiteit afronden en evalueren.

Project praktijkkaarten welzijn kind en jongere

SE

P

2

nvt

nog te bepalen

nee

3

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/ZW/5.4
De omgeving verzorgen en inrichten voor een leeftijdsgroep.

De leerling kan:
1. de ruimte verzorgen en inrichten zodat deze schoon, veilig, sfeervol en aantrekkelijk is.
2. voorwerpen op de juiste plaats opbergen.

Project welzijn kind en jongere  methodetoets over praktijkkaarten

SE

T

1

90 min

n.v.t

nee

4

LJ3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

K/ZW/5.5
Een dagrapportage maken volgens een rapportagesysteem en dit mondeling
toelichten.

De leerling kan:
1. een dagrapportage invullen.
2. mondeling rapporteren aan leidinggevende, ouders of verzorgers (in simulatie).

Eindpresentatie project welzijn kind en jongere

SE

P

1

90 min

nog te bepalen

nee

5

Het eindcijfer van het vak is het gewogen gemiddelde van de behaalde cijfers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

D&P  Gemengde leerweg

COHORT 2021-2023

Profielmodule D

Gemengde leerweg

Mutlimediale Producten Maken

 Dienstverlening en Producten (DVPR)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Periode

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

INLEVEREN PRAKTISCHE OPDRACHT

HERKANSING

TOETSCODE

LJ3/4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P/DP/4.1 Een digitaal ontwerp maken.    

De leerling kan: 1. informatie verwerken en deze vormgeven in een lay-out.

LOB opdracht  poster maken       

SE/CE

P

1

90 min

nog te bepalen

ja

MMPM1

 

 

 

  Project leerjaar 4 (Banner maken)

SE/CE

P

2

90 min

nog te bepalen

nee

MMPM4

LJ3/4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P/DP/4.2  Een film maken.

De leerling kan:
1. genres in film onderscheiden en gangbare begrippen in filmtaal gebruiken.
2. op basis van gegeven informatie een script, storyboard en draaiboek maken.
3. aan de hand van het storyboard en het draaiboek filmopnamen maken.
4. met behulp van montagesoftware beelden monteren tot een samenhangend geheel.   

Verkenningsopdracht film
(kennismaken met filmbewerkingsprogramma)

SE/CE

P

1

225 min

nog te bepalen

nee

MMPM2

 

 

 

Filmopdracht thema projecten

SE/CE

P

2

180 min

nog te bepalen

nee

MMPM5

LJ3/4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P/DP/4.3 Een website ontwerpen en samenstellen.

P/D&P/4.3 De leerling kan:
1. wensen van de opdrachtgever inventariseren, interpreteren en aanvullen in een ontwerp voor een website.                               
2. wensen van opdrachtgever inventariseren, interpreteren en verwerken in een ontwerp voor een website.
3. een begroting maken voor het bouwen, hosten en onderhouden van de website.
4. het voorlopige ontwerp inclusief begroting voorleggen aan de opdrachtgever.
5. een website maken.
6. de website presenteren aan de opdrachtgever.
7. de website presenteren aan de opdrachtgever en gemaakte keuzes beargumenteren.

Verkenningsopdracht website maken

SE/CE

P

1

90 min

nog te bepalen

nee

MMPM6

 

 

 

Opdracht website maken

SE/CE

P

2

135 min

nog te bepalen

nee

MMPM3

Het eindcijfer van het vak is het gewogen gemiddelde van de behaalde cijfers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

D&P  Gemengde leerweg

COHORT 2021-2023

Profielmodule

Gemengde leerweg

Organiseren van een activiteit

 Dienstverlening en Producten (DVPR)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Periode

EXAMENEENHEID

INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA

LEERSTOF

SE/CE

TOETSVORM

WEGING

TIJDSDUUR

INLEVEREN PRAKTISCHE OPDRACHT

HERKANSING

TOETSCODE

LJ3/4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P/DP/1.1                                  een Opdracht bespreken met de opdrachtgever, onderzoek doen naar de te organiseren activiteit en uitkomsten presenteren aan de opdrachtgever.

De leerlng kan:                                                                                            1.wensen en verwachtingen van de opdrachtgever inventariseren.
2. onderzoek doen naar de te organiseren activiteit en uitkomsten presenteren aan de opdrachtgever.

Project leerjaar 3           

SE/CE

P

1

90 min

nog te bepalen

ja

OAOG1

 

 

 

Project Kasteelpark Born

SE/CE

P

2

90 min

 

nee

OAOG4

LJ3/4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P/DP/1.2                                           Een activiteit organiseren.

De leerling kan:
1. een activiteit plannen en voorbereiden.
2. berekeningen met betrekking tot kosten en baten van de te organiseren
activiteit uitvoeren.
3. voorzieningen, vergunningen, materialen, middelen en medewerkers regelen.
4. een activiteit evalueren en suggesties geven voor verbetering.

Project Kasteelpark Born

SE/CE

P

3

240 min

nog te bepalen

nee

OAGO5

 

 

 

Project Kasteelpark Born                                       (reflectieverslag activiteit)

SE/CE

P

3

90 min

nog te bepalen

nee

OAGO6

LJ3/4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P/DP/1.3
Werkzaamheden rondom hospitality uitvoeren.

De leerling kan:
1. optreden als gastvrouw of gastheer.
2. gerechten bereiden.

Kookopdracht

SE/CE

P

2

90 min

nog te bepalen

nee

OAGO7

LJ3/4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P/DP/1.4
Facilitaire werkzaamheden uitvoeren.

De leerling kan:
1. Maatregelen beschrijven om de negatieve gevolgen van de uit te voeren activiteit voor het milieu te beperken.
2. taken van hulpdiensten benoemen en beoordelen welke hulpdiensten ingeschakeld moeten worden.
3. taken van beveiligers benoemen.
4. een ruimte inrichten.

Plattegrond tekenen

SE/CE

P

1

90 min

nog te bepalen

nee

OAGO2

 

 

 

Opdracht duurzaamheid

SE/CE

P

2

90 min

nog te bepalen

nee

OAOG3

Het eindcijfer van het vak is het gewogen gemiddelde van de behaalde cijfers